Lobo is de weg kwijt

Een stuurloze regering

Honduras is nog niet hersteld van de dynamiek die volgde na de straatsgreep. Om op een goed blaadje te staan bij iedereen, heeft Pepe Lobo een regeringskabinet samengesteld dat een Toren van Babel is. Het enige wat we weten van die regering is dat Lobo geen enkele beslissing neemt en dat iedereen doet waar hij zin in heeft, op zoek naar persoonlijke voordelen, zonder enige geloofwaardigheid en zonder enig overleg. In deze niet-regering hebben geweld en de georganiseerde misdaad het roer van het land overgenomen.

Een bijdrage van Ismael Moreno. Moreno is de leider van Radio Progresso, een volkszender die politieke informatie geeft voor en door de (arme) bevolking.

CategorieNieuws

De staatsgreep blijft spoken op alle politieke niveaus in Honduras. Volksvertegenwoordiger Wenceslao Lara, van de Partido Liberal die de staatsgreep pleegde, stelde zonder een schijn van schroom in het Congres dat: “Wij, de liberalen, hebben een kandidaat voorgesteld die door het Hondurese volk is verkozen als President van de Republiek. Die liberaal (Zelaya) faalde en dus hebben we onze verantwoordelijkheid opgenomen en hebben we hem afgezet en iemand anders aangesteld in zijn plaats. Nu moeten ook de nationalisten hun verantwoordelijkheid opnemen tegenover het land zoals wij dat deden”.

Lobo en Micheletti lijken op elkaar
Wie neemt de beslissingen in Honduras sinds 27 januari? Wel, wat er nog over is van de man die in de jaren 2004 en 2005 zijn vuist in de lucht stak als symbool dat hij vast van plan was om tegen de misdaad te strijden, de man die een naadloze overtuiging leek te hebben. Die man staat nu aan het hoofd van de Uitvoerende Macht, een zwakkeling. Porfirio Lobo Sosa is een “armzalig presidentje” die geen beslissingen neemt, met een nerveus lachje en die haperend spreekt. Hij zegt neen wanneer hij ja moet zeggen en hij zegt ja tegen iedereen die gebruik willen maken van zijn besluiteloosheid om een of ander voordeel te halen.

Geen wonder, want Porfirio Lobo heeft de meest onstabiele presidentiële functie in de nationale geschiedenis. Alleen een heel ambitieus iemand, iemand die overdreven lijkt op de man die President werd op 28 juni, zou dit doen. Deze twee figuren in de politieke geschiedenis van Honduras – Lobo en Micheletti – vertonen een groot aantal gelijkenissen; in feite zijn hun enige verschillen de kleur van hun huid en haar, en de politieke kleur van hun partijen. Allebei wilden ze met alle mogelijke middelen en koste wat het kost president worden. Het zijn allebei trouwe rooms-katholieken en fanatieke volgelingen van kardinalen. Het zijn allebei experts in blunders. Het zijn allebei dienaars van het leger, en vooral trouwe dienaars van alles wat hen door Washington wordt opgedragen. Allebei omringen ze zich met het ergste soort van politici en met de belangrijkste ondernemers van Honduras. En allebei leiden ze de staat naar de ondergang, zonder duidelijke plannen en zonder een duidelijke richting, met mooie patriottische volzinnen. Uiteindelijk zitten ze allebei gevangen in hun minderwaardige ijdelheid om President te zijn, maar zonder dat ze in staat zijn om de staat te leiden. Allebei zijn het slechts experts in het slopen van het land.

Moorden en verkrachting
“Niemand weet wie nu echt het land bestuurt en de beslissingen neemt”. Dat is de centrale zin die de huidige situatie in Honduras na 27 januari definieert. Niemand weet wie het land leidt, maar iedereen weet wel waardoor het land wordt overheerst: door geweld en onzekerheid. Op sommige dagen zijn er 19 moorden. Massamoorden zijn ons dagelijks brood. In amper twee maand tijd zijn er vijf journalisten en verschillende leiders die opkwamen tegen de staatsgreep vermoord. Seksueel geweld wordt als wapen gebruikt om de georganiseerde politieke weerstand te terroriseren en te ontmantelen. Een jonge vrouw van de Resistentie van het noorden van Honduras werd in augustus verkracht door vier politiemannen die ze kon identificeren en die nog altijd vrij rondlopen. In februari werd ze samen met andere familieleden ontvoerd en naar de bergen gebracht. In het bijzin van de mannelijke familieleden die aan bomen werden vastgebonden, werden zijzelf en haar schoonzus verkracht door zeven mannen die als politiemannen verkleed waren. De leider van de bende sprak het vonnis uit: “Dit gebeurt omdat jullie ons hebben aangegeven. De volgende keer doen we hetzelfde en vermoorden we je daarna”.

