Joaquin, mecanicien in een Peruaanse mijn

Zes van de zeven weekdagen ging hij werken voor zijn kinderen opstonden. Hij kwam pas uitgeput thuis als zijn kinderen al sliepen. Dat was vroeger verzucht hij, ‘Nu, ben ik hier alleen’. Hij werkt nog even hard, maar vrouw en kinderen zijn terug naar waar hun ouders wonen. Eén dagreis van de mijn vandaan. Hij ziet ze niet meer.

LocatiePeru
CategorieNieuws

Peru stond in 2011 in de top vijf van landen die zilver, zink, tin, lood, kwik en koper ontginnen. De formele mijnbouw telt in totaal 450.000 arbeidsplaatsen en vormt zo een belangrijke tewerkstellingssector in de Peruaanse samenleving. 350.000 van deze 450.000 arbeidsplaatsen zijn terug te vinden in afgeleide industrieën. De andere 100.000 arbeidsplaatsen zijn terug te vinden bij de mijnbedrijven zelf. Wat deze droge cijfers niet laten zien, is een belangrijke evolutie die zich de laatste twee decennia heeft voltrokken. De Peruaanse mijnwerkers vallen vandaag de dag in twee groepen uiteen. Dat blijkt uit het verhaal van mijnwerker Joaquin.

Blauwe helmen
Joaquin is een mijnwerker tewerkgesteld via onderaanneming, zoals zeventig procent van de honderdduizend mijnwerkers in Peru. Joaquin werkt voor Conmin, een bedrijf dat diensten verleent aan het hoofdbedrijf Buenaventura in de Uchucchacuamijn, ten noordoosten van Lima. Hij en zijn collega hebben de opdracht gekregen om ondergrondse herstellingen uit te voeren in deze mijn. Buenaventura heeft bijna alle ondergrondse arbeidsplaatsen in de mijn uitbesteedt aan lokale onderaannemers. De werknemers in de ondergrondse mijn die Buenaventura zelf nog tewerk stelt zijn opzichters en hooggeschoold personeel. Onderaanneming is voor Buenaventura een middel om zich te concentreren op hun hoofdbezigheid: het op de markt brengen van Peruaanse mineralen, waarbij de feitelijke ontginning van deze mineralen aan zo laag mogelijke kosten moet gebeuren. De opdeling tussen werknemers in loondienst en werknemers in onderaanneming is duidelijk zichtbaar aan de hand van de helmen, die tevens een soort statussymbool zijn. Alle werknemers in onderaanneming, incluis Joaquin, dragen een blauwe helm. Deze helm dragen ze met fierheid zelfs buiten de werkuren. De werknemers in directe dienst dragen afhankelijk van hun positie in de mijn (laboratorium, kantoor, kuisen van stenen) een groene, oranje of witte helm.

Ongezonde verschillen
Er is ook een minder zichtbaar verschil tussen werknemers in loondienst en werknemers in onderaanneming, een verschil op vlak van gezondheid. Een verschil dat voortkomt uit de arbeidstijd en inhoud van de arbeid van beide groepen. De socioloog Karasek stelde een schema op waarbij hij aandoeningen zoals hartziektes, stress, bloedarmoede, maar ook arbeidsongevallen in verband bracht met de arbeid die men verricht (creativiteit, repetiviteit,…). Enkel werknemers die zich in de rechterbovenhoek van zijn schema bevinden, verkeren in een gezonde arbeidspositie. Na twintig interviews in de Uchucchacua-mijn kon ik vaststellen dat Joaquin en zijn collega’s, zowel in directe tewerkstelling bij het hoofdbedrijf en zijn colleges bij mijnbedrijven in onderaanneming zich niet in dit gezond vierkant bevonden.

