Klimaatsverandering vraagt om actie

In een land als Ecuador is de klimaatswijziging reeds zichtbaar en tastbaar. De seizoenen zijn op hol geslagen, er zijn nieuwe plagen in de gewassen, maar ook de mensen hebben andere ziektes. Tal van organisaties uit het middenveld zijn heel gedreven om dit niet zomaar te laten gebeuren.

LocatieEcuador
CategorieMilieuNieuws

fos en andere ngo’s brachten hen samen in een tweedaagse workshop om samen de uitdagingen van de klimaatswijziging te analyseren en om deze thematiek in de projecten te integreren. Dit boeiende initiatief kwam er dankzij de steun van de NGO-Federatie.

fos, Protos, Veco, Groenhart en Trias brachten een 40-tal leden van hun partnerorganisaties samen in een tweedaagse workshop in Quito eind december.
De deelnemers kwamen uit tal van verschillende hoeken van het middenveld: ecologische producenten, bosbouwers, suikerrietarbeiders en kleine boeren, organisaties voor het beschermen van het water, maar ook basisorganisaties die strijden voor waardig werk en het recht op gezondheid. Allen konden vele voorbeelden geven van hoe de klimaatswijziging reeds zichtbaar is en het dagelijkse leven beïnvloedt in Ecuador. De seizoenen zijn op hol geslagen. De regen komt niet of te laat of dan weer in te grote hoeveelheden. Nieuwe plagen duiken op in de gewassen, maar ook de mensen hebben andere ziektes, die door insecten of nieuwe virussen en bacteriën worden overgebracht. De oogst van koffie en maïs is vorig jaar mislukt. Bepaalde bomen brengen de laatste jaren geen vruchten op, waardoor de inkomsten van de families verminderen. Er zijn grondverschuivingen, overstromingen, droogtes… Niet alles is gevolg van klimaatswijziging, er bestaan ook natuurlijke cyclussen zoals ‘El Niño’, die om de 10-12 jaar terugkeren met grote schommelingen in temperatuur en neerslag. Ook die veranderingen zijn een uitdaging voor de projecten: hoe kan je de impact voorzien, voorkomen of opvangen ?

In Ecuador is er nog weinig of niets gebeurd in verband met de klimaatswijziging. De nationale politiek hierrond bestaat uit twee programma´s. Het ene is een internationale campagne om de petroleumvoorraden voor minstens 20 jaar niet aan te boren in het ongerepte Yasunipark. Daarnaast is er een grootscheeps programma om de bossen te beschermen . Boseigenaars krijgen daarbij 30 dollar per jaar per hectare om niet te kappen gedurende 20 jaar.

Anderzijds kent Ecuador een snelle economische groei, met elk jaar 30.000 nieuwe auto´s in de hoofdstad Quito alleen al, een groeiende consumerende middenklasse, wildgroei van de steden op voorheen goeie landbouwgronden, ontbossing op grote schaal, aanzet tot grootschalige mijnbouw, gas- en petroleumontginning… de ‘eerste’ wereld achterna.

Wie wel actief is rond de bloeiende CO2-markt is de internationale privésector. Die koopt gronden op en bebost ze met monoculturen van teakhout of palmbomen voor biobrandstof. Hierbij zijn grote sommen geld gemoeid. De beslissingen rond klimaatswijziging in Ecuador, zoals in de rest van de wereld, zijn in handen van grote bedrijven, en volgen een economische logica in plaats van een ecologische logica. Volgens Esperanza Martinez van de NGO Acción Ecologica zijn o.a. de Wereldbank en het IMF volop mee in het organiseren van de internationale CO2-markt. De winsten gaan niet naar onze planeet, maar naar de bankrekeningen van de grote multinationale ondernemingen.

Voor fos en partners was het een uitdaging om vanuit onze strijdthema´s waardig werk en het recht op gezondheid aansluiting te vinden bij de discussie rond klimaatswijziging. De strijdlustige inbreng van onze partnerorganisaties Fenacle en Mujeres por la Vida bleek verfrissend in het nogal technische debat over adaptatie, die door velen wordt beschouwd als een erkenning van onze onmacht tegenover de internationale politiek vanuit het Noorden en van de multinationals.

Zo pleit de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) voor internationale akkoorden die de omvorming van de vervuilende industrie in Noord en Zuid mogelijk maken, met creatie van nieuwe arbeidsplaatsen en transfer van schone technologie van Noord naar Zuid. Veel aandacht wordt gevraagd voor een ‘rechtvaardige overgang’ die garandeert dat de minder ontwikkelde landen kunnen delen in de nieuwe kennis en technologie, toegang krijgen tot de nodige groene kredieten en beloond worden voor het behouden van bossen en lage CO2-uitstoot. Het creëren van ‘groene’ werkplaatsen moet een prioriteit zijn en dat in het kader van de internationale agenda voor waardig werk van de IAO.

Wat betreft de relatie tussen klimaatswijziging en gezondheid, is het duidelijk dat de opwarming van de planeet een enorme bedreiging vormt voor de gezondheidssystemen in Noord en Zuid. De Wereldgezondheidsorganisatie luidt de alarmbel omdat de zwakke systemen onvoorbereid zijn op het uitbreken van epidemieën, volksverplaatsingen door overstromingen, landverschuivingen, bosbranden, enz.
Daarom moet ontwikkelingssamenwerking blijven bijdragen tot het versterken van de gezondheidssystemen, vooral op de eerstelijnszorg. Ook democratizering van de sociale zekerheidssistemen en kwaliteitsvolle gezondheidsdiensten verdienen een plaats hoog op de agenda.

Alle deelnemers aan de workshop vroegen de Belgische ngo’s en ook aan de aanwezige vertegenwoordigers van de Belgische bilaterale samenwerking, om meer vorming te organiseren. Zo kunnen ze de bevolking de nodige inzichten bezorgen en deelnemen aan het nationale en internationale debat rond Klimaatswijziging. Maar ook de nodige kleine en grote stappen zetten om in het eigen leven en via de organisatie een actieve rol te spelen in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. En beter voorbereid zijn voor de vele gevolgen van een verdere klimaatswijziging. In de loop van 2012 zullen we hier met onze partners verder aan werken.