Deze feiten zijn gedocumenteerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington. De zaak wordt behandeld door de mensenrechtenverantwoordelijke voor Midden-Amerika. Hij vertelde me over deze zware mensenrechtenschendingen op 4 maart, net toen de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, zou vergaderen met de Midden-Amerikaanse presidenten. Hoewel Clinton op de hoogte was gebracht van deze feiten, kondigde ze in de vergadering zonder blikken of blozen aan dat de VS had beslist om de economische hulp voor de Hondurese regering te reactiveren. En ze vroeg aan de regeringen van het continent om de Lobo-regering te erkennen “omdat hij de nodige stappen heeft gezet voor het herstel van de democratie”.

De doofheid van Washington
Toen ik met de mensenrechtenverantwoordelijke praatte in het Ministerie van Buitenlandse Zaken, begreep ik dat je niks kunt doen om de houding van de VS-politiek te veranderen. De VS-percepties zijn ombuigbaar, net zoals die van het Vaticaan dat aandringt op de verdediging van wat niet verdedigbaar is ook al wijzen alle gegevens in de tegengestelde richting.

Hoewel ze informatie hebben over de brutale verkrachting van Hondurese vrouwen, was de positie van de Amerikaanse ambtenaren heel duidelijk: de regering van de Verenigde Staten is vastbesloten om deze “democratie” in Honduras te steunen en dit betekent dat ze het leger en de politie van Honduras steunt. “Wij kunnen de democratie niet steunen van buiten – vertelde Craig Kelly ons. Slechts van binnenin het leger en de politie kunnen we veranderingen bewerkstelligen”.

En toen we verder vroegen over deze steun aan de politie ondanks de verkrachtingen, antwoordde hij zonder enige aarzeling dat: “Niemand kan zeker weten of de politie met deze feiten te maken heeft. Misschien waren het misdadigers die zich als politiemannen verkleedden om misdaden te bedrijven”. Het had geen nut om nog andere vragen te stellen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft beslist om de misdaad in Honduras te versterken in deze noodlottige tijd tijdens en na de staatsgreep waarin de misdadigers zich als politieagenten verkleden …

Iedereen weet het
De logica is duidelijk in het land. Terwijl de verschillende sectoren die zich verzetten tegen de staatsgreep nog steeds worden vervolgd, bedreigd, vermoord en zwart worden gemaakt in campagnes waarin het lijkt alsof zij de geweldplegers zijn in het land, gaat de internationale gemeenschap onverbiddelijk verder met het erkennen van het huidige regime, hoewel ze weten dat dit een regering is die heel weinig interne legitimiteit geniet.

De regeringen in de Europese Unie die beslist hebben om in het troebele water van de dubbelzinnigheid te zwemmen weten dit. Ze weten dat als ze deze regering steunen, ze dan in zekere zin het repressieve beleid ondersteunen dat deze regering implementeert, vooral onder leiding van de opvliegende Minister van Veiligheid, Oscar Álvarez. Álvarez meent dat je de crisis in het land kunt oplossen door je tegenstanders uit de weg te ruimen, of het nu straatmisdadigers zijn of leiders van de Resistentie.

Om het zekere voor het onzekere te nemen, besloten de Europese ambassadeurs om een programma op te starten voor bescherming van de mensenrechtenverdedigers. De internationale gemeenschap heeft erin toegestemd om een regering te erkennen die duidelijk wordt geïdentificeerd met mensenrechtenschendingen en als een regering die de lijn van de staatsgreep verder volgt. Ze zeggen het niet met zoveel woorden – dat is net de reden waarom de diplomatie bestaat met al haar drogredenen – maar ze dekken zich in met de creatie van een aantal mechanismen om de mogelijke slachtoffers van de politieke repressie onder dit regime te beschermen. Want ze hebben beslist om dit regime op te nemen in de lijst van landen met democratische regimes.

