Overleven is een vorm van verzet

Het vraagt geloof, geduld en wilskracht om de wereld te veranderen. In conflictgebieden vraagt het meer dan dat. Palestina is zo een land. “To exist is to resist” staat er geschreven op de muur. Het dagelijks leven is een strijd op zich.

CategorieNieuws

Conflictgebieden zijn meestal ook broedplaatsen van armoede. Vaak heerst er wetteloosheid en is de mens aan zijn lot overgelaten. Ook op vlak van arbeidsrechten – al zijn die in Palestina wettelijk vastgelegd.

Werken aan kolonisatie
Arbeidsplaatsen zijn schaars. Dat drijft Palestijnen naar de Israëlische nederzettingen. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie zijn er ongeveer 60.000 Palestijnen die, al dan niet clandestien, de kost verdienen in de nederzettingen. Daardoor werken ze indirect mee aan de kolonisatie van hun land. “Werken in de nederzettingen is in strijd met onze nationale belangen. We willen voorkomen dat de Palestijnen deel uitmaken van de nederzettingen en de economie ervan. We hebben een nationale kwestie die zegt dat vrede en kolonisatie twee zaken zijn die niet samen kunnen gaan,” aldus Hasan Abu Lebdeh, de Palestijnse minister van Economie.

Het is moeilijk voor de Palestijnse arbeiders om hun werk te behouden of ander werk te vinden onder de huidige omstandigheden. Arbeider Mohammad Salfeeti werkt in de nederzettingen voor een dagloon van omgerekend 30 tot 40 euro. In Palestina verdiende hij 10 euro per dag. “Het is duidelijk dat het inkomen uit mijn werk in de nederzetting mij helpt om aan de behoeften van mijn gezin te voldoen. Maar het put mijn ziel en zelfrespect uit. Als ik een baan vind, ook voor de helft van mijn huidige loon en een ziekteverzekering in Salfeet of een nabijgelegen stad, zou ik onmiddellijk stoppen met werken in de nederzetting.”

Traumatische ervaring
Dit soort situaties veroorzaakt wanhoop en frustraties. Grenzen en checkpoints passeren is voor deze werknemers een vernederende ervaring die ze elke dag moeten trotseren. Ook misbruik, illegale arrestaties en deportaties zijn hun deel. Op het werk zien ze hun rechten geschonden door de meeste Israëlische werkgevers. Op papier hebben ze het recht om hun eigen vakbonden te organiseren of aan te sluiten bij een Israëlische vakbond. Maar die heeft vaak geen oren naar de noden van Palestijnse werknemers. En een eigen vakbond oprichten is niet zo evident als het klinkt.

Werk aan eigen winkel
Het Palestijnse volk en werknemers in het bijzonder, zijn het slachtoffer van uitbuiting en van de bezetting. Er is nog een lange weg af te leggen om de inbreuken weg te werken. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor de Palestijnse vakbeweging. Maar dat geldt ook voor de strijd voor betere leefomstandigheden en arbeidsregels in Palestina zelf.

Slechts 53,5% van de werknemers in de privésector heeft een contract met zijn werkgever, volgens cijfers uit 2011 van het Palestijns Centraal Bureau voor Statistiek. De arbeidswetgeving voorziet maar een minimale sociale bescherming. Nog geen kwart van de werknemers had recht op pensioen, of kreeg een uitkering in geval van ziekte.

Maar vakbonden groeien in belang en zetelen in overlegorganen van de Palestijnse overheid. Daardoor vinden ze meer gehoor voor de zorgen van de werknemers. Zo heeft een van de grootste vakbondskoepels, PGFTU, de strijd voor minimumlonen in gang gezet om werknemers te beschermen tegen hongerlonen. Ze zitten daarover rond de tafel met het ministerie van arbeid. Ook heeft PGFTU veel kritiek geuit op het nieuwe wetsvoorstel dat de arbeidsverhoudingen en de organisatie van de vakbonden regelt. Volgens het voorstel moeten vakbonden twee weken op voorhand stakingen en andere acties aankondigen. Anders kunnen ze geconfronteerd worden met disciplinaire maatregelen. Een inbreuk op de vrijheid van vereniging en het recht op collectief onderhandelen, volgens de vakbondskoepel.

Op de werkvloer
Natuurlijk spelen vakbonden ook op de werkvloer een belangrijke rol. Ze zijn een aanspreekpunt voor de werknemers bij problemen met de werkgever. Ze bemiddelen in conflicten en indien dat niet volstaat, staan ze werknemers juridisch bij.
Zo’n vakbond is PUPW, de Palestijnse centrale van de petrochemische sector, aangesloten bij PGFTU en partner van fos. In deze relatief nieuwe sector werken volgens Palestijnse statistieken 21.540 mensen. De syndicalisatiegraad is laag. Het is voor PUPW een uitdaging om deze mensen te bereiken en te organiseren met zeer beperkte middelen. Via bedrijfsbezoeken onderhouden ze contacten met werknemers. Deze bezoeken bevorderen de interne democratie en inspraak van de leden. Het is voor werknemers ook een aanmoediging om zich aan te sluiten bij een vakbond.

Belgische werknemers solidair
Een georganiseerde strijd voor fundamentele rechten en vrijheden is broodnodig. Samen met andere sociale bewegingen oefent de vakbeweging druk uit om Palestina te democratiseren. Waardig werk, uitvoering van de arbeidswetgeving en een stelsel van sociale bescherming dat rechtvaardigheid en gelijkheid garandeert: dat is wat ze willen. Dit zal de Palestijnen sterker maken om als volk verder te strijden voor een vrij en onafhankelijk Palestina.

In die strijd komt internationale solidariteit zeker te pas. fos steunt de syndicale krachten die werken aan de uitbouw van een representatieve vakbeweging. En op initiatief van de Algemene Centrale keurde het federaal congres van het ABVV in 2010 een motie goed over de Israëlische vakbond Histadrut. De motie stelt dat Histadrut de syndicale deontologie niet respecteert door Palestijnse arbeiders te discrimineren. En dat bijgevolg deze vakbond moet worden uitgesloten van het Internationaal Vakverbond zolang het zijn houding niet verandert. Zo tonen ook Belgische werknemers zich solidair.