“In ontwikkelde landen kunnen presidenten herverkozen worden. En dankzij de democratisering in ons land, zal dit nu ook in El Salvador mogelijk zijn. Ik ben er zeker van dat een aantal ontwikkelde landen kritiek zullen hebben op deze beslissing. Maar het zijn niet zij die beslissen, wel het Salvadoraanse volk.”
Met die woorden kondigde Nayib Bukele, de autoritaire president van El Salvador, op Onafhankelijkheidsdag aan wat iedereen al een tijd zag aankomen. Namelijk dat hij, ondanks het uitdrukkelijk grondwettelijk verbod, zich kandidaat zal stellen voor een tweede ambtstermijn. Daarmee treedt hij in de voetsporen van zijn Latijns-Amerikaanse voorgangers Hugo Chávez, Evo Morales, Juan Orlando Hernandez en Daniel Ortega, die de grondwet van hun land lieten aanpassen om opnieuw verkozen te kunnen worden.
Nieuwe messias van El Salvador
Bukele wordt aanbeden in El Salvador. Na drie jaar beleid is zijn populariteit zelfs toegenomen. In zijn ‘slechtste’ opiniepeiling had hij 80% steun. Recente peilingen geven uitschieters tot boven 90%. Op anderhalf jaar van de volgende presidentsverkiezingen kunnen we nu al met zekerheid zeggen dat hij in 2024 opnieuw verkozen zal worden. Met een populistische aanpak en een uitgekiende communicatiestrategie heeft hij de bevolking op zijn hand.
In het begin van zijn mandaat beloofde hij de corruptie keihard aan te pakken. Heel wat politici, van zowel het linkse FMLN als het rechtse ARENA, verdwenen samen met bedrijfsleiders in de cel. Bij de bevolking, die de torenhoge corruptie kotsbeu is, kon dat op instemming rekenen. Dat ministers van Bukele ondertussen zelf gesignaleerd worden voor corruptie – en door de VS zelfs op de corruptielijst Engel geplaatst worden waardoor ze het land niet meer binnen kunnen – krijgt dan weer nauwelijks weerklank. Integendeel, Bukele schermt met een soevereiniteit- en niet-inmengingsdiscours om de interne corruptie in de doofpot te stoppen.
Ook tijdens de pandemie scoorde Nayib Bukele punten. Hij legde een drastische lockdown op nog voor de eerste besmetting opdook, maar combineerde die met financiële steun aan arme gezinnen en een verbod op ontslagen. El Salvador was de voorloper in de regio qua vaccinaties. Toen er toch onvrede opborrelde over de lockdowns en de extreme repressie – met celstraffen voor het niet respecteren ervan – bouwde Bukele de maatregelen in ijltempo af. Het is tekenend voor Bukele’s beleid: hij laat zich eerder leiden door voxpops dan door de objectieve situatie.
De president deelt gratis laptops en tablets uit aan alle leerlingen van de publieke scholen en realiseert grote infrastructuurwerken. Dat het land ondertussen een torenhoge schuldgraad en de laagste kredietwaardigheid in de regio heeft, zijn zorgen voor later. Een andere hippe maatregel was het invoeren van de bitcoin als betaalmiddel. Ondertussen is de koers van de bitcoin gekelderd en is de vraag hoeveel geldreserves het land kwijt is. Een deel ervan werd namelijk geïnvesteerd in die cryptomunt. Toch leidt dat alles niet tot kritisch vragen, want ondertussen is Bukele erin geslaagd om de mediafocus te verleggen naar zijn oorlog tegen de misdaadbendes.
Millennialdictator trekt ten strijde
Eén van zijn verkiezingsbeloftes was om het geweld en de moorden van de maras terug te dringen. Maras zijn gewelddadige misdaadbendes die grote delen van het land controleren, in het bijzonder de arme buitenwijken in de hoofdstad. Hun inkomsten halen ze hoofdzakelijk uit het afpersen van de bevolking.
De moordcijfers daalden inderdaad, dankzij een pact dat het regime had gesloten met de twee grootste bendes van het land. Ondanks de bewijzen die onderzoeksjournalisten naar boven spitten, ontkent Bukele nog steeds dat hij een ‘pact met de terroristen’ had gesloten. Na anderhalf jaar van relatieve rust, vermoordden de bendes 87 mensen. Die weekendmoorden in maart van dit jaar waren een signaal aan de regering, die volgens de bendes haar beloftes onvoldoende nakwam. Bukele greep het incident aan om de oorlog aan de maras te verklaren en de noodtoestand uit te roepen. Die laat toe om burgers te arresteren en op te sluiten zonder aanklacht of proces.
Sindsdien wordt de noodtoestand maandelijks verlengd. Ondertussen zitten ruim 50 000 verdachten in de cel, zonder dat de minimale mensenrechten gerespecteerd worden. 70 gevangenen stierven in verdachte omstandigheden in de cel. Mensenrechtenorganisaties konden van verschillende slachtoffers aantonen dat ze onschuldig waren opgepakt en niets met de bendes te maken hadden. Toch is de aanpak van de president bijzonder populair. De bevolking wordt al decennia afgeperst, het aantal moorden ligt in sommige gemeenschappen hoger dan in oorlogsgebieden en seksueel geweld is er alomtegenwoordig. In die context is het ook te begrijpen dat 95% van de bevolking achter het veiligheidsbeleid staat, zo blijkt uit onafhankelijke opiniepeilingen. Wellicht wordt de noodtoestand nog een hele tijd verlengd.
