Toen de ZANU-PF-partij van President Robert Mugabe en de oppositiepartij MDC op 15 september een overeenkomst bereikten, zag Gertrude Hambira dit aanvankelijk als een hoopvol teken. Hoop die als sneeuw voor de zon verdween. Nog geen twee weken later belandden de partijen in een impasse over de verdeling van de ministerposten. ZANU-PF weigerde belangrijke ministeries aan de MDC toe te kennen en President Mugabe ging er zelfs eenzijdig toe over ministers te benoemen. De MDC trok zich vervolgens terug uit onderhandelingen en riep op tot nieuwe verkiezingen. Het geweld tegenover tegenstanders van het regime nam overhand toe. Arrestaties en mishandelingen zijn schering en inslag. Recentelijk zijn 20 MDC-aanhangers en leiders van maatschappelijke organisaties spoorloos verdwenen. Je kan hieronder de oproep voor hun vrijlating ondertekenen.
Regelmatig onderduiken
“Verdedigers van de mensenrechten worden geconfronteerd met vele bedreigingen. Daardoor leven we allemaal in angst en hebben we geen idee meer wat er gaat gebeuren. De recente ontvoeringen zijn een teken dat we moeten oppassen. Ik reis minder naar het platteland terwijl daar de landarbeiders wonen die ik als Algemeen Secretaris van GAPWUZ vertegenwoordig. Ik moet regelmatig onderduiken en woon op wisselende locaties wanneer de situatie te riskant lijkt. Vanzelfsprekend heeft dit een enorm effect op mijn familie en de manier waarop ik mijn werk kan doen” legt Gertrude uit.
Inflatie en cholera
Terwijl de landbouw van groot belang is om een hongersnood te voorkomen heeft de overheid de controle over de distributie van zaden en kunstmest volledig overgenomen. Alleen wie de ZANU-PF steunt, heeft nog toegang tot deze productiemiddelen. Naar schatting zullen 5 van de 12 miljoen Zimbabwanen begin volgend jaar voedselhulp nodig hebben. Ook treft de economische en politieke crisis het onderwijs, gezondheidszorg en de watervoorziening. Dit laatste leidde onder meer tot een cholera-epidemie die men niet onder controle lijkt te kunnen brengen, ook al beweert Mugabe dat de epidemie achter de rug is. Reeds 800 mensen zijn aan cholera overleden en duizenden mensen werden besmet.
De inflatie heeft een hoogte van 231 miljoen procent bereikt. De Zimbabwanen kunnen maar moeilijk aan hun inkomen op de bank komen door beperkingen die zijn opgelegd op de hoeