Organisaties uit het middenveld waarschuwen echter voor de vele negatieve gevolgen die een goedkeuring van de vrijhandelsakkoorden met zich zou kunnen meebrengen. Zo wordt er bijvoorbeeld met arbeids- of milieubescherming amper rekening gehouden, aangezien er niet voorzien wordt in sancties voor wie deze rechten schendt in functie van commerciële belangen.
“Het respect voor de arbeidsrechten is uit het akkoord zelf gehouden. Enkel in de bijlagen is er sprake van respect voor sociale en arbeidsrechten. Dat verzwakt heel sterk het belang van deze clausule”, aldus Francisco Martinez, zelfstandig consulent die de suikervakbonden in Centraal-Amerika waar ook fos mee samenwerkt, met raad en daad bijstaat.De suikerrietsector in Centraal-Amerika is een van de sectoren die behoorlijk wat invloed zouden kunnen ondervinden van een Associatieakkoord tussen de EU en Centraal-Amerika.
Guatemala voorop, maar ook Nicaragua, Honduras en El Salvador zijn belangrijke suikerproducenten. Voor de nationale economie is deze sector heel belangrijk. De grootste uitvoerbestemmingen zijn de Verenigde Staten, China, India, Taiwan en ook Mexico, sinds dat de uitvoer vanuit Brazilië fel is gedaald. Tot op vandaag belet Europa de invoer van suiker vanuit Centraal-Amerika. Het Associatieakkoord zou de deur openzetten. Vanuit Nicaragua is er weinig interesse. Honduras, El Salvador en Guatemala zien het echter wel zitten hun suiker op onze markt te brengen.
Suiker: een rendabel product
Eén van de redenen voor deze groeiende interesse is de prijs van suiker. De prijs voor een zak suiker van 60 kg is op de wereldmarkt sinds begin 2010 van 140 USD gestegen naar 260 USD eind 2011. Het aanbod aan suiker is de laatste jaren fel gedaald. Een belangrijke oorzaak is de daling met 35% van de suikerproductie in Australië. Daarnaast heeft Brazilië gekozen voor de productie van bio-ethanol uit suikerriet. Daar tegenover staat de toch nog groeiende vraag naar suiker. Voor de eerstkomende jaren lijkt een goede prijs op de wereldmarkt wel gegarandeerd.
De sterke bedrijven eten de kleine op
De gunstige prijzen voor suiker op de wereldmarkt zet de grote agrobedrijven aan om meer te investeren in suikerrietplantages. De suikersector in Centraal-Amerika kent een toenemende concentratie in een beperkt aantal financiële groepen. Grote financiële groepen zoals Pellas uit Nicaragua en Pantaleón uit Guatemala zijn al ruim 10 jaar bezig aan hun offensief om aandelen en gronden in eigen land en ook in de buurlanden op te kopen. Deze twee groepen zijn duidelijk de marktleiders, en dan vooral Pantaleón dat onlangs ook nog een suikerbedrijf in Mexico opkocht en nu suikerbedrijven in Mexico, Guatemala ( 2), Honduras, Nicaragua en Brazilië bezit. In Honduras koopt CAHSA andere bedrijven op en in El Salvador doet El Angel hetzelfde. In dit laatste land controleren de groepen El Angel en CASSA al ruim 75% van de productie. Als de drie overige bedrijven er niet in slagen om zich te moderniseren, zullen ze van de markt weggeconcurreerd worden.
De palmolie-industrie verhoogt de druk op landbouwland
De laatste jaren neemt ook de vraag naar biodiesel op de wereldmarkt enorm toe. Maar deze toenemende vraag naar groene energie betekent geenszins een groene, propere economie. Net als in andere continenten ziet Centraal-Amerika de investeringen in palmolieplantages elk jaar groeien. “De groene goudkoorts heeft ertoe geleid dat in de laatste 10 jaar 29% landbouwgrond en 20% bossen werden opgeofferd voor de palmplantages”, aldus Alberto Alonso-Fradejas van CONGCOOP, de coördinatie van ngo’s en coöperatieven van Guatemala op een congres georganiseerd door CIFCA, ALOP, Grupo Sur en OIDHACO. De enorme hoeveelheden water die deze agro-industrieën bovendien verbruiken, zijn op termijn onhoudbaar. “De Associatieakkoorden bevatten geen concrete mechanismes om de problemen die voortvloeien uit de expansie van de suikerriet- en palmplantages op te volgen en aan te klagen.”
Vakbondsrechten, Mensenrechten: weg ermee!
Naast de zware druk op het milieu die de expansie van de agro-industrie met zich zal meebrengen, zijn ook de sociale en arbeidsomstandigheden waarin deze expansie zal gebeuren alles behalve gunstig. Enkele voorbeelden:
In Bajo Aguan in Honduras strijden de boeren al jaren voor het behoud van hun gronden tegen een grootgrondbezitter die er een plantage met Afrikaanse palmbomen wil aanleggen. Sinds september 2009 werden 48 boeren en een journalist, die zich inzetten voor de zaak, vermoord.
