Auteur: Sandra De la Cruz Elescano | Vertaler: Felix De Witte
_________________________________________________________
April 2021, het leek wel een oude ansichtkaart: een landelijke klasleraar stapte te paard de hoofdstad Lima binnen, vergezeld door een menigte van vrouwen en mannen uit alle uithoeken van Peru. Het deed terugdenken aan de montoneros, inheemse boeren die zich begin de 19e eeuw bewapenden om mee te vechten voor de onafhankelijkheid van Peru. Maar deze keer waren het geen onbekenden, en was de verbijstering niet zo groot bij de hoofdstedelingen.
Er leek iets op til in het land van de economische mirakels, op weg naar toetreding tot de rijkeluiclub van de OESO. De covid-19-pandemie gooide het land terug in de tijd, de macro-economische cijfers vertoonden geen mirakels meer. Een boer die lager onderwijs gaf aan straatarme kinderen in een onooglijk dorpje in Cajamarca, betrad te paard de belangrijkste pleinen van Lima, om een belangrijke en onomkeerbare omwenteling in het land af te dwingen.
Het 20 jaar durend economisch succesverhaal kon de plaag van covid-19 niet tegenhouden in Peru, dat een ondergefinancierd, gefragmenteerd en verwaarloosd gezondheidssysteem heeft. Met grote delen van de bevolking zonder een waardige woning om zich te isoleren en beschermen. Met 75% die in de informele sector werkt. Covid-19 sloeg genadeloos toe en eiste meer dan 200.000 doden in Peru, het hoogste dodental per capita ter wereld.
Deze diepe sociale, menselijke en morele crisis stelde meer dan ooit de brede kloven en ongelijkheden in vraag, die het neoliberale model sinds de jaren negentig opdrong. Hiermee waren de voorwaarden vervuld voor een wraakoefening tegen deze koloniale soort discriminatie. De armste lagen van de maatschappij, het zwaarst getroffen door de pandemie, beslisten om te stemmen voor een kandidaat met een radicaal en populair discours.
Nieuwe sociale klasse aan de macht
De armste bevolkingsgroepen buiten de hoofdstad kozen in april 2021 bij de eerste stemronde van de presidentsverkiezingen massaal voor de kandidaat Pedro Castillo en zijn partij Peru Libre. De succesformule bestond erin een grondwetswijziging te beloven en de strenge beperkingen wegens covid-19 af te schaffen. Dat schiep grote verwachtingen bij de meerderheid van informelen, die elke dag de straat op moeten om hun brood te verdienen, covid of geen covid.
Dit was vooral het geval bij de afstammelingen van de inheemse boeren, die na de landhervorming door generaal Velasco in 1969 het feodale landbezit afgeschaft zagen en toegang verkregen tot een lapje grond en de opbouw van een klein kapitaal, in sommige gevallen zelfs een groot fortuin. Veel decennia later vormen ze een opwaartse sociale klasse die politieke ambities vertoont. Ze waren lang actief buiten de formele staatsstructuren, maar tegelijk de klasse die de (informele) economie veruit het meest leven inblies.
De jongste twee decennia slaagden ze er ook in binnen te dringen in de staat, door zowel linkse als rechtse politieke partijen te vormen. Daarmee kwamen ze in botsing met de oude hoofdstedelijke elite van Europese oorsprong, die sinds de onafhankelijkheid het staatsbewind stevig in handen hield. De nieuwe rijken, van sterk uiteenlopende politieke strekkingen, namen actief deel aan het verkiezingsproces in 2021.
Pedro Castillo versloeg in de tweede stemronde in juni 2021 Keiko Fujimori, dochter van de ex-dictator Alberto Fujimori, die het neoliberale model invoerde in Peru. Dit betekende een overwinning van een deel deze nieuwe sociale klasse, met een radicaal links discours. Het was de triomf van het provinciale volkse links tegen de stevig verankerde ouderwetse elite van Lima.
Peru Libre (de partij van Castillo) en haar belangrijke partijtak van stedelijke en landelijke klasleraars zouden het in die tweede stemronde nooit gehaald hebben zonder een brede politieke en electorale frontvorming. Daarin hadden niet enkel andere linkse en volkse partijen hun plaats, maar ook andere progressieve, liberale en democratische partijen. Het gemeenschappelijke doel was een terugkeer aan de macht van het bijna fascistische fujimorisme onder Keiko te vermijden.
Rechts komt in het geweer
De overwinning van Castillo werd pas erg laat erkend door de kiesinstanties, kort voor zijn eedaflegging op 28 juli. Rechts koos resoluut voor een campagne van sociale en economische ondermijning, die diverse fases en pieken kende. In eerste instantie verenigden diverse rechtse en ultraconservatieve kringen zich in hun klaagzang over kiesfraude. Via allerlei juridische kunstgrepen probeerden ze de kiesuitslag te verwerpen. Castillo begon zijn bewind dus in volle crisis, met een krachtig tegenoffensief van het grote mediamonopolie, dat zijn legitimiteit in vraag stelde.