De staatsgreep: illegaal en onnodig
De internationale gemeenschap is erin geslaagd om haar problemen met Honduras gaandeweg op te lossen, maar ze weet niet hoe ze moet omgaan met een conflict dat geworteld blijft in de interne dynamiek van het land.

Om het hoofd te bieden aan een geopolitiek conflict in Latijns-Amerika hebben de partijen achter de staatsgreep een interne dynamiek op gang gebracht die wel latent aanwezig was, maar niet was geactiveerd. In de loop van de maanden na de staatsgreep werd duidelijk welke spelers en welke belangen er op het spel stonden, ver buiten de grenzen van Honduras. Wederom, aan Honduras werd een ondergeschikte rol toegekend in de geopolitiek van het continent.

De staatsgreep was niet alleen maar een illegale daad en een daad van geweld, maar een onnodige interne politieke daad. Interne factoren alleen zouden nooit tot een staatsgreep hebben geleid. Er was geen nood aan een staatsgreep want de sectoren die intern bij de staatsgreep waren betrokken hadden een goede controle van alle factoren die ervoor zouden zorgen dat de politieke voorstellen van Mel Zelaya politiek onhaalbaar zouden zijn.

Laten we niet vergeten dat er in de eerste helft in het jaar van de staatsgreep een sterke beweging was tegen Zelaya bij de verkiezing van openbare ambtenaren. In januari 2009 werden er vijftien magistraten verkozen voor het Hooggerechtshof die allemaal tegen het beleid van het team van Zelaya waren. In februari gaf de hoogste rang van de Hondurese élite haar goedkeuring voor de verkiezing van de Procureur-generaal van de Republiek.

Al één jaar voordien werd ook goedkeuring gegeven voor de herverkiezing van Ramón Custodio, een felle criticus van het beleid van Zelaya, als Nationale Commissaris voor Mensenrechten. In april organiseerde de Liberale Partij een Nationale Conventie om een nieuw bestuur te kiezen voor de Centrale Uitvoerende Raad van de partij. Voor de verkiezing was er één centrale slogan die streng werd nageleefd: alle leden van het Zelaya-team uit de partijdirectie halen. Patricia Rodas beëindigde abrupt haar functie als partijvoorzitter en in haar plaats verkozen de conventionele leden niemand minder dan de grote verliezer van de voorverkiezingen in november 2008: Roberto Micheletti.

Hoewel hij politiek zo goed als begraven was, verrees Micheletti uit deze liberale Conventie met een ongewone energie. De media zetten hem weer op de voorpagina van waar hij maanden tevoren was verdwenen. Van de 128 volksvertegenwoordigers in het Nationaal Congres was één derde tegen het beleid van het team van Zelaya. In deze omstandigheden kon de ‘Vierde Urn’ die Zelaya voorstelde voor de verkiezingen op de laatste zondag van november 2009 geen succes hebben omdat de Hondurese élites de institutionaliteit van de staat compleet hadden afgeschermd.

Geopolitieke redenen voor de staatsgreep
Waarom dan een staatsgreep? Omdat er achter het plan van de Hondurese spelers vele internationale spelers stonden. In de weken vóór de staatsgreep, kwamen er hoge vertegenwoordigers van extreem rechtse politieke organisaties van het continent, zoals bijvoorbeeld UnoAmérica, naar Honduras om het land te waarschuwen dat er een frontale strijd zou worden geleverd om het land te redden uit de communistische handen van Hugo Chávez.

Begin maart 2010 kwamen diezelfde vertegenwoordigers terug naar Honduras om aan te kondigen dat ze in Honduras een slag hadden gewonnen maar dat er nog andere slagen moesten geleverd worden tot de vijand van de vrijheden uit het continent zou worden gebannen. Ook waarschuwden ze dat de vijanden van de democratie nog actief waren, dat ze aanwezig waren in het Forum in Sao Paulo en dat ze van daaruit beslissingen namen om het verloren gebied in Honduras te heroveren. Eén van de manieren om dit te doen was om de interne strijd aan te wakkeren, zo vb. het conflict in de regio Aguán tussen groepen boeren die wanorde wilden creëren en zich zo gronden wilden toe-eigenen die het wettelijke eigendom waren van de welvarende en succesvolle zakenman Miguel Facussé Barjum. Dat zeiden en publiceerden de media die de staatsgreep rechtvaardigden en goedkeurden.

