Veel te lange werkshiften, hongerlonen, blootstelling aan giftige stoffen, beroepsziekten, niet-aanwerving of zelfs ontslag bij zwangerschap, seksuele intimidatie, onwaardige behandeling…: dat is de realiteit op de werkvloer. De economische ontwikkeling gaat ten koste van arbeidsrechten, van het milieu, en jawel, soms ook van mensenlevens. Deze problematiek nam fos onder de loep samen met onze partners tijdens onze tweede regionale bijeenkomst van de agro-industrie in Bucaramanga, Colombia.. Zaten mee aan tafel: de vakbonden in de agro-industrie die we steunen in de Andes-regio, enkelen uit Midden-Amerika, én vertegenwoordigers van het Vlaams ABVV en de Algemene Centrale (AC) Antwerpen-Waasland. De AC is immers een belangrijke sponsor van het programma in Colombia.
Om te beginnen is er de scheve wetgeving die de werknemers totaal in de kou laat. Zo is er in Peru een speciale landbouwwet van kracht die werknemers in de agro-industrie enorm discrimineert ten opzichte van werknemers in andere sectoren. Zo krijgen ze slechts half zoveel betaalde vakantiedagen en een derde minder ontslagvergoeding in geval van arbitrair ontslag. Het is een belangrijk strijdpunt van de Peruviaanse syndicaten in een heel moeilijke strijd. Volgens de werkgevers zullen stijgende loonkosten de bedrijven wegjagen of naar het faillissement brengen. In Bolivia daarentegen bestraft een nieuwe wetgeving het uitbuiten van landarbeiders: in dat geval worden de gronden afgenomen van de grootgrondbezitters en in handen gegeven van de landarbeiders (ex-boeren).
Een tweede probleem betreft de onderaanneming. Bedrijven ontlopen hun sociale verplichtingen tegenover hun werknemers door ze onrechtstreeks, via onderaannemers aan te werven. Zo zijn ze in een beweging door ook af van lastige syndicalisten. Als deze trend zich zo doorzet, zullen vaste contracten van onbepaalde duur, die direct met de werkgever worden ondertekend, weldra tot een uitgestorven soort behoren. Maar niet overal. In Ecuador heeft men met jarenlange syndicale strijd wetten afgedwongen die dit soort aanwerving verboden. Struikelblok is de toepassing van die wetten. Een bezoek aan om het even welk bedrijf zal aantonen dat dit niet geïmplementeerd wordt. Enkel iemands laatste contract wordt immers in rekening gebracht. Alle jaren die men voordien via een onderaannemer voor hetzelfde bedrijf werkte, worden niet erkend. In Colombia ontstaan zelfs nieuwe vormen van onderaanneming die nog genadelozer zijn.
Een andere ernstige problematiek is die van de andere antisyndicale acties waaraan zowel de overheid als de bedrijven zich schuldig maken. Zo is het in veel landen zeer moeilijk of zelfs verboden om op sectorniveau een vakbond te vormen. Dit zou de werknemers in een aanzienlijk sterkere positie plaatsen. Er is de zeer negatieve berichtgeving in de media. Daarnaast passen bedrijven een heel arsenaal aan strategieën om werknemers af te schrikken van vakbondsacties : ontslag, niet-verlenging van het contract, opnemen in zwarte lijsten zodat die persoon nergens nog wordt aangeworven, enz. In Colombia zijn ook kidnapping, bedreiging en moord courant. Oogluikend toegestaan door de overheid.
Voor de situatie van vrouwen was er op de bijeenkomst ook speciale aandacht. Want voor hen is de situatie nog erger. Hun stem wordt nauwelijks gehoord. Zo krijgen ze nog lagere lonen dan de mannen. Ze komen minder in aanmerking voor directe contracten. Ze moeten verplicht zwangerschapstesten afleggen. In bepaalde gevallen krijgen ze geen plaspauze (zodat ze een luier moeten dragen!). Ze zijn slachtoffer van machogedrag en seksuele uitbuiting. Het woord onwaardig is hier zeker op zijn plaats. Deze problemen worden dan ook onvoldoende aangepakt. Het aantal vrouwen dat tot leidinggevende vakbondsfuncties toegelaten wordt, is minimaal.
De uitdagingen in de agro-industrie zijn dus zeer groot. Maar zo ook het engagement van de fos-partners. Allen, deelnemers aan de bijeenkomst uit de palm-, suikerriet-, bananen-, asperge- en bloemensector, spraken zich unaniem uit over de uitbuiting en de nood aan internationale solidariteit en internationale actie om de situatie te verbeteren. Zo gaan ze voort met hun werk om voor de rechten van de werknemers in onderaanneming te vechten, om sectorale vakbonden te kunnen stichten, om allianties te vormen, om de positie van de vrouw te versterken en om de communicatie beter te beheren en te laten vloeien.
“Eendracht maakt macht” is geen loze leuze voor deze mensen die dezelfde problemen, dezelfde strijd delen. En dit soort bijeenkomsten zal hen daarbij helpen.