Dit verergerde nog met de benoeming van de eerste regering, onder leiding van premier Guido Bellido (Peru Libre). Die belichaamde niet de verkiezingszege van Castillo. De kans op een democratisch en progressief eenheidsfront werd ondermijnd door Castillo zelf, en ook door de linkse partijen. Die gaven immers geen voorrang aan de broodnodige sociale en economische hervormingen, maar wel aan een grondwetsherziening. Daar is geen breed draagvlak voor in Peru en is eigenlijk een puur legalistische aanpak, terwijl er veel dringende noden zijn. Zonder de nodige steun in het parlement en met de oppositie van de media verzeilde het pleidooi voor een nieuwe grondwet in een sukkelstraatje.
Pedro Castillo koos daarop voor een tweede regeringsploeg, zonder kopstukken van de partij die hem aan de macht bracht (Peru Libre), maar wel van diverse andere progressieve en democratische strekkingen. Daarmee verzandde hij echter in een conflict met zijn eigen partij, die grotendeels bestaat uit de hierboven vermelde nieuwe sociale sectoren met een radicaal links discours. Ze kozen ervoor om Castillo hevig aan te vallen, en hadden geen schaamte om dat samen met uiterst rechts te doen.
De tweede regering werd geleid door Mirtha Vazquez, een advocate die bekend is om haar verdediging van de mensenrechten, met de participatie van diverse linkse en progressieve kopstukken. Het leidde helemaal niet tot meer linkse eenheid, maar wel tot een concurrentieslag met vaak vrij kinderachtige conflicten. De ruzie ging erom welk links het land moest besturen. Peru Libre, de partij van Castillo? Of Nuevo Peru, geleid door Veronica Mendoza? De hoofdstedelingen of mensen uit de provincies? Technocraten of militanten?
Intussen aarzelde de wel eensgezinde rechtse oppositie niet om extreemrechtse stoottroepen in stelling te brengen. Die staken hun verachting voor een boer en klasleraar als president, een historisch unicum, niet onder stoelen of banken. Ze haalden daarbij de meest ouderwetse Spaansgezinde, koloniale en racistische slagzinnen naar boven.
Ecocide en nieuwe gemiste kans
Op 15 januari 2022 kwamen 11.000 olievaten terecht in de zee net ten noorden van Lima, een “ongeval” door de Spaanse multinational REPSOL. Het joeg een golf van verontwaardiging door het land. Deze tragedie was een nieuwe kans voor Castillo en zijn regering om een doortastend beleid te voeren met schadevergoeding voor de duizenden vissers, arbeiders, kleine ondernemers en hun familie van 24 stranden nabij Lima.
Castillo schoot zichzelf echter in de voet door toe te geven aan de pressie van de rechtse media. Hij stond voor het eerst een reeks interviews toe aan CNN en Peruaanse media, waarin zijn beperkingen nogal schrijnend aan het licht kwamen, en zijn gebrek aan heldere antwoorden op de vragen over corruptie door figuren uit zijn nauwe kring. Het gaat hierbij om personen zonder politieke of bestuurservaring, maar vrienden of provinciegenoten van de president.
Hierdoor verschoof de media-aandacht volledig. Het was niet langer de olieramp van REPSOL die de meeste titels wegkaapte, hoewel het bedrijf geen enkele serieuze oplossing aandroeg om de schade te herstellen. De ernstige tekortkomingen van de president en van de arrivisten uit zijn omgeving zwengelden een nieuwe crisis aan, versterkt door de mediatoeters.
Een vrouwenmishandelaar als premier
Eind januari 2022 kwam ook de regering van Mirtha Vazquez ten val. Met haar vertrokken de schaarse ministers die het sinds de eerste regering overleefd hadden en de linkse figuren. Onder hen de bekende economist Pedro Francke op Economie en Financiën, de mensenrechtenverdedigster Gisela Ortiz op Cultuur, en de advocaat Avelino Guillen (die het proces tegen Alberto Fujimori leidde) op Binnenlandse Zaken.
Wie waren hun opvolgers? In de eerste plaats als premier Hector Valer, een rechtse conservatief die gerechtelijk vervolgd werd voor geweld tegen zijn vrouw en dochter. Samen met hem kwamen een aantal ministers aan de macht die sterke kritiek oogstten wegens hun conservatieve, racistische en machistische ideeën. Linkse, progressieve en democratische sectoren haalden ook zwaar uit tegen de duidelijke zwenk naar rechts van de president. Zo kwam de portefeuille van Economie en Financiën in handen van Oscar Graham, goede vriend van de grote bedrijven.
Onder druk van de grote media en de rechtse krachten in het parlement zocht Pedro Castillo opnieuw toenadering tot zijn oude bondgenoten: zijn partij Peru Libre en hun fractie van de klasleraars. Beiden roepen zichzelf uit tot authentieke marxisten-leninisten, maar in het parlement hebben ze in dik zes maanden nog geen enkel wetsvoorstel ingediend in het belang van de arbeiders. Ze zijn wel enthousiaste verdedigers van een patriarchale politieke en historische visie.