Honduras was een uitvlucht in een continentale context van geopolitieke confrontatie van extreem rechtse sectoren die ondersteund worden door de monopolies van de multinationals en die hun ideologie gedeeltelijk baseren op de neoconservatieve religieuze uitspraken van de kerkelijke, zowel katholieke als protestantse, élites die steeds relevanter zijn in Honduras.

Wortels van het conflict in Aguan
In de eerste maanden van het regime van Pepe Lobo was het belangrijkste conflict, behalve de recente golf van criminaliteit en de dagelijkse moorden, dat in de landbouwsector in de regio Aguán, aan de Atlantische kust.

De partijen in dit conflict zijn al dertig jaar lang verwikkeld in hetzelfde conflict. Tegenover hen staat Miguel Facussé, de meest emblematische ondernemer van het land, van Arabische afkomst, die erin geslaagd is om zich met de staatsdynamiek te moeien sinds de jaren 70, toen hij er onder één van de vele militaire regimes in slaagde om het vele geld voor het Nationale Investeringsfonds (CONADI) naar zijn persoonlijke schatkist over te hevelen. CONADI was een staatsinstelling die was opgericht om het nationale bedrijfsleven een duw in de rug te geven en hij was de uitvoerende directeur.

Begin de jaren 90, onder de regering van Rafael Leonardo Callejas, oefende Facussé invloed uit in het Congres om de Wet voor Modernisering van de Landbouwsector goedgekeurd te krijgen. In de praktijk betekende dit dat de particuliere ondernemers een groot aantal voordelen zouden genieten, zo bijvoorbeeld dat de gronden voor de landhervorming geprivatiseerd konden worden. Tegelijkertijd werden er wettelijke kansen gecreëerd voor private ondernemers zodat die voorstellen zouden kunnen voorleggen aan de boerengroepen die door de landhervorming – goedgekeurd begin de jaren 70 – werden begunstigd om “gezamenlijke investeringsprogramma’s” uit te voeren: de boeren gaven grond en arbeid en de ondernemers technologie en geld en in theorie zouden de mede-investeerders dan de winst delen.

Maar in de praktijk creëerde deze wet de noodzakelijke voorwaarden om de gronden en het leven van de boeren over te laten aan de genade van de exportgerichte agro-industriële dynamiek. Eens dit juridisch instrument werd goedgekeurd, richtte Miguel Facussé al zijn aandacht op het “overtuigen” van coöperatieleiders en –leden, beginnend met de meest succesvolle coöperaties die Afrikaanse palm verbouwden in de regio Aguán, om hun gronden en activa aan hem te verkopen. Hij slaagde hierin in amper twee jaar tijd met agressieve publiciteitscampagnes waarin hij eerst de deugden van de mede-investering bezong en nadien de deugden van de private sector, en waarin hij aangaf dat hij bereid was “bloed en tranen” voor Honduras te geven. Dit was overeenkomstig de officiële slogan begin de jaren 90, toen de economische aanpassingen furore maakten en toen de markt werd opengesteld voor agro-industrieel kapitaal en voor maquila in een aantal steden, vooral in Valle de Sula.

Lobo in zijn labyrint
Twintig jaar later is het stof dat Facussé opwierp, in samenspraak met de Hondurese staat en een handvol corrupte boerenleiders, in een modderpoel veranderd die de aandacht van het hele land vraagt. In deze zone zijn de conflicten begonnen en vinden we het drijfzand waarin Pepe Lobo besliste om een niet duurzame crisis, die nog verslechterde door de staatsgreep, verder te controleren.

Alleen al in de eerste twee maanden van de Lobo-regering zijn er tenminste 13 mensen vermoord in dit grondconflict. De overheid besliste om een commissie aan te stellen die een voorstel moest uitwerken om het conflict op te lossen, maar dit conflict is slechts het topje van de ijsberg waartegen elk voorstel of elk beleid van deze regering die gevangen zit in haar modderlabyrint crasht.

