De Sandinistische partij bleef aan de macht tot begin 1990. Na 16 jaar ultraliberale regeringen zijn de Sandinisten sinds enkele jaren opnieuw aan zet – in een complexe verhouding tot de verschillende liberale strekkingen – en kunnen ze de draad van hun sociaal beleid weer oppikken. Maar de berichten die ons nu en dan bereiken over de gebrekkige transparantie van Ortega’s beleid, het vermeende frauduleuze verloop van de gemeenteraadsverkiezingen van november etc. doen de reputatie van de Sandinisten geen goed. Daar zijn ook José Ángel, Maritza en Fredy zich ten volle van bewust. Deze drie vakbondsleiders van de koepel FNT, partner van fos, waren in mei in ons land voor een uitwisseling met ABVV West-Vlaanderen.
Vrij van analfabetisme
“Je mag Ortega aanvallen zoveel je wilt, maar wij steunen hem. Hij verdedigt het volk, geeft arbeiders betere voorwaarden en zorgt voor meer inspraak,” zegt uitvoerend secretaris José Ángel. Op vlak van economische rechtvaardigheid gaan de veranderingen heel snel, benadrukken de delegatieleden. “Zo zet de regering nu meer sociale inspecteurs in en dat zorgt ervoor dat de werkgevers hun bijdragen effectief doorstorten naar de sociale zekerheid. Het aantal werknemers dat nu een sociale verzekering heeft, is opgelopen tot 550.000; dat zijn er 150.000 meer dan enkele jaren terug,” zegt José Angel. De voorbeelden blijven komen. “Tot voor enkele jaren liep het aantal mensen dat niet kon lezen of schrijven nog op tot 35%. Op 19 juli, de 30ste verjaardag van de revolutie, zal Nicaragua zich ‘vrij van analfabetisme’ verklaren. Er gaan nu 800.000 kinderen meer naar de lagere school dan enkele jaren geleden. Volgens de vorige regeringen was dat onmogelijk en gingen we de Millenniumdoelstellingen in geen duizend jaar halen,” aldus Fredy, algemeen secretaris van de onderwijscentrale.
Ook op vlak van gezondheid zien ze vooruitgang. “De privatisering van de gezondheid is al wat teruggeschroefd en de eerstelijnszorg is gratis. Er wordt drie keer meer geïnvesteerd in gezondheid, maar het budget moet nog hoger,” aldus Maritza, die echter ook obstakels uit het verleden een goed gebruik van dat budget ziet belemmeren: “In het verleden hebben farmaceutische multinationals ervoor gezorgd dat er een wet kwam waardoor de staat enkel bij multinationals in Nicaragua medicijnen mocht kopen. Maar op de internationale markt zouden we generische geneesmiddelen aan veel lagere prijzen kunnen kopen. Als Ortega dan die wet wil veranderen, noemt men hem een antidemocraat.”
De crisis is een kans
In Nicaragua is nog steeds veel armoede. De helft van de 5.4 miljoen Nicaraguanen leeft onder de armoedegrens en de werkloosheid is torenhoog. De meerderheid van de mensen moet zien rond te komen in de ‘informele economie’, bijvoorbeeld door op straat allerlei waren te verkopen. Alle maatregelen om de armoede te bestrijden kosten geld, en dat is er wel degelijk in Nicaragua. “Het probleem zit hem in de verdeling van dat geld. In ons land beschikken de 20% rijksten over 70% van het Bruto Nationaal Product. Er moet dus een fiscaal beleid komen dat ervoor zorgt dat de rijken meer belastingen betalen,” aldus José Ángel. Dat is heel moeilijk om af te dwingen als het economisch niet goed gaat. In de op export gerichte bedrijven uit de vrijhandelszones gingen de laatste twee jaar 25.000 van de 85.000 jobs verloren. De Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart koopt meer en meer aan in China en Vietnam, lagelonenlanden waarmee ook Nicaragua niet kan concurreren.
De huidige crisis doet daar een schepje bovenop. “De bedrijven vroegen de regering om de loonkosten met 20% te verlagen. Dat voorstel hebben we van tafel kunnen vegen in de onderhandelingen met de regering,” aldus José Ángel. “Deze wereldwijde crisis kan een grote kans zijn om het beleid en de economie meer in handen te nemen. Dat vraagt veel eensgezindheid en mobilisatie; we mogen ons niet tegen elkaar laten uitspelen, zoals dat soms gebeurt. Toen bij SEAT in Spanje honderden ontslagen vielen, dachten de Duitse vakbonden dat ze ‘gewonnen’ hadden omdat de jobs bij hen behouden bleven. Maar in feite hebben ze zich allemaal laten doen.”
Wat kunnen we dan doen? Uitwisselingen in het kader van internationale solidariteit, vinden ze een goed begin. Omdat het de positie en het aanzien van FNT kan versterken, maar er is meer. “In deze uitwisseling werd het duidelijk dat we gemeenschappelijke problemen, belangen en uitdagingen hebben. En dat we die op een eensgezinde en collectieve manier moeten aanpakken,” besluit Fredy.
Meer info: “Crisis doet exportondernemingen in Nicaragua alle fatsoen verliezen”