Valer moest onder zware pressie ook opstappen. Castillo benoemde nu de advocaat Anibal Torres tot premier, minister van Justitie in de uittredende regering.
Maar met een nieuwe daad van politieke zelfmoord besliste Castillo om in volle omikron-piek minister van Gezondheid Hernando Cevallos te vervangen, die grote verdiensten had met de snelle vaccinatie van meer dan 80% van de bevolking boven 12 jaar, wat duizenden mensenlevens redde tijdens de omikron-piek. Resultaten die door bijna de ganse bevolking gewaardeerd werden en zelfs rechts niet in vraag durfde stellen. In plaats van Cevallos kwam Hernan Condori, een geneesheer met een kwalijke reputatie van verduistering van openbare fondsen en kwakzalverij. Hij leunt nauw aan bij antiwetenschappelijke en antivaccin strekkingen.
Ook andere figuren uit de nieuwe sociale klasse veroverden een zitje in de regering. Vaak hebben ze banden met illegale sectoren, zoals verboden boskap in het Amazone-woud, het verhandelen van gemeenschapsgronden, licenties voor universiteiten zonder academische accreditatie, en andere duistere zaakjes, die de nieuwe rijken toelieten om gigantische fortuinen te vergaren de voorbije decennia.
Met de nieuwe regering is Castillo niet beter verzekerd van zijn job. Wel integendeel, het wekt nog meer ongenoegen en wantrouwen op in brede kringen. Het is zeker geen afspiegeling van het breed eenheidsfront dat Castillo aan de macht bracht. De crisis dreigt alleen maar te verergeren, door het onverantwoord gedrag van Castillo. In het nauw gedreven en uit angst voor zijn afzetting (en later rechtszaak en gevangenisstraf, zoals veel ex-presidenten) heeft hij zijn lot opnieuw in handen gelegd van zijn partij Peru Libre. Met Economie en Financiën als troostprijs om rechts te sussen.
Het valt moeilijk te geloven dat in slechts zes maanden tijd liefst vier regeringen de eed hebben afgelegd. De president blijft uiterst onzeker over de koers die hij wil varen. De crisis werd zeker uitgelokt door de rechtse partijen, de ondernemerselite, de grote media en de conservatieve beweging tegen vrouwenrechten. Maar de crisis wordt tevens gevoed door de ‘oplossingen’ die de president improviseert, zonder veel wijze raad in te roepen. Hij bewijst hiermee zijn uiterst beperkte capaciteit om bondgenoten aan zich te binden, die de oppositie aan banden kunnen leggen.
Aan de andere oever …
Alles wijst er intussen op dat de rechtse krachten in het parlement de jongste dagen een versnelling hoger schakelden in hun poging om Pedro Castillo af te zetten. Er kwam een geheime samenkomst aan het licht van parlementsvoorzitster Maria del Carmen Alva, de belichaming van de oubollige Peruaanse oligarchie, met vertegenwoordigers van diverse rechtse partijen. Ze bekokstoven een nieuwe wettelijke procedure om de president zo snel mogelijk buiten te werken.
Net als alle vorige pogingen toont ook dit nieuwe manoeuvre aan dat rechts niet terugschrikt voor een autoritaire en antidemocratische staatsgreep in Peru. De werkgeversfederatie CONFIEP, de bedrijfsfederatie van industrie en mijnbouw SNMI, de mediagroep El Comercio (die een marktaandeel van 80% heeft) en andere machtsgroepen handhaven een genadeloos media-offensief tegen Castillo. Ze roepen op tot het aftreden uit eigen wil of de afzetting van Castillo, maar willen daarmee vooral de sociale volksbeweging treffen.
Als deze regering zonder kompas stuurloos blijft ronddobberen, door alle banden door te knippen met de sociale beweging die haar naar een onverwachte kieszege stuwde, zal dit een nieuwe verloren kans betekenen voor de grote hervormingen die Peru dringend nodig heeft.
Dit kan de crisis te veel worden voor Castillo, want rechts verenigt zijn krachten en roept de meest conservatieve en reactionaire elementen uit de maatschappij op om te betogen. Gesteund door de media, die er blijven op hameren dat aftreding of afzetting de enige alternatieven zijn.
Castillo hoopt zijn vel te redden door blindelings te vertrouwen in de nieuwe rijken als bondgenoten, die hun radicale woorden echter niet vertalen in concrete daden. Ze hebben geen ideologie, maar hun eigen handelsbelangen als ideaal. Castillo raakt steeds meer geïsoleerd, zonder de bevolking te mobiliseren die hem steunde. Hij zit nog steeds op zijn paard, maar dat sloeg op hol en verwijdert zich steeds verder van de democratische en progressieve krachten, die nog altijd op Castillo rekenen om de weg te versperren voor de machtsovername door rechts.