Zijn de dagen van president Juan Orlando Hernández in Honduras geteld? De straat schreeuwt om zijn ontslag. Maar ook bij deze crisis blijft JOH zich vastklampen aan de macht. De uitkomst is moeilijk te voorspellen, maar vast staat dat Juan Orlando hier verzwakt uitkomt.
Juan Orlando Hernández (van de Partido Nacional de Honduras), vaak ook bekend onder het acroniem JOH, werd in 2017 herverkozen als president. Daarvoor had hij niet enkel zijn vriendjes in het Hooggerechtshof nodig om de grondwet te kunnen omzeilen, hij moest ook de kiescommissie bewerken toen uit de eerste resultaten bleek dat de oppositiekandidaat het zou halen. Na een coup de théâtre van 36 uur werd Juan Orlando uitgeroepen tot winnaar.
Er volgde zwaar straatprotest. Maar met de steun van de Verenigde Staten en het repressieapparaat van politie en leger, kon hij toch opnieuw de eed afleggen.
De mobilisatiekracht van de protestbeweging tegen de president nam snel af. Voor de buitenwereld leek het alsof Juan Orlando terug stevig in het zadel zat. Maar wie verder kijkt, ziet een president zonder echte macht. Het neoliberale beleid met repressieve trekjes werd verdergezet, maar echt doortastende beslissingen nemen lukt maar moeilijk. Juan Orlando heeft namelijk geen enkele legitimiteit in Honduras.
In het parlement heeft JOH slechts een nipte meerderheid, dankzij de steun van drie kleine partijtjes. In de pers wordt de president stevig op de korrel genomen. Zelfs binnen zijn eigen partij is er ontevredenheid.
Tekenend: de vakbonden konden tijdens de laatste loononderhandelingen gebruikmaken van de zwakke positie van Juan Orlando Hernández. Ze konden de grootste loonsverhoging ooit voor ambtenaren bedingen, terwijl de ultraliberale regering ironisch genoeg de belangen van de Hondurese elites verdedigt. De regering wilde op die manier de sociale vrede afkopen, of op zijn minst protesten en stakingen vermijden.
Ziekenhuisschandaal
Vorig jaar ontplofte een schandaal over de crisis in de Hondurese ziekenhuizen. Geneesmiddelen, basismaterialen en personeel ontbreken, en dat werd mediageniek in beeld gebracht met foto’s van patiënten die noodzorg kregen in de gangen en van pas geopereerde baby’s die met z’n drieën samen in één ziekenhuisbed lagen.
Voor de Hondurezen die aangewezen zijn op de publieke gezondheidszorg, was dit natuurlijk geen verrassing. Zij leven elke dag met deze realiteit. Maar de publieke opinie was verontwaardigd. De overheid riep de noodtoestand uit en richtte een speciale commissie op die de problemen moet aanpakken.
Aanvankelijk leek dit gesneden koek voor Juan Orlando: voor hem was de crisis het bewijs dat de openbare sector niet deugt. Hij benoemde een meerderheid van commissieleden die de privatisering van de gezondheidszorg wel genegen zijn. Je zou kunnen stellen dat deze mediastorm de overheid goed uitkwam om een voorstel voor privatisering van de sector op tafel te leggen.
Maar dat was zonder de Orde der Geneesheren, de vakbonden en het bredere middenveld gerekend. De Orde erkende de speciale commissie niet en weigerde om er ook maar mee aan tafel te gaan. De bonden maakten duidelijk dat het privatiseren van de gezondheidszorg zou stuiten op massaal vakbondsprotest. Samen met middenveldorganisaties oefenden ze druk uit op de commissieleden.
Het leek er even op dat Juan Orlando zou afzien van de privatiseringsplannen, om de rust in het land niet te verstoren. Maar toen het IMF tijdens een bezoek vriendelijk liet weten dat hij naar zijn nieuw krediet kon fluiten zolang de loonmassa binnen de overheid niet daalt, stond hij met de rug tegen de muur.
Juan Orlando vaardigde vlak voor Pasen twee besluiten uit die zowel in de gezondheidssector als in het onderwijs zouden leiden tot privatiseringen en massaontslagen. Dit was de spreekwoordelijke olie op het vuur en Honduras ontplofte.
Fuera JOH!
Vakbonden, middenveldorganisaties en ordes van geneesheren en leerkrachten kwamen massaal op straat tegen de privatiseringen en ontslagen. Maar ook de beweging tegen Juan Orlando zelf vond een tweede adem.
Na twee dagen van protesten en wegblokkades – die gepaard gingen met zware repressie, politiegeweld en schade aan openbare gebouwen – zag het regime zich aan de vooravond van de Dag van de Arbeid gedwongen om de twee besluiten in te trekken. ‘s Anderendaags kende Honduras wellicht de grootste 1 mei-optochten uit haar geschiedenis. Er heerste een overwinningssfeer, maar de vakbonden kondigden ook aan de strijd verder te zetten.
De Orde der Geneesheren richtte samen met belangenorganisaties van leerkrachten een nationaal platform op. Zij besloten om hun pijlen te richten op nog zes andere besluiten en op de kaderwet sociale bescherming.
