‘Suikerstroopramp El Salvador is drama voor gemeenschap’

el-salvador-suikerstroop-ramp

El Salvador heeft te kampen met een serieuze natuurramp. 350.000 hectoliter kokende suikerstroop stroomde in de ochtend van 5 mei uit de container van suikerrietfabriek la Magdalena, in de stad Santa Ana. Stijn Roovers is voor FOS actief in de regio en analyseert de feiten.

CategorieMilieuNieuws

Wat gebeurt er als 350.000 hectoliter losgeslagen kokende suikerstroop zich een weg baant naar rivieren en gemeenschappen? Een regelrechte natuurramp.

El Salvador heeft te kampen met een serieuze natuurramp. 350.000 hectoliter kokende suikerstroop stroomde in de ochtend van 5 mei uit de container van suikerrietfabriek la Magdalena, in de stad Santa Ana. Als gevolg van een chemische reactie vloeide er 3.500.000 liter melasse, een stroopachtig bijproduct van de productie van suiker, uit de fabriek in de rivier La Magdalena. Langs de oevers van de rivier werden al honderden vissen dood aangetroffen. Landbouwgewassen werden aangetast, het drinkwater vervuild en het rampgebied blijft zich uitbreiden, tot over de landsgrenzen heen.

Toch vrezen de vakbonden dat de boete uiteindelijk zal afgerekend worden aan de 7000 werknemers wiens job op de helling komt te staan. Tienduizenden mensen, uit de omliggende gemeenschappen, zijn economisch afhankelijk van deze bron van tewerkstelling.

De minister van Leefmilieu erkent de ernst van de situatie en wil de fabriek naast de saneringsverantwoordelijkheid ook een fikse boete opleggen, maar wacht de resultaten van een onderzoek af om bedragen te noemen. Toch vrezen de vakbonden dat de boete uiteindelijk ten laste zal komen van de 7000 werknemers wiens job op de helling komt te staan. 70% Van de werknemers is namelijk afkomstig uit de omringende gemeenschappen. Dat wil zeggen dat tienduizenden mensen economisch afhankelijk zijn van deze bron van tewerkstelling.

Sociale schade

Een fikse financiële sanctie is een belangrijk instrument om de werkgevers te straffen voor de kosten die zij hebben aangericht aan de gemeenschap. Tegelijkertijd dreigt de sociale schade in termen van werkgelegenheid en zekerheid van inkomsten hoog op te lopen. De gulden middenweg in de schemerzone tussen de legitieme eis van de vakbonden in functie van arbeids– en inkomenszekerheid van tienduizenden mensen in precaire omstandigheden en het internaliseren van de enorme milieuschade door een handvol werkgevers zal bepalend zijn voor een rechtvaardige oplossing. Sociale en milieurechten zijn steeds kanten van dezelfde medaille maar moeten nu in de weegschaal worden gelegd.