Het is intussen vier jaar geleden dat het Rana Plaza gebouw in Bangladesh instortte en het leven kostte aan 1 138 werknemers. De verontwaardiging was enorm en er volgden heel wat initiatieven om de werkomstandigheden te verbeteren. Mooi, maar vaak te vrijblijvend. Vandaag toonde ook de politiek haar engagement. Het Europees Parlement stemde met grote meerderheid voor verplichte transparantie binnen de kledingindustrie. Samen met twee vakbondspartners uit de kledingsector van Centraal-Amerika volgde FOS dit proces van dichtbij op.
Verantwoordelijk?
“Rana Plaza is geen tragedie, maar een misdaad”, zei Europarlementslid Lola Sanchez. De doden van 24 april 2013 waren een echte wake-up call. Er volgde een golf van verontwaardiging en één ding werd meteen pijnlijk duidelijk: Het bleek quasi onmogelijk in kaart te brengen voor welke merken de werknemers van Rana Plaza produceerden. Wie was dus verantwoordelijk voor al die doden? Naarmate de restanten van labels van onder het puin werden gehaald, liepen de kledingmerken elkaar voor de voeten met verklaringen en engagementen allerhande.
De kledingindustrie heeft een erg complexe productieketen met vele schakels, waarbij even makkelijk van fabriek wordt gewisseld als jij en ik van T-shirt. Voortdurend op zoek naar de goedkoopste productiekost, dus eigenlijk lage lonen en onveilige werkomstandigheden, worden fabrieken en overheden in een verschroeiende concurrentie tegen elkaar uit gespeeld. Een neerwaartse spiraal waarvan de werknemers de dupe zijn.

Vrijwillige initiatieven?
Vier jaar verder zijn we nu. Er zijn belangrijke stappen gezet, zoals het Bangladeshakkoord tussen bedrijven en vakbonden, om de veiligheid in de fabrieken te verbeteren. Sommige kledingmerken engageerden zich op vrijwillige basis om inzage te geven in de eigen productieketen en zo te werken aan betere werkomstandigheden. De werkomstandigheden in de fabrieken van Bangladesh of Nicaragua blijven echter problematisch. Veel internationale kledingmerken en distributeurs weigeren namelijk om open kaart te spelen en verantwoordelijkheid op te nemen voor de werknemers in de vele fabrieken. En net daarom zijn vrijwillige initiatieven onvoldoende.
Volledige transparantie
Om de arbeidsrechten in de kledingindustrie écht te verbeteren, is verplichte transparantie over de hele keten een cruciale eerste stap. Pas als merken openbaar maken waar en onder welke omstandigheden er geproduceerd wordt, kan er echt iets veranderen. Als grootste ‘consument’ van kleding heeft de Europese Unie de morele plicht om hierin een voortrekkersrol te spelen.
Parlement geeft signaal
Met het ‘EU Flagship Initiative on Garment’ dat gisteren werd gestemd, stuurt het Europees Parlement een sterk signaal naar de Europese Commissie. Concreet roept het parlement de Commissie op om een wettelijk kader te creëren dat bedrijven verplicht tot transparantie. Dat moet gebeuren door op regelmatige basis namen, adressen en contactgegevens van alle schakels binnen de keten openbaar maken.
In samenwerking met organisaties als Solidar en Clean Clothes Campagne heeft FOS de voorbij maanden ook kunnen bijdragen aan de inhoud van het rapport. Samen met vakbondspartners uit de kledingsector van Centraal-Amerika volgde FOS de voorbereidende discussies in het Europees parlement. In maart bracht Evangelina Argueta van het netwerk van maquila-vakbonden in Honduras (RSMH – Red de sindicatos de la maquila de Honduras) op uitnodiging van een aantal Europarlementsleden een sterke getuigenis tijdens een bespreking van het rapport in het Europees Parlement.

Actie!
Nu is het aan de Europese Commissie om haar verantwoordelijkheid te nemen. Samen met Clean Clothes Campaign en meer dan 70 andere organisaties roept FOS de Europese Commissie in een open brief op om het rapport van het Europees Parlement serieus te nemen en werk te maken van bindende maatregelen die transparantie binnen de kledingsector moeten garanderen.
“The time has come for the European Commission to develop a smart mix of rules that will include binding regulation on human rights due diligence, in accordance with the UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP) and the OECD Due Diligence Guidance for Responsible Supply Chains in the Garment and Footwear Sector.”
Wil je zelf het verschil maken? Dat kan!
Blijf op de hoogte!
Meer weten over de strijd voor schone kleren? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!