Bovendien toont deze figuur dat mijnwerkers in directe dienst over het algemeen in de rechterbovenhoek te vinden zijn. Werknemers tewerkgesteld via onderaanneming genieten niet van deze betere arbeidskenmerken. Hieruit kunnen we besluiten dat alle mijnwerkers zich in ongezonde arbeidsomstandigheden bevinden maar dat werknemers in onderaanneming zich in ongezondere arbeidsomstandigheden bevinden met een hogere kans op arbeidsongevallen en verschillende ziektes. Joaquin bevindt zich zodoende als mijnwerker in onderaanneming in een ongezonde arbeidspositie.In de figuur merken we op dat er enkele uitzondering zijn terug te vinden van deze theorie over gezondheid en onderaanneming. Twee werknemers van bedrijven in onderaanneming zijn namelijk tewerkgesteld in gezonde arbeidsposities. Twee werknemers van het hoofdbedrijf zijn dan weer duidelijk tewerkgesteld in arbeidsposities in de linkerbenedenhoek van het vierkant. Deze verschillen kunnen worden verklaard vanuit de geboorteplaats van de mijnwerkers. Mijnbouw veroorzaakt in Peru een ware volksverhuizing van zowel hoog als  laagopgeleide (vooral) mannelijke werknemers van verschillende regio´s naar de mijndistricten. Joaquin is afkomstig van een stad op negen uur van de mijn vandaan. Joaquin en zijn medewerknemers worden aangetrokken door het aantrekkelijke loon dat mijnbedrijven aanbieden aan hun werknemers. Het loon van mijnwerkers kan namelijk oplopen in de formele mijnbouw tot 1100 euro en meer, wat duidelijk veel hoger is dan het minimumloon van 175 euro. Naast deze interregionale tewerkstelling in Peru pronken mijnbedrijven op hun websites graag met flitsende teksten waarin hun band met de lokale gemeenschap wordt aangetoond. Het aanbieden van onderwijs aan mensen in lokale gemeenschappen die niet kunnen lezen, het aanbrengen van drinkbaar water in lokale dorpsgemeenschappen en het aanbieden van chauffages in koude gebieden in het Andesgebergte zijn slechts enkele voorbeelden. Op het gebied van tewerkstelling blijkt deze band vaak weinig goeds met zich mee te brengen. Veel lokale werknemers zijn volgens eerdere wetenschappelijke studies namelijk in kortlopende driemaandelijkse contracten zonder enige arbeidszekerheid tewerkgesteld.

Elfurendag
Ook arbeidsduur speelt een belangrijke rol in de verschillen in gezondheid tussen wie rechtstreeks voor het mijnbedrijf werkt en wie dat via onderaanneming doet. Arbeidstijd is reeds meermaals in verband gebracht met arbeidsongevallen en verschillende ziekten. Werknemers in vaste dienst werken zes dagen per week, acht uur per dag. Ze wonen op vijf minuten stappen van de mijn, in kampementen vlakbij de mijn. Kijken we naar de arbeidstijd van iemand in onderaanneming zoals Joaquin, dan zien we een minder rooskleurig plaatje. In de week van mijn interview had Joaquin elke dag een nachtshift van acht uur ’s avonds tot zeven ’s ochtends. Dit zijn 11 uren dat hij aanwezig moet zijn in de mijn. Joaquin woont in de mijnstad Oyon, dat op één uur met de bus ligt van de Uchucchacuamijn waar hij werkt. Bovenop zijn elf-urenarbeidsdag zit Joaquin dus elke dag twee uur op de bus heen en weer naar de mijn. Elke zondag heeft Joaquin een verlofdag, die hij nodig heeft om zich fysiek aan de nieuwe shift aan te passen. Elke week wisselt Joaquin namelijk van de nacht- naar de dagshift. Hoe hij zich voelt bij zijn arbeidsduur, blijkt duidelijk uit de inleiding. In de Uchucchacuamijn zijn er duidelijke verschillen in arbeidstijd en gezondheid terug te vinden, die te maken hebben met de arbeidsposities. De verklaring voor deze ongelijkheid is dat Joaquin en zijn collega’s niet als werknemers van de Buenaventura beschouwd worden, vanwege de economische keuzes die het bedrijf maakt.

*Joaquin is een fictieve naam

Auteur: Lander Vermeerbergen. Lander doet in het kader van zijn thesis onderzoek naar de arbeidsomstandigheden van mijnwerkers in Peru. Hij werkt samen met fos en de Peruaanse mijnvakbond FNTMMSP. fos steunt sinds enkele jaren een afdeling van FNTMMSP die werkt rond ‘gezondheid en veiligheid op het werk’.