De vakbondswereld heeft nog wat koudwatervrees om zich aan te sluiten bij dit platform, want niet iedereen zit op dezelfde lijn als het gaat over de socialebeschermingswet. Maar op straat maakt dat weinig uit. De voorbije week nam de Hondurese bevolking opnieuw de straten in. De beweging lijkt niet meer in te tomen. ‘Fuera JOH’ (JOH buiten), weerklinkt het overal in Honduras.
Het regime zit in het defensief. In een poging om de protesten uit te doven, trok het de zes gecontesteerde decreten terug en richtte het per sector een onderhandelingscommissie op. Daarmee wil de regering de bal in het kamp van de vakbonden leggen. De Orde der Geneesheren heeft al laten weten dat ze weigert om aan tafel te gaan, de vakbonden aarzelen. Op straat gaan de protesten gewoon door.
Uncle Sam in paniek: drugs! migratie!
De Verenigde Staten vormen sinds de staatsgreep tegen Manuel Zelaya in 2009 een erg belangrijke factor in het overeind houden van de rechtse regeringen en presidenten in Honduras. Hun erkenning van de verkiezingsresultaten van 2017 was zelfs cruciaal.
Niet toevallig is de VS-ambassade in Tegucigalpa een doelwit van brandstichters tijdens de huidige protesten. Maar ook in Washington taant nu het enthousiasme voor hun marionet in Honduras.
De migranten verlaten met tienduizenden tegelijk het land, en die erg mediagenieke karavanen kunnen op weinig enthousiasme rekenen bij VS-president Donald Trump. Hij knipte als vergelding al in de ontwikkelingshulp voor Honduras, omdat de regering er niet in slaagt om de massamigratie een halt toe te roepen.
In Honduras zorgen de karavanen ook voor verdere imagoschade voor Juan Orlando. Het werd pijnlijk duidelijk dat mensen nu ook ‘met hun voeten stemden’.
Nog onfortuinelijker voor Juan Orlando was de arrestatie van zijn broer Tony Hernández op de luchthaven van Miami, in november 2018. Hij wordt ervan beschuldigd om tonnen cocaïne binnengesmokkeld te hebben in de VS, met de hulp van Hondurese instellingen.
Opvallend feit: Tony Hernández was tot 2018 parlementslid voor de regeringspartij Partido Nacional. Misschien komen we nu een stap dichter bij het antwoord op de vraag waar al het geld vandaan kwam voor de presidentscampagne van Juan Orlando en voor het omkopen van de kiescommissie.
Deze week lekte uit dat Juan Orlando zelf ook het doelwit vormt van een onderzoek naar drugsmokkel en witwaspraktijken in de VS. Dat onderzoek in de VS loopt al sinds 2015. We moeten ons dus niet al te veel illusies maken over de zogenaamde principiële bezwaren van de Verenigde Staten tegen Juan Orlando als president. In 2017 was het voor de Verenigde Staten nog net iets belangrijker om in Honduras geen progressieve president aan de macht te hebben dan om te voorkomen dat een drugsfamilie de macht over het land kon behouden en drugs naar de VS kon exporteren.
Maar nu die informatie publiek gemaakt is en de broer van JOH in de cel zit, is er toch iets veranderd. Er circuleren geruchten dat het krediet van JOH in Washington stilaan op raakt.
Ook economische elite mort
Naast de machtige buur in het noorden is het in Honduras vooral ook de economische elite die de politiek bepaalt. En ook die elite begint te twijfelen aan Juan Orlando.
Door de stakingen en de wegblokkades wordt de economie hard getroffen. De multinational Dole liet al weten dat ze voorlopig sluiten, nadat meer dan zestig containers met bananen in brand waren gestoken tijdens de protesten en er door de wegblokkades niet meer geëxporteerd kan worden.
Er kwam al openlijk kritiek op de president van de kamer van koophandel in San Pedro Sula, het economische centrum van Honduras. Het valt af te wachten welke gok het bedrijfsleven zal nemen: verder gaan met Juan Orlando of toch inzetten op een geregelde overgang om nog meer chaos te vermijden?
De situatie ziet er voor Juan Orlando alsmaar penibeler uit. Het IMF liet weten notie te nemen van het intrekken van de besluiten, maar zegt dat het probleem daarmee niet van de baan is. Lees: ‘Ons niet gelaten, maar zonder die maatregelen komt het nieuwe krediet er niet’. Aan de andere kant eist de bevolking onmiddellijk het ontslag Juan Orlando Hernández, taant de steun uit de VS en van de eigen elites. En voor het eerst stelt zich de vraag of het leger de president wel onvoorwaardelijke steun blijft geven.
Voor JOH is de enige uitweg wellicht om de dialoog aan te gaan met de protestbeweging. Als hij zijn tegenstanders van de straat naar de tafel kan krijgen, kan hij op z’n minst tijd kopen. In ruil voor verregaande toegevingen in het gezondheids- en onderwijsbeleid en een hervorming van het kiessysteem, hoopt hij misschien zijn termijn te kunnen uitdoen en te onderhandelen over juridische immuniteit.
Of dat zal lukken, hangt af van de druk van de straat. Tot nu toe heeft die nog niets aan energie ingeboet.