Mensenrechtenschendingen in Honduras

Onder het nieuwe regime van Porfirio Lobo

De presidentsverkiezingen in Honduras moesten een einde maken aan de staatgreep van juni vorig jaar, maar sinds het aantreden van de nieuwe president Porfirio Lobo eind januari is de situatie niet verbeterd, integendeel. De fundamentele mensenrechten van syndicale leiders en leden van het verzetsfront worden systematisch met de voeten getreden.
fos dringt bij onze minister van buitenlandse zaken erop aan de diplomatieke druk niet op te geven.

LocatieHonduras
CategorieNieuws

In november vorig jaar vonden verkiezingen plaats in Honduras. Zij moesten een eind maken aan de staatsgreep waar de voorzitter van het parlement, Roberto Micheletti, met hulp van het leger de macht op een gewelddadige manier overnam van zijn partijgenoot en president, Manuel Zelaya. Tijdens de presidentsverkiezingen, die plaatsvonden in een toestand van volledige represie van de volksbeweging, straatgeweld, verdrukking en boycot van de kleine en oprukkende partijen, werden ook de nieuwe volksvertegenwoordigers verkozen. Ondanks deze compleet ondemocratische situatie, nam onder veel tromgeroffel en show een nieuwe regering de macht over, die beweerde dat van de ene op de ander dag de democratie volledig hersteld was in Honduras. Met de pompeuze machtsoverdracht wilde de Lobo-clan niet alleen de verkiezingen geldig laten verklaren, maar beweerden ze bovendien ook nog dat het ging om een regering van “transparentie en verzoening”. Alle machtsvertoon ten spijt, is het zo dat – tot het ogenblik dat de rechterlijke macht de politieke, administratieve en militaire verantwoordelijken voor de staatsgreep zullen terecht gesteld hebben – er geen enkele publieke gebeurtenis kan voor zorgen dat de rechtstaat vaste voet aan grond heeft in Honduras en dat er kan vertrouwd worden op een heropbouw van de democratie.

Een andere reden om te geloven dat de “herstelde” democratie fabeltjes zijn, zijn de permanente schendingen van de fundamentele mensenrechten van mannen en vrouwen. Dit gaat dan van het recht op vrije meningsuiting, over het recht op politieke participatie tot het recht op leven. Dit zijn de rechten die de laatste maand het zwaarst met de voeten worden getreden. Hier volgen enkele voorbeelden.

Op woensdag 10 februari werd in de hoofdstad Tegucigalpa, op een geweldadige manier het huis binnengevallen van Porfirio Ponce, actief syndicalist en lid van STIBYS, de vakbond uit de voedings- en drankenindustrie waarmee fos reeds heel wat contacten heeft, en die vanaf 2011 zal behoren tot onze partnerorganisaties. Diegenen die zijn woning zwaar bewapend binnenvielen, identificeerden zich als politieagenten en hebben de boel kort en klein geslagen en zijn computer meegenomen. Zelf werd hij neergeslagen achtergelaten en deze gebeurtenis werd zonder enig legaal gevolg geklasseerd en er wordt zelfs niet gezocht naar de daders.

Diezelfde 10 de februari werd Edgar Martínez tijdelijk vermist door familieleden en vrienden. Hij werd ontvoerd en gefolterd in het Noorden van het land, in Lima, Cortes. Samen met hem, werden ook zijn echtgenote, Carol Rivera, twee van zijn broers en een vriendin opgepakt en naar een verlaten plek gebracht. Dankzij de onmiddellijke reactie van buren en burgers werd een enorme civiele zoekaktie opgezet, en twee dagen later werden alle slachtoffers levend teruggevonden. Ze vertoonden zware littekens van de foltering en de twee vrouwen werden verkracht. Schuldigen zijn er voor de overheid niet en er wordt ook niet naar gezocht; de familie Martínez is immers actief lid van het FNRP (Frente Nacional de Resistencia Popular – Nationaal Volks Verzet Front).

Hermes Reyes, actief lid van de Beweging van Artiesten in Verzet, werd op 12 februari aangevallen in de stad Siguatepeque, waar hij door paramilitairen “bewerkt” werd met prikkeldraad, met als gevolg dat heel zijn lichaam gekwetst is, en dat hij bovendien ernstige verwondingen opgelopen heeft aan zijn ogen, waardoor hij waarschijnlijk blijvend blind zal zijn.

Op woensdag 24 februari, de dag waarop ze haar 36e verjaardag zou vieren, werd Claudia Brizuela verrast door zwaar geklop op de deur van haar huis; politiebezoek. Claudia is dochter van Pedro Brizuela, oud-militant van de vroegere comunistische partij van Honduras, lid van een kleine politieke oppositiepartij (UD), columnist van de krant “La Prensa” en actief lid van FNRP (Nationaal Volks Verzet Front) in het Noorden van het land. Bij het openen van deur werd Claudia in koelen bloede doodgeschoten door de politieagenten. Iemand heeft zelfs een GSM-foto van de agenten kunnen nemen die wegreden op een motor, maar ook dit feit wordt in de doofpot gestopt.

Al deze gebeurtenissen en praktijken maken deel uit van een selectieve en systematische agressie die heel duidelijk gericht is naar de leden van het Nationaal Voks Verzet Front en syndicale leiders van het land. Daarom dat het ook ons als fos heel sterk raakt.