Minder ruimte voor middenveld
Kritiek komt er enkel vanuit het buitenland, mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke journalisten. Zij worden frontaal aangevallen en weggezet als ‘vriendjes van de moordenaars’. Nayib Bukele weet dat hij zijn populariteit op die manier kan bestendigen. Het georganiseerde middenveld staat erg kritisch tegenover het beleid van Bukele, maar roept dus in een woestijn. De kans is groter dat ze zichzelf marginaliseren door de kritiek op de president, dan dat ze erin slagen om de bevolking te sensibiliseren.
Van alle organisaties waar we mee werken, is het Foro Nacional de Salud (FNS) de meest uitgesproken oppositieorganisatie. Ze heeft het moeilijker om invloed uit te oefenen op het gezondheidsbeleid. Het institutioneel overleg met de gezondheidsinstanties is verdwenen en sommige afdelingen van het Gezondheidsforum slagen er niet meer in om de dialoog met het Ministerie van Gezondheid en/of gezondheidsvoorzieningen aan te gaan. De sociale controles van het FNS dreigen daardoor een maat voor niets te worden. AMSATI, dat ook deel uitmaakt van het Gezondheidsforum, slaagt er in haar interventiegemeentes wel in om zowel de sociale controle als de dialoog in stand te houden.
Een nieuwe dictator vervoegt het lijstje
Bukele controleert het parlement na een verpletterende verkiezingsoverwinning, en de rechterlijke macht door het vervroegd (en onwettig) vervangen van rechters. De politieke oppositie ligt al helemaal in de touwen. Bovendien heeft Bukele een personencultus in een modern jasje opgebouwd. Het was dus een kwestie van tijd voor hij zich aan de macht zou vastklampen, net zoals zijn collega’s in de regio.
Bukele gebruikt het argument dat politieke leiders in het Westen ook lang aan de macht kunnen blijven. Dat klopt ook. Mitterand was 14 jaar aan de macht in Frankrijk. Merkel leidde Duitsland 16 jaar lang. Rutte zit al 12 jaar op zijn stoel – and counting – en in eigen land was Martens 13 jaar premier. Toch gaat de vergelijking niet helemaal op. Naast het feit dat het meestal om premiers van coalitieregeringen ging – waar m.a.w. de macht van één politieke partij of premier veel beperkter is – gebruikten zij hun positie niet om de andere machten en instituties te annexeren, zoals nu wel gebeurt in El Salvador. In België, Nederland, Frankrijk en Duitsland heeft een langdurig premierschap niet geleid tot het uitschakelen van alle checks and balances in het systeem. Het ‘hyperpresidentieel’ systeem dat Bukele aan het uitbouwen is, heeft dan ook meer gelijkenissen met het Frankrijk van ‘l’état, c’est moi’ van Louis XIV, dan met pakweg het Duitsland van Merkel.
Er zit ironie in het feit dat Nayib Bukele dezelfde argumenten gebruikt om zijn herverkiezing te rechtvaardigen als linkse voorgangers op het continent. Want eerlijk is eerlijk, tot nu toe waren het Chávez, Morales, Correa, Ortega en Zelaya die zich met wisselend succes aan de macht probeerden vast te klampen (met JOH in Honduras als rechtse uitzondering op de regel). De coördinatie van sociale bewegingen in El Salvador reageerde op Bukele met een persmededeling, fulminerend dat “de herverkiezing een typisch kenmerk van een dictatuur is, een stap achteruit voor de democratie”. Ze roept de bevolking op om in opstand te komen tegen de dictatuur. Nochtans had de linkerzijde weinig problemen – en deelde zelfs het discours – in Venezuela en Bolivia. Overigens ook ondergetekende.
Alternatieven voor Centraal-Amerika?
Misschien noopt het voorbeeld in El Salvador wel tot zelfreflectie. Gabriel Boric, de jonge linkse president van Chili, geeft alvast het goede voorbeeld. In zijn toespraak op de Verenigde Naties vestigde hij de aandacht op de situatie van de politieke gevangenen in Nicaragua. Hij stelt duidelijk dat links geen dubbele moraal mag hebben wanneer het over democratie en mensenrechten gaat. Je verliest alle geloofwaardigheid als je harde kritiek levert op Bolsonaro’s Brazilië, maar zwijgt over Nicaragua. Op dezelfde manier kun je niet fulmineren tegen een Bukele die de grondwet aan zijn laars lapt, maar het wel goedpraten als Morales dat doet met exact dezelfde argumenten. Hopelijk krijgt de opstelling van Boric meer navolging in het continent, zeker nu links er terug overwinningen boekt.
Ook de Uruguayaanse ex-president Jose ‘Pepe’ Mujica kan een inspiratiebron zijn. Toen hem gevraagd werd om zich net zoals zijn linkse collega’s opnieuw kandidaat te stellen, antwoordde hij dat dat niet slim zou zijn, omdat er onder een grote boom alleen schaduw is en niets nieuws kan groeien. En dat de beste leiders niet deze zijn het meeste doen, maar zij die in staat zijn om zich te laten vervangen. De voorbeelden in de zusterlanden op het continent lijken hem gelijk te geven.
Lees ook
In de aanloop naar 10 december, de Dag van de mensenrechten, vestigen we de aandacht op de afnemende ruimte voor het middenveld in enkele landen waar we actief zijn. Ontdek hieronder de andere verhalen.