Op 3 augustus 2012 werd Angel Alfonso Tzul vermoord. Angel was een actieve vakbondsleider in Guatemala die streed tegen de schending van de vakbondsrechten op het suikerbedrijf waar hij werkte. Het bedrijf ‘Palo Gordo s.a.’ begon alle arbeiders te ontslaan die weigerden hun lidmaatschap bij de vakbond op te zeggen. Hierop heeft de vakbond UNSITRAGUA een klacht ingediend, die nu beantwoord wordt door een misdadige repressie.
Veel suikerbedrijven, weinig vakbonden
Dit zijn enkele extreme voorbeelden, maar de repressie hoeft niet altijd zulke extreme vormen aan te nemen om effectief te zijn. Het anti-syndicaal klimaat spreekt al uit het beperkt aantal suikerbedrijven in Centraal-Amerika waar een vakbond actief is. Nicaragua mag zich een goede leerling noemen, met 3 vakbonden op 4 bedrijven. In El Salvador en Honduras is amper in de helft van bedrijven een vakbond actief. In Guatemala, het land met de meeste (12 bedrijven) en de grootste suikerbedrijven, het land met de grootste tewerkstelling, krijgt de enige vakbond het mes op de keel.
Onderaanneming als anti-syndicale strategie
Een anti-syndicale strategie die men steeds vaker ziet opduiken is die van onderaanneming.
In 2007 trokken de voorzitter en de president van de suikervakbond SITIAMASH naar het departement Choluteca in Honduras om contact te zoeken met de arbeiders van het suikerbedrijf La Grecia. Wanneer het bedrijf vernam dat arbeiders van hun bedrijf contact met een vakbond hadden, wachtte het nog tot de suikerrietkap volledig gedaan was. Daarna werd iedereen uitbetaald en buiten gezet. Sindsdien werkt het bedrijf alleen nog via onderaanneming. Het bedrijf is nu opgedeeld in een aantal bedrijfseenheden, en elke eenheid is toegewezen aan een andere onderaannemer. La Grecia zelf heeft geen enkele werknemer meer rechtstreeks in dienst, niet permanent, niet tijdelijk. Op die manier ontloopt het management van La Grecia de verantwoordelijkheid voor haar werknemers en omzeilt het de arbeidswetgeving.
Sociaal beleid als alibi
In de Ingenio Tres Valles (in het centrum van Honduras) gelden dan weer andere omstandigheden die het organiseren van vakbonden moeilijk maakt. Het bedrijf hecht veel belang aan kwaliteitslabels; daarom heeft het een aantal sociale maatregelen genomen zoals slaapvertrekken voor de suikerrietkappers, beurzen voor kinderen van de werknemers, enz. Maar een vakbond is er niet. De personeelsdienst organiseert alles, ook sociale dienstverlening. Dat is dan ook de boodschap die het bedrijf uitdraagt: de arbeiders hier zijn tevreden, een vakbond is overbodig.
Heel wat suikerbedrijven pakken tegenwoordig uit met een label voor social responsability of duurzaamheid. De suikersector heeft er veel voor over om haar imago zuiver te houden. De export naar het buitenland is daar te belangrijk voor. Bedrijven als Coca Cola en Nestlé bijvoorbeeld doen permanent controle op de kwaliteit en de productieprocessen, want zij zijn gevoelig voor mogelijke kritiek van de consumenten. Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat vakbondsvrijheid niet als criterium voor het toekennen van dergelijke certificaten wordt gehanteerd.
Noé Neri, algemene secretaris van de vakbond STEIA in El Salvador bevestigt dat de bedrijven de sociale projecten misbruiken om de facto de aanwezigheid van een vakbond overbodig te maken. “Inderdaad, in bedrijven waar geen vakbonden zijn, zien we dat ze deze sociale projecten zien als de magische oplossing om te voorkomen dat arbeiders zich gaan organiseren.”
Neen tegen het Associatieakkoord!
De conclusie van Noé Neri: “Het Associatieakkoord tussen de EU en de landen van Centraal-Amerika voorziet de uitvoer van tussen de 150.000 en 160.000 ton suiker voor heel de regio. In dit kader wil ik toch wel aanklagen dat heel wat bedrijven een loopje nemen met de vakbondsvrijheid en de arbeiders verbieden om zich in een vakbond te organiseren. Ik roep daarom de EU en de bevriende organisaties op om de situatie eens in kaart te brengen, zodat duidelijk wordt welke bedrijven vakbonden toelaten en welke niet. Het is onaanvaardbaar dat de EU suiker zou invoeren van bedrijven die de fundamentele vakbondsrechten niet respecteren.”
CIFCA, een internationaal netwerk van ngo’s waaronder fos, volgt al jaren de onderhandelingen over de Associatieakkoorden op. Ook hun conclusie is duidelijk: “het Europees Parlement mag het akkoord niet goedkeuren, omdat de bevolking van Centraal-Amerika er de dupe van zal worden, omdat de zware sociale en ecologische impact niet in rekening wordt genomen.”
In oktober werd een persconferentie gehouden om nogmaals aan te tonen wat de echte prijs zal zijn van commerciële akkoorden tussen de EU enerzijds en Colombia en Centraal-Amerika anderzijds. Bekijk het videoverslag:
Meer info: Druk op landbouwland verhoogt
Meer info: Strijd van de boeren van Bajo Aguán