Het vierjarige meisje stond gehuld in een smoezelige grijze katoenen jurk in de deuropening van een schuur. Haar ogen vol ernst gefixeerd op het andere meisje dat met een papieren bal speelde in de groezelige doorgang tussen de twee tabakschuren die maanden dienst deden als woning voor de honderden landarbeiders die verdreven werden van Lionsvale Farm in Chegutu.
Wanneer ze ons ziet, glipt het kleine meisje – waarover we later te weten kwamen dat ze Makanaka heet – met een verschrikte blik snel door de deuropening in de donkere steegjes van de tabakschuur.
Net als ieder ander kind, heeft Makanaka recht op een fijne kindertijd met speelgoed, poppen, kleuterschool en ander onderwijsmateriaal, zodat ze mentaal en sociaal kan ontwikkelen. Woonachtig in een donkere, roetachtige schuur, die op zich al bijna een gevaar voor de gezondheid vormt, zal zij helaas nooit deze kans krijgen. Aangezien in het hele land de kinderen van honderden andere ontheemde landarbeiders het weer trotseren in hun geïmproviseerde onderkomens, ziet niet enkel Makanaka’s toekomst er somber uit.
De landarbeidersvakbond GAPWUZ schat dat alleen al dit jaar, ongeveer 500 kinderen moesten toekijken op hoe hun ouders uit hun huizen gedwongen werden bij aanvallen op boerderijen kort na de vorming van de coalitieregering waarbij de belangrijkste oppositiepartijen MDC en ZANU-PF in de regering stapten.
Gertrude Hambira, Secretaris-Generaal van GAPWUZ, die de landhervorming afwees als een politieke truc, zei dat haar vakbond gelooft in empowerment van landarbeiders en hiermee ook hun gezinnen. “Wij zijn van mening dat de uitzetting van de landarbeiders de psychosociale ontwikkeling van hun gezinnen schaadt en dat het stilzwijgen van de regering over wat er met de kinderen gebeurt na ontruiming onze overtuiging sterkt dat dit proces nooit de bedoeling had om in het voordeel van het volk te zijn,” zei ze.
Bij een eerder bezoek aan Odzi zagen we gelijkaardige taferelen. 38 gezinnen zijn er gestrand langs de weg nadat ze zonder enige plichtpleging van de boerderij van ZANU-PF functionaris Mark Madiro Wilton’s werden geworpen. Kinderen besloegen ongeveer de helft van de populatie van het kamp en vertoonden alle tekenen van een gebrek aan goede opvoeding en van een meedogenloze inleiding in de onzekere wereld van armoede, kinderarbeid en misbruik.
Tara Miller, Directeur van Childline Zimbabwe, veroordeelde de landhervorming omdat het beleid het geloof en vertrouwen van kinderen in de politie ontneemt. Toevoegend dat de ontwikkeling van kinderen “stabiliteit beoogt”, zei Miller: “Zullen ze erop vertrouwen dat de politie hen beschermt, als het dezelfden zijn die hen verdreven onder het landhervormingsbeleid?”
Miller, wiens organisaties nauw samenwerken met de overheidsdepartementen voor de ondersteuning van misbruikte en verwaarloosde kinderen, zei dat ze achter de vorming van een Zimbabwaans Kinderdepartement staat en dat haar organisatie ook achter de concepten van een Kinderbeschermingscomité en een Nationaal Actieplan voor Wezen en Kwetsbare Kinderen staat. “Elk lid van het Kinderbeschermingscomité, van provinciaal, districts- en wijkniveau is bevoegd om kindermishandeling te voorkomen en dit zorgt ervoor dat de gemeenschap deel neemt aan de bescherming van kinderen en dat elk individu een rol heeft te spelen,” voegde ze eraan toe.
Aaron Zinyanya, directeur van het Afrikaanse Netwerk voor de Preventie en Bescherming Tegen Kindermishandeling en -Verwaarlozing (ANPPCAN) zegt dat ondanks het feit dat Zimbabwe een ondertekenaar is van het VN Verdrag inzake de rechten van het kind en het Afrikaans Handvest inzake de rechten en het welzijn van het kind, de meeste van deze verdragen geschonden zijn. De twee verdragen benadrukken gezondheid, onderdak, onderwijs en voedsel als voorwaarden voor de ontwikkeling van een kind. Zinyanya voegde hieraan toe dat uitzettingen een generatie van ongeschoolde kinderen creëren.
De geschiedenis toont aan dat landarbeiders onvoldoende onderwijs krijgen en de overheid heeft weinig inspanningen gedaan om de situatie te verbeteren. De kinderen van landarbeiders lopen nog steeds lange afstanden naar de dichtstbijzijnde school. De situatie is nog verergerd door aanvallen die ertoe leidden dat sommige boerderijen hun scholen sluiten.
“Er is behoefte aan een goede planning voordat iemand kan verhuizen naar een boerderij. Zij dienen ervoor te zorgen dat alle nodige maatregelen worden genomen om ervoor te waken dat kinderen niet worden getroffen, “zei Zinyanya.
Deze getroffen kinderen zijn bovendien niet gespaard gebleven van de effecten van de HIV-pandemie. Zodra ze uit hun huizen op de boerderij gezet werden, verloren ze ook de toegang tot de nodige medicatie, waaronder de Anti-Retrovirale middelen. “Boerderij-werknemers die zijn uitgezet terwijl ze een Anti-Retrovirale behandeling volgden, slagen er meestal niet in toegang tot de medicatie te krijgen en sterven te vroeg. Hierdoor zijn er nog meer AIDS-wezen die niemand hebben die voor hen zorgt.”
Het kinderwelzijnsbeleid van de Zimbabwaanse overheid is wijdverspreid veroordeeld omdat het nagelaten heeft te zorgen voor de miljoenen weeskinderen in het land. Ook Zinaya staat achter de vorming van een Kinderdepartement of een Kinderombudsman.