“ ‘t Helpt niet om op mechanieken te vitten, ’t is daar niet dat het kwaad hem zit. ’t Volk moet de machine bezitten, opdat ‘t zijn volle loon geniet.” Elk jaar opnieuw galmen die leuzen door het Walter de Buckplein tijdens de Gentse Feesten. Een terugkerend hoogtepunt op de openingsdag van mijn geliefde volksfeest.
Geschiedenisboeken
Het stakerslied ‘de vier getouwen’ is geschreven in de 19e eeuw. Het is een herinnering aan hoe rijk onze arbeidersklasse is. Rijk aan geschiedenis van rebelsheid en protest, maar evengoed rijk aan cultuur. Want een lied dat complexe thema’s aankaart waar we als maatschappij 150 jaar later nog mee worstelen, is een lied dat in de geschiedenisboeken thuishoort. Misschien iets om te tippen aan de uitverkorenen die van de Vlaamse regering de ankerpunten uit onze cultuur en geschiedenis moeten vastleggen in het Vlaamse Canon?
De vier getouwen is alleszins een ankerpunt. Het was een evergreen van de Gentse wevers. Ze verenigden zich in de eerste Belgische vakbond, de Broederlijke Maatschappij der Wevers, die later met de vakbond van de spinners zou uitgroeien tot de socialistische vakbond die we vandaag het ABVV noemen. Het lied werpt dus een blik in de oerstrijdpunten van het Belgische en Vlaamse sociaal protest.
Concurreren
Zo gaat het nummer in essentie over een eeuwenoud fenomeen: arbeid verandert. Hoe we werken, wanneer we werken, de technologieën die we hanteren en de omgeving waarin we actief zijn, het staat allemaal niet stil. De komst van een nieuwe technologie in de weefgetouwenindustrie, zorgde in de 19e eeuw voor een enorme productiviteitsverhoging. Maar wat als die ten koste gaat van werkkwaliteit en loon? Het zette herverdeling, solidariteit en klassenbewustzijn via cultuur en protest op de agenda.
Vandaag horen we dat innovatie en handel het hoogste goed zijn. Het is zo belangrijk dat waardig werk bijzaak is. Grote bedrijven, CEO’s en hun lobbylegers klagen intussen verder over hoe moeilijk het voor hen is. Desondanks blijven ze de winsten opstapelen. “De rijke kan niet concurreren. Al honderd jaar is ’t zelfste lied. Maar op feest en bals floreren op ’t werkmanszweet, dat hindert niet”, beschrijft de vier getouwen pamfletarisch.
Niemand is tegen technologie en verandering. Maar die moeten een positieve impact hebben op de samenleving
De jobs die we willen
“Zijn dit de jobs die we willen?”, is de vraag die de najaarscampagne van FOS opwerpt. De affiche toont hoe ‘vernieuwende’ hyperflexibele arbeid, samen met nieuwe vormen van bedrijfsvoering tot uitbuiting leiden. Vandaag herbeleven we het stakingslied. Innovatie zorgt voor wel voor productiviteitsverhoging en groei, maar we laten toe dat het sommigen naar de rand van de samenleving duwt. Toch zijn we geen luddieten: niemand is tegen technologie en verandering. Maar die moeten een positieve impact hebben op de samenleving.
Gelukkig moeten we niet ver zoeken naar antwoorden en doen zoals 150 jaar geleden: onze schouders zetten achter een nieuwe lokale en internationale sociale strijd voor waardig werk. Solidariteit, ook over de grenzen heen, heeft daarbij een belangrijke rol te spelen. Door samen te werken en mondiaal een tegenmacht te vormen, nemen we onze toekomst in handen. Want zoals de Gentse wevers, Karel Waeri en later Walter de Buck zongen: “Zonder ons kunnen de rijken toch niet leven.”
De integrale tekst van de vier getouwen:
Wevers, der is iets aan ’t broeien
Voelde niet die hongerpijn
Op vier getouwen gade knoeien
Als ge laf genoeg zult zijnNee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doen
Nee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doenWant zonder ons kunnen de rijken toch nie leven
Zonder ons kunnen de rijken niet bestaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaanDe rijke kan niet concurreren
Al honderd jaar is ’t zelfste lied
Maar op feest en bals floreren
Op ’t werkmanszweet, datten hindert nietNee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doen
Nee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doenWant zonder ons kunnen de rijken toch nie leven
Zonder ons kunnen de rijken niet bestaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaanAls ge op vier getouwen gaat knoeien
Valt de helft der wevers zonder brood
Die keunen dan de straat opdraven
Tot kwaad gedoemd of hongersdoodNee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doen
Nee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doenWant zonder ons kunnen de rijken toch nie leven
Zonder ons kunnen de rijken niet bestaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaan’t Helpt niet op mekanieken vitten
’t Is daar niet dat ’t kwaad hem zit
’t Volk moet de machienen bezitten
Opdat ’t zijn volle loon genietNee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doen
Nee nee, nee nee, kapoen nee
Nee, wij gaan dat hier niet doenWant zonder ons kunnen de rijken toch nie leven
Zonder ons kunnen de rijken niet bestaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaan
Waarvore zouden we ons beste krachten geven
Als we staken is ’t mee ulder ook gedaan