Ook de shirts van de Rode Duivels zijn ‘made in Bangladesh’

Adidas, Puma en de industriële elite in Bangladesh verdienen miljoenen aan uw supporterstruitje, terwijl de kledingarbeidsters aan een hongerloon moeten werken, stelt Sara Ceustermans. Zij is coördinator van de Schone Kleren Campagne.

CategorieNieuws

Textielfabrikanten in Bangladesh hebben voor minstens 500 miljoen dollar bestellingen gekregen voor supporterstruitjes voor het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië. Adidas, Puma en de industriële elite in Bangladesh verdienen miljoenen aan uw supporterstruitje, terwijl de kledingarbeidsters aan een hongerloon moeten werken. De internationale kledingbedrijven zijn daar mee verantwoordelijk voor.

De supporterstruitjes voor vrijwel alle teams die meedoen aan het WK worden in Bangladesh geproduceerd. Ook die van de Rode Duivels. De winsten van de grote kledingmerken en de Bengaalse textielfabrikanten staan in schril contrast met het minimumloon van de kledingarbeidsters van amper 50 euro per maand: de prijs van een WK-shirt. Dat is ook in Bangladesh veel te weinig: de helft van het loon gaat naar de huur van niet veel meer dan een krot. Werkdagen van 15 uur per dag zijn geen uitzondering. Zelfs al zou het Bengaalse elftal meedoen aan het WK, de textielarbeidsters zouden geen tijd hebben om te kijken.

De lage lonen en onmenselijk lange werkdagen zijn het gevolg van de druk van de internationale kledingbedrijven op de productiefabrieken om tegen steeds lagere prijzen te werken. De kledingbedrijven spelen de bal graag door naar de overheid, die maar voor hogere wettelijke minimumlonen moet zorgen. De eisen van de lokale vakbonden worden daarbij straal genegeerd.

Geen boycot
Dat betekent niet dat u als supporter geen truitje van Kompany, made in Bangladesh, meer mag kopen. Van de totale exportwaarde van Bangladesh bestaat 80 procent uit kleding en textiel. De sector biedt meer dan 4 miljoen mensen werk. Een boycot is dus geen goed idee.
Het betekent wél dat de kledingbedrijven zich niet meer mogen verschuilen achter de Bengaalse overheid. Ongeveer 1 procent van de winkelprijs van een T-shirt gaat naar de stikster die het in elkaar gezet heeft. De kledingsector draait alleen al in Europa een omzet van 34 miljard euro per jaar. Een verdubbeling van het loon van de kledingarbeidster zal echt geen bedreiging vormen voor hun winstmarges.

Auteur: Sara Ceustermans