Op dit moment voert Miguel Facussé een publiciteitscampagne waarin hij de boeren ervan beschuldigd dat ze wanorde en geweld zaaien in de regio en dat ze de institutionaliteit van de rechtsstaat schenden die privé-eigendom garandeert. Hij beschuldigt de Resistentie, vooral de jezuïeten die in de zone werken en hun “geweldstheologie”, ervan dat ze het conflict aanwakkeren om het land te destabiliseren. Maar er gaan stemmen op van mensen die betrouwbare informatie hebben en die niemand ervan kan beschuldigen dat ze met de Resistentie sympathiseren, stemmen van mensen die nauwe banden hebben met de ondernemingsélites, die zeggen dat de huidige conflicten in Aguán door Facussé zelf worden bevorderd. Want, zo zeggen ze, was de 84-jarige Facussé zelf aanwezig in de zone waar hij de menigten die hij zelf had betaald, toesprak en vroeg om naar het Nationale Congres te stappen en daar respect te vragen voor hun gronden. Hij maakte gebruik van de wanorde en het ontbreken van een duidelijke richting in het land en de staat om eigen voordeel te halen. Net zoals hij al zijn hele ondernemersleven lang doet.

Facussé in zijn rijk
En deze hypothese wordt nog geloofwaardiger als we kijken naar de voortgang geboekt in het voorstel van de staatscommissie die de opdracht is gegeven het conflict op te lossen. Dat houdt de volgende successen in voor Facussé: de staat zou tenminste 3.000 hectare van zijn gronden kopen met alle verbeteringen die daarop zijn aangebracht, samen met de Afrikaanse palmteelten. Die grond zou de staat onmiddellijk aan de boeren overdragen. De staat zou hem daarvoor ongeveer 50 miljoen dollar betalen. Van die gronden zou elke familie twee hectare krijgen: op één hectare mag de familie verbouwen wat ze wil en op de andere moet ze Afrikaanse palm verbouwen. Dit betekent dat de boeren gebonden zouden blijven aan Facussé, want de vermarkting van Afrikaanse palm is volledig in handen van deze succesvolle en parasitaire Hondurees-Arabische ondernemer.

Gezien de huidige conflicten in de productie zou Facussé niet langer verplicht zijn om zijn schulden bij de Hondurese banken te betalen. En tenslotte zou de 84-jarige ondernemer door het volk worden erkend als weldoener van de armen en als vrijgevig slachtoffer van de dreigende boeren, gezien zijn grote ervaring in het manipuleren van de belangrijkste media in het land, waarin verschillende eigenaars of managers sowieso familie van hem zijn.

Lobo in zijn toren van Babel
Twee maanden na de ambtsaanvaarding heeft de regering van Pepe Lobo nog steeds niet de nodige capaciteit om haar programma vast te leggen en om een eigen identiteit op te bouwen. Ze steekt vooral energie in het geven van noodsignalen om erkend te worden door de internationale gemeenschap. Ten eerste, door een kabinet samen te stellen dat het erop doet lijken dat hij aan het hoofd staat van een regering van nationale eenheid en verzoening. Ten tweede, door een Waarheidscommissie samen te stellen zodat het lijkt alsof hij voldoet aan de overeenkomsten die een eind maakten aan het de facto regime en waarmee hij zich onderscheidt van de dynamiek van straffeloosheid en afdwinging in dat regime. Deze Commissie heeft geen interne geloofwaardigheid en is niet geïnteresseerd in het onderzoeken van politieke figuren en figuren van de Hondurese bedrijfswereld. Ze heeft ook geen interesse in het uitsturen van een boodschap die verschilt van wat het regime wil horen.

En ten derde, door al het mogelijke te doen om op een goed blaadje te staan bij iedereen: samen met de mensenrechtenverdedigers stelde hij een mensenrechtencommissie samen. Met de koepel van de katholieke en evangelische kerk richtte hij nog een andere commissie op: voor religieuze aangelegenheden. En met elke politieke en syndicale stroming richt hij presidentiële commissies op voor om het even welk openbaar thema.

Hij deed zijn uiterste best om op een goed blaadje te staan bij de Resistentie door het Ministerie van het Nationaal Agrarisch Instituut (INA), het minst efficiënte ministerie dat amper geld heeft om de bureaucraten en benzine te betalen, in handen te geven van de voorzitter van de linkse partij Partido Unificación Democrática, César Ham, de meest controversiële figuur binnen de tegenstanders van de staatsgreep. Verder was Ham ook betrokken bij beruchte gevallen van corruptie en constante interne conflicten in de al altijd zwakke traditionele linkse beweging van Honduras. Hij probeerde de gunst te winnen van de machtige vakbonden van het onderwijzend personeel door hun controversiële leider, Ventura, een militant van de Partido Nacional, als Minister van Onderwijs te benoemen. En hij benoemde een boerenleider als Minister van Arbeid, hoewel die leider deel uitmaakt van de meest conservatieve sector en bekend staat als een politiek intrigant.

Om op een goed blaadje te staan bij iedereen stelde Pepe Lobo een kabinet samen dat een Toren van Babel is. Iedereen doet waar hij zin in heeft, iedereen gebruikt een eigen taal en iedereen probeert zich te nestelen in de machtsdynamiek ten koste van andere collega’s.

Twee maanden waren voldoende om ons onder te dompelen in een openbaar bestuur dat niet bestuurbaar is, waarvan we alleen maar weten dat veel mensen beslissingen nemen, maar zonder in de richting te gaan van een geloofwaardige autoriteit en consensus. In die zee is het roer van het land overgenomen door geweld. En op basis van haar regionale controle regeert en beslist de criminaliteit. Vandaag de dag is Honduras een land dat is verdeeld door geweld en de verschillende staatsinstellingen luisteren niet naar de centrale autoriteiten in de hoofdstad maar naar de ondergrondse beslissingen die worden genomen in elk deel, elke zone of regio die door het geweld worden gecontroleerd.

Souvereiniteit over onze rijkdom
Het voorstel van de regering met Porfirio Lobo aan het hoofd is alleen maar een verlenging van het voorstel van de politieke en ondernemingsélites die het project van Zelaya en zijn team wilden blokkeren. Een éliteproject van deze omvang zorgt niet voor meer gelijkheid en oplossingen voor de conflicten die zich ophopen in het land, maar het verdiept deze problemen. Verschillende maatschappelijke sectoren zijn het erover eens dat er een nood is aan een Nieuw Sociaal Pact oftewel een strategisch strijdplan, zoals een aantal georganiseerde sectoren in de Hondurese Volksresistentie dit liever noemen. Dit plan zou uit tenminste drie delen moeten bestaan. In de eerste plaats zou er een inhoud moeten worden vastgelegd in drie grote blokken.

Eerste blok: Eisen omtrent een herdefiniëring van de natuurlijke hulpbronnen, de grond en het milieu. Dat heeft te maken met wat normaal gezien de strijd voor nationale soevereiniteit wordt genoemd. Als soevereiniteit betekent dat de staat en de burgers hun rijkdom beheren en er beslissingen over nemen, dan kun je moeilijk zeggen dat er soevereiniteit is als de bossen, de rivieren, het water, het milieu en de grond slechts in een weinig handen zijn. Zonder twijfel is soevereiniteit de grootste tekortkoming in het land. Soevereiniteit is geen slogan.

Een landbouwhervorming die verantwoordelijk omgaat met grondeigendom, om te vermijden dat een handvol ondernemers de vruchtbaarste gronden in de Hondurese valleien in handen hebben en dat de voedselproductie en het leven van de boeren worden onderworpen aan de belangen van de multinationale landbouwexportsector, is een prioritaire voorwaarde om ervoor te zorgen dat het Hondurese platteland niet langer een tijdbom zou zijn en een bron van permanente onstabiliteit. En hetzelfde geldt voor de bossen, het water, de energie en de mijnbouw; voor al onze natuurlijke rijkdommen, inclusief de mogelijke olierijkdom in de laaglanden en aan de Atlantische kust.

Tweede blok: Sociale eisen: onderwijs, gezondheid, huisvesting, salarissen, respect voor etnieën en seksuele minderheden. Respect voor en bevordering van de sociale organisatie en mobilisering. De sociale eisen linken aan de eisen voor soevereiniteit en de natuurlijke hulpbronnen is van strategisch belang om de participatie te garanderen van alle maatschappelijke sectoren, zonder dat hierbij wordt toegelaten dat de élitesectoren hun eisen verwarren met nationale eisen, zoals het geval is met de bedrijfsverenigingen of – aan de andere kant – met de vakbonden van het onderwijzend personeel.

