Achter de jaarlijkse suikerrietoogst in Honduras schuilt, zoals in veel Midden-Amerikaanse landen, een groot menselijk drama. Voor zo’n 25.000 arbeiders is de suikerrietkap tussen november en mei de enige manier om in die periode aan enige schamele inkomsten te geraken. Vaak moeten zij en hun familie ook nog zien te sparen om de daarop volgende maanden te kunnen overleven. Zij zetten dan ook dikwijls hun hele gezin in om hen te helpen bij het kappen en verzamelen van het suikerriet. Daardoor lopen in de suikerrietvelden jongetjes en soms ook meisjes van 8 tot 14 jaar met grote kapmessen rond. Ze kunnen hun lagere school niet afmaken. Ze snijden zich of raken zelfs gehandicapt.
Onderaanneming
Heel wat problemen van de rietkappers zijn terug te leiden tot één oorzaak: onderaanneming. De rietkappers hebben geen rechtstreeks contract met de suikerfabrieken, maar werken voor onderaannemers. Die staan vaak nergens geregistreerd en stellen de arbeiders op basis van louter mondelinge afspraken te werk. De onderaannemers misbruiken die situatie en het gebrek aan controle, en doen er alles aan om op de rug van de rietkappers hun inkomsten op te drijven.
9 dollar voor een week
Hugo Mensia Urea, rietkapper uit Guacamaya, vertelt: “De onderaannemers doen met ons wat ze willen. We hebben geen idee van de afspraken tussen hen en de suikerfabriek, maar ze betalen ons al vijf jaar hetzelfde, ondanks de prijsstijgingen. Als je geluk hebt, betalen ze 1.5 dollar per 100 meter gekapt riet. Dat is 3 tot 4 dollar per dag, voor 10 tot 12 uur zwoegen onder de zon. Je weet nooit vooraf wat je gaat verdienen, want dat bepalen ze pas achteraf. Als je je ernstig snijdt, door een slang gebeten wordt, of invalide raakt, geven ze je 9 dollar mee voor een week en daarna heb je geen inkomsten meer. Ook hebben we geen toegang tot medische zorg. We zijn in het verleden eens in opstand gekomen tegen het vervuilde drinkwater dat ze ons geven en tegen het gebrek aan transport. Dit mislukte want er zijn altijd wel een paar ploegen die wel willen werken.`
Niet meer vervangen
In de suikerfabriek Cahsa is onderaanneming pas de laatste jaren opgedoken. In 2000 hadden de suikerrietkappers van Cahsa nog een contract met het bedrijf. Hun rechten werden verdedigd door de vakbond Sitiamash, die met het bedrijf een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) afsloot waarin de rechten en arbeidsomstandigheden van de rietkappers gegarandeerd werden. Maar vanaf dan besloot het bedrijf het roer om te gooien. Voor de vakbond iets kon doen, werden onderaannemers binnengehaald om de arbeiders te ronselen, tewerk te stellen en uit te betalen.
Constantino Lopez, propagandist van Sitiamash, zag het met lede ogen aan: “De mensen in de vaste kapploegen werden vanaf 2001 gewoon niet meer vervangen als ze weggingen. In de daarop volgende jaren bood de directie de nog resterende kappers een aantrekkelijke premie aan als ze hun werkcontract met het bedrijf opzegden. Zo slaagden ze er in korte tijd in om alle kapactiviteiten via onderaannemers te laten verlopen. Ze wilden gewoon onder hun verantwoordelijkheden voor de rietkappers uitkomen!”
Voorbij de angst
Met de steun van fos heeft Sitiamash in 2008 de moedige beslissing genomen om de suikerrietkappers rond de Cahsafabriek syndicaal te organiseren. Sinds mei trekken propagandisten van de vakbond elke zondag naar de gemeenschappen waar de suikerrietkappers wonen. Aan het begin van de oogst moeten ze met voldoende zijn om, samen met de reeds gesyndicaliseerde arbeiders in de fabriek, druk te kunnen uitoefenen op de directie van de fabriek en haar onderaannemers. Ze willen de fabriek weer verantwoordelijk stellen voor hun arbeidsomstandigheden en de suikerrietkappers weer opnemen in de CAO.
Het organiseren van de rietkappers verloopt veel vlotter dan verwacht. Edwin Enamorado, president van Sitiamash, verklaart: “We dachten dat mensen vreselijk bang zouden zijn om hun inkomsten te verliezen en zich daarom niet zouden willen verenigen. Nu we te velde zijn, blijkt dat mensen vol frustratie zitten en hun miserie spuugzat zijn. Hierdoor verliezen ze hun angst en zijn ze bereid heel veel te riskeren. Iedereen, onder gelijk welke onderaannemer, heeft met dezelfde problemen te maken. Iedereen is daarom erg gemotiveerd.”
Noord en zuid
Sitiamash heeft de afgelopen maanden al meer dan 500 rietkappers kunnen organiseren. Er zijn inmiddels 5 nieuwe vakbondsafdelingen opgericht, verbonden met verschillende gemeenschappen. Deze nieuwe afdelingen zijn zelf al met enthousiaste plannen gekomen om het aantal leden en afdelingen volgend jaar uit te breiden, en om nieuwe arbeiders te verenigen in het nog armere zuiden van Honduras. Dat laatste is van groot strategisch belang, omdat deze arbeiders vanwege de nog slechtere economische situatie in hun regio, bereid zijn om tegen nog lagere lonen te werken. Daardoor vormen zij een mogelijke bedreiging voor het slagen van de collectieve onderhandelingen in het noorden van Honduras.
Kapmachines
De vooruitzichten zijn dus positief, maar de proef op de som moet nog komen. Er vallen harde maatregelen te verwachten van de onderaannemers en de suikerfabriek, wanneer ze zich bij het begin van de oogst geconfronteerd zullen zien met de georganiseerde rietkappers. Er zijn informele onderhandelingen gaande tussen Sitiamash en de directie van de fabriek, waarin de directie een aantal kleine verbeteringen in de arbeidsomstandigheden van de rietkappers heeft beloofd.
De directie heeft tijdens deze onderhandelingen echter ook al aangegeven de nieuwe vakbondsafdelingen niet te zullen erkennen. Zogezegd omdat de rietkappers voor andere bedrijven werken, namelijk de onderaannemers, waar zij zich niet mee willen inlaten. Verder heeft de directie gedreigd om de rietkappers te vervangen door kapmachines, als zij doorgaan met het eisen van verbeteringen.
Veel te winnen
De vakbond Sitiamash heeft zich voorbereid op een felle strijd en in het geval de onderaannemers of de fabriek harde maatregelen tegen de rietkappers nemen, zullen de arbeiders in de fabriek de machines stilleggen om hen in hun eisen te ondersteunen. Er volgen dus nog spannende maanden en wellicht jaren, waarvan de uitkomst nog niet duidelijk is. Door op te staan en in actie te komen heeft Sitiamash echter laten zien dat de strijd tegen onderaanneming niet bij voorbaat verloren is. Integendeel, dat in dit gevecht nog heel veel te winnen valt.
Meer info: onze werking in Honduras