Wat verwachten we van de regering?
Ten eerste moet de Belgische overheid zich volop engageren voor een inhaaloperatie om nog voor eind 2015 substantiële vooruitgang te boeken wat de Millenniumdoelstellingen 2000-2015 betreft. Tegelijk moet ze zich inzetten voor de formulering van een nieuw breed gedragen en geïntegreerd kader voor internationale samenwerking dat een sterk instrument wordt om het recht op ontwikkeling van elke wereldburger te garanderen. Dit nieuwe kader moet universeel toepasbaar zijn, duurzaamheid beogen, een rechtenaanpak omvatten en gelijkheid nastreven.
Basisprincipes
Veel aandacht zal moeten gaan naar antwoorden op de tekortkomingen van de Millenniumdoelen. Er zijn een pak nieuwe uitdagingen die een internationale en geïntegreerde aanpak vereisen, zoals de klimaatverandering, de regulering van de financiële sector en belastingsystemen. Om de multidimensionale oorzaken van armoede en ontwikkeling aan te pakken en dit binnen de ecologische grenzen van de planeet, moeten volgende basisprincipes gerespecteerd worden:
– Recht op ontwikkeling en een aanpak gebaseerd op de mensenrechten
– Gelijkheid
– Duurzaamheid
– Universaliteit
Inzet op deelterreinen
België moet er mee voor zorgen dat het toekomstige kader ambitieus is. Over een aantal deelterreinen, waaronder recht op gezondheid, waardig werk en sociale bescherming en voedsel, beschikt ons land over de nodige expertise. Daar kan het een actieve rol spelen om uitgangspunten te concretiseren en realiseerbare doelstellingen te bepalen. Bovendien moet België op een aantal andere domeinen een maximaal ondersteunende rol op zich nemen. Het moet dan niet noodzakelijk zelf initiatieven nemen, maar andere acties ondersteunen en zeker niet ondermijnen.
Haalbaarheid en uitvoerbaarheid
Het kader heeft weinig betekenis als het niet omgezet kan worden in concrete, uitvoerbare beleidsmaatregelen en als er niet voldoende en toegankelijke financiële middelen voor voorzien worden. Er is dus nood aan een overzichtelijk opvolgings- en monitoringsmechanisme.
Tot slot kan het hele kader maar werken als de bepalende actoren ter verantwoording geroepen en bijgestuurd kunnen worden. Het gaat dan zowel om privéactoren als om overheden op verschillende niveaus. Iedereen moet kunnen participeren in beslissingen die hem of haar aangaan.
Uitdagingen en gevaren
De sterke betrokkenheid van de private sector bij het post-2015-debat brengt zowel opportuniteiten als risico’s met zich mee. België kan inspelen op die kansen door te pleiten voor een transparant onderhandelingsplatform dat aan alle stakeholders verantwoording aflegt. Daarnaast moet ons land het belang van afdwingbare internationale spelregels voor bedrijven sterker benadrukken. Voor dit alles kan het zich baseren op de zopas door de minister van Ontwikkelingssamenwerking goedgekeurde strategienota voor de private sector.
Daarnaast is er het risico voor een incoherente aanpak. Een coherent beleid dat geen negatieve impact uitoefent op menselijke en duurzame ontwikkeling, is essentieel. België kan hierbij bouwen op de ervaringen die het heeft in het bieden van een antwoord op de uitdagingen van beleidscoherentie voor ontwikkeling op nationaal niveau en op de Europese ervaring en uitdagingen om de verplichtingen van het Verdrag van Lissabon om het principe van ‘policy coherence for development’ (PCD) toe te passen uit te voeren. Ons land moet deze ervaring aanwenden om het gevaar voor een onsamenhangende aanpak af te wenden.
Lees de volledige positietekst van de coalitie 2015 De Tijd Loopt. Download de PDF onderaan de pagina.