De roep om een grondwetgevende vergadering
Derde blok: De politiek-juridisch-grondwettelijke eisen die te maken hebben met de veranderingen die de Hondurese staat nodig heeft om voortgang te boeken in wat de sectoren gegroepeerd in de Resistentie de “heroprichting van Honduras” noemen. Hier vinden we de eis voor een Nationale Grondwetgevende Vergadering, zijnde de reden waarom de Hondurese élites de staatsgreep pleegden.

Op dit moment is de Grondwetgevende Vergadering de meest relevante politieke eis van de organisaties die zijn gegroepeerd in het Nationale Front voor Volksweerstand (FNRP). Ondanks het belang van deze eis, is er weinig gedaan om concreet invulling te geven aan deze slogan die door velen nog steeds wordt geïnterpreteerd of verbonden aan het leiderschap van Manuel Zelaya.

Halfweg maart en op initiatief van de Burgerraad van Volkse en Inheemse Organisaties van Honduras (COPINH) en samen met het FNRP, werd een vergadering bijeengeroepen van vertegenwoordigers van het hele land om een simulatie te maken van een Nationale Grondwetgevende Vergadering. Er werden discussies gevoerd over alles wat te maken heeft met het eerste blok van eisen. Ondanks de rijkdom van dit soort oproepen werden in de simulatie alleen maar de groepen opgeroepen met een heel gelijkaardige manier van denken en met een gelijkaardige interpretatie van het land; de andersdenkenden maakten geen deel uit van het debat.

En daar eindigt de eis van deze volkssectoren die een meer insluitende maatschappij willen: in de feiten die wederom een voorstel tonen dat opnieuw uitsluitend is omdat deze “experimentele Grondwetgevende Vergadering” slechts militanten aanvaardt tegen de staatsgreep met een bewezen lidmaatschap van de linkse traditie in het land.

Niet alleen diegenen die overtuigd zijn
Een nieuw sociaal pact mag niet beperkt blijven tot de overtuigden vanuit het linkse perspectief. Er moet opening zijn en een debat waarin de verschillende sectoren van de Hondurese samenleving deelnemen.

Dit soort van onafhankelijke Grondwetgevende Vergadering kan een mes zijn dat aan twee kanten snijdt. Het kan een ontwaking zijn van een bewustwording inzake de strijd van sectoren in de Resistentie, maar het kan ook een instrument zijn dat makkelijk zou kunnen worden gecoöpteerd door de élites, zoals is gebeurd in alle politiek-institutionele hervormingen in het land in de laatste twintig jaar.

Zoals een vooraanstaand Hondurees politicus al stelde: “Wij gaan voor de Grondwetgevende Vergadering, niet die van Mel Zelaya, omdat wij niks willen te maken hebben met Hugo Chávez. Maar eens de “Mel”-koorts over is, zullen wij de GV zelf aanmoedigen, via Pepe Lobo. En we zullen een Grondwet opstellen”.

Een debat tussen drie standpunten
De tweede component van een nieuw Sociaal Pact is het definiëren van het sociale en politieke onderwerp. Dit heeft te maken met het debat over de politieke partijen en de sociale bewegingen, de band en de verschillen tussen beiden en de identiteit die het Nationale Front voor Volksweerstand (FNRP) moet aannemen. Op dit moment moeten de band en de verschillen tussen drie standpunten worden verduidelijkt.

Eerste standpunt: Dat van de sector van de Resistentie die banden heeft met de liberalen die tegen de staatsgreep zijn, vooral aanhangers van Manuel Zelaya, hoewel er veel secundaire verschillen zijn binnen deze groep. Een liberale leider, één van de ideologen van deze groep, stelde het als volgt in één van de FNRP-bijeenkomsten: “Het Front kan drie wegen inslaan. De eerste is die van de gewapende strijd. Die sluiten we uit omdat we er geen resultaten mee zouden bereiken en omdat we in onze eerste bewegingen zouden worden uitgeschakeld door de oorlogsmachine van de oligarchie. De tweede weg is om een politieke partij te worden. Dat is een reële mogelijkheid, maar we weten dat de antidemocratische inslag van de Wet op Verkiezingen en Politieke Organisaties ons dit onmogelijk zou maken met alle mogelijke middelen. En de derde weg is dat het FNRP een interne stroming wordt binnen de Liberale Partij die de partij uit handen neemt van de klauwen van de oligarchie om succes te boeken in de verkiezingen en om de veranderingen die door de staatsgreep zijn onderbroken te hervatten. Wij, de liberalen van de Resistentie stellen voor deze derde weg in te slaan”.

