Meten is weten, maar wat als we niet over cijfers beschikken? In Ecuador is seksuele intimidatie op de werkvloer een wijdverspreid probleem, maar er bestaat amper onderzoek over. Door het gebrek aan data en statistieken, is er geen beleid om het probleem aan te pakken. Seksuele intimidatie op de werkvloer verdwijnt zo onder de noemer ‘pesterijen op de werkplek’. Op die manier blijft het probleem onzichtbaar en is er amper aandacht voor.
Ongelijkheid
Seksisme, intimidatie en geweld treffen vooral vrouwen in kwetsbare posities, of wanneer zij gezien worden als concurrentie binnen een bedrijf. Het feit dat intimidatie en geweld op de werkvloer vooral vrouwen treft, onderstreept het verschil met pesterijen op het werk. Het uiteindelijke doel van seksuele intimidatie op de werkvloer is het creëren van een ondergeschiktheid. Van zodra een vrouwelijke arbeider seksuele gunsten verleent in ruil voor haar stabiliteit op het werk, verkeert ze in een extreem ondergeschikte situatie.
De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) hanteert duidelijke definities over seksuele intimidatie op de werkvloer. Het gaat over “aanhoudende voorstellen, aanrakingen, benaderingen of ongewenste uitnodigingen van seksuele aard, afkomstig van een leidinggevende of een collega, die rechtstreeks een impact heeft op de werkgelegenheid en de arbeidsomstandigheden, en die ook gevolgen hebben voor de slachtoffers, zowel psychologisch als emotioneel.” De definitie van de IAO legt de nadruk op discriminatie op basis van gender. Het is een problematiek die nauw samenhangt met sociaal-economische rollen van mannen en vrouwen in de maatschappij, en dus met hun positie op de werkvloer.
Volgens een onderzoek uit 2019 heeft maar liefst 20 van de 100 Ecuadoraanse vrouwen boven de 15 jaar heeft al een vorm van geweld moeten doorstaan. Dat kan zowel seksueel, psychologisch als fysiek geweld zijn. Bij 6,8% van de gevallen gaat het over geweld op de werkvloer, en maar liefst 97% van die vrouwen hebben dat niet gemeld of klacht ingediend. Iets meer dan de helft heeft het wel toevertrouwd aan een naaste.
Nieuwe cijfers
Gezondheidsorganisatie Surkuna, waar FOS in Ecuador mee samenwerkt, verrichte samen met de organisatie Memoria een nieuw onderzoek naar geweld op de werkvloer in 2020. Het onderzoek richtte zich specifiek op arbeiders aangesloten bij Ecuadoraanse vakbondskoepel CEDOCUT.
In totaal werden 65 werknemers geïnterviewd, van wie 51 mannen, 13 vrouwen en één iemand die zich niet identificeerde als man of vrouw. De resultaten waren opvallend. Meer dan 98% van de ondervraagden gaf aan nooit enige vorm van seksueel geweld te hebben ervaren. Wanneer er meer specifieke vragen werden gesteld gaf 6% aan dat ze ooit berichtjes, afbeeldingen of video´s met seksuele inhoud hebben ontvangen in werkchats. Een kleine 5% heeft ooit grappen, opmerkingen, gebaren of blikken van seksueel beledigende aard ontvangen.
De antwoorden tonen aan dat het moeilijk is om seksueel geweld te benoemen, maar bewijzen ook dat arbeiders in staat zijn om specifieke situaties van seksueel geweld te herkennen. Het is een herkenbaar patroon in arbeidsplaatsen waar overwegend mannen actief zijn. Bepaalde acties of handelingen worden genormaliseerd en niet benaderd als seksueel geweld. Het ontvangen van seksueel getinte afbeeldingen in werkchats is nu eenmaal deel van de realiteit of sfeer, zeg maar.
De resultaten van het onderzoek bevestigen hoe moeilijk het is om seksueel geweld op de werkvloer aan te kaarten. Van alle geïnterviewde arbeiders waren het alleen mannen die erkenden dat seksueel geweld op de werkvloer bestaat. Geen enkele vrouw antwoordde positief op de vraag of er sprake was van seksueel geweld, ook niet bij meer specifieke vragen. Dat stilzwijgen is een gevolg van de vijandige sociale context. Heel vaak wordt er met beschuldigende vinger richting slachtoffers gewezen. Er wordt helemaal niet stilgestaan bij de machtsrelaties waardoor slachtoffers laten betijen. Dat veel vrouwen antwoordden dat men “geen seksueel geweld ervoer of ervaart” is ook het gevolg van de normalisering van het geweld.
“Een collega-verpleegster werd belaagd door een administratief medewerker. De man wachtte haar steeds op, in de refter, in de gang, aan de uitgang. Hij paste zijn werkschema aan om haar te stalken.
We hebben uiteindelijk alles kunnen vastleggen op film en de man werd ontslagen. Plots kwamen ook andere vrouwen met dezelfde klachten naar voren. We vroegen ze waarom ze hier nooit over hadden gepraat. Uit angst, was het antwoord. Pas toen er stappen werden gezet, vonden ze de moed om hem aan te klagen.”
Politieke stappen
Het is tijd dat het beleid focust op gendergelijkheid op de werkvloer. Werkgevers moeten in overleg met werknemers en vakbonden sectoroverschrijdende maatregelen nemen. Vorming en sensibilisering over seksueel geweld op de werkvloer zijn een belangrijke eerste stap.
Het is daarnaast belangrijk dat Ecuador Conventie 190 van de IAO inzake geweld op de werkvloer aanneemt en passende wetgeving uitwerkt. Een duidelijk wettelijk kader is essentieel voor werknemers om klachten te durven en kunnen indienen.
Ten slotte moeten ook vakbonden zich verdiepen in de materie. Ze moeten hun organisatiestructuren gendergevoelig maken en zo hun organisaties democratiseren. Dat zal hen meer in staat stellen om de problematiek te identificeren en seksueel geweld op de werkvloer radicaal aan te pakken.
Dit artikel is een bijdrage van Stephanie Altamirano en Jorge Santacruz van het ‘Memoria’ Centro de Estudios del Trabajo in Ecuador. Vertaling is verzorgd door Jo Vervecken.