Het FNRP omvormen tot een interne stroming binnen de Liberale Partij of het zich aansluiten bij één van de drie kleine partijen is, zoals een grote sector binnen de Resistentie zegt, één van de politieke fouten die moeten worden vermeden. De Resistentie zou dan een prooi worden van het politieke partijensysteem dat al is ingestort. Zo’n beslissing zou zuurstof geven aan een stervende die al naar de andere kant is overgegaan.

Een nieuwe partij of een sociale beweging?
Tweede standpunt: Het voorstel is om het FNRP om te vormen tot een nieuwe politieke partij die vecht voor de veranderingen in de eerste component van het nieuwe Sociaal Pact. Degenen die dit standpunt steunen menen dat we voor een dringende uitdaging staan, namelijk de strijd voor het veroveren van de politieke macht die, omdat je een gewapende strijd uitsluit, slechts kan worden gevoerd via verkiezingen. In die zin is er een politieke partij nodig die met succes de strijd kan aangaan met de andere vijf partijen die in een onomkeerbaar proces van erosie zijn beland.

Anderen menen dat als je het FNRP tot een politieke partij omvormt, je dan de kracht van de Resistentie ondermijnt in haar vele uitdrukkingsvormen aan de basis en die brede kracht dan onderwerpt aan een verkiezingsstrijd. Uiteindelijk zou dit betekenen dat de liberalen van de Resistentie en de anderen van de Resistentie als deel van hun partijen zouden terugkeren naar hun partijstructuren en dat de nieuwe politieke partij een voorstel zou worden zoals dat van de Christen Democraten, of van de partij Unificación Democrática of van de partij Partido Innovación y Unidad, die samen nooit meer dan 6% van de kiezers vertegenwoordigen.

Derde standpunt: Stelt dat het FNRP een permanente identiteit moet hebben als een breed front dat, als een sociale beweging, de verschillende eisen kanaliseert van de volkse en sociale sectoren in het hele land, zowel van de vakbondsorganisaties als van de communitaire groepen die zijn georganiseerd in zones, regio’s en territoria. Er is een trend merkbaar in een brede groep van het FNRP die stelt dat het front haar identiteit moet behouden op basis van twee strijdmechanismen.

Het eerste mechanisme is de strijd door het uitoefenen van druk, door het verzwakken, aanklagen en ontmaskeren van het huidige politieke regime dat trouw de lijn van de staatsgreep doortrekt, tot dit regime wordt verplicht om op te roepen tot een Nationale Grondwetgevende Vergadering.
Het tweede mechanisme is om voortgang te boeken in de definiëring van een voorstel inzake onafhankelijke kandidaten als een succesformule voor de volgende algemene verkiezingen.

De derde component van een nieuw Sociaal Pact bestaat in het definiëren van de participatie in de politieke verkiezingsprocessen. Van zodra de identiteit van het FNRP is bepaald, in het kader van de drie aangegeven standpunten, moeten er garanties komen betreffende de strijd voor de democratisering van de mechanismen voor volksparticipatie zodat de verkiezingsprocessen niet langer een uitdrukking zouden zijn, in het kader van wettelijke procedures, die de toe-eigening van de staat door een kleine élite die de staatsgreep bevorderde niet langer legitimeert.

In Honduras is er geen rechtstaat
De rechtstaat is niet mogelijk zonder democratie en zonder respect voor en inachtneming van de mensenrechten. In Honduras kunnen we niet zeggen dat er tekortkomingen zijn in de rechtstaat, maar wel dat er helemaal geen rechtsstaat is. In Honduras is het probleem niet zozeer dat er politieke of ondernemingsgroepen zijn die de rechtstaat schenden maar dat dit concept, zonder dat er een rechtstaat bestaat, wordt gemanipuleerd om je te doen geloven dat ze de wetten naleven en de democratie verdedigen, terwijl ze in feite de wet van de sterkste opleggen en de mensenrechten van de samenleving ongeremd schenden.

Artikel verschenen in “Envio”, maandblad van de Centraal Amerikaanse Universiteit (UCA) in Managua, Nicaragua, nummer 337, jaargang 29, april 2010. Vertaald door fos-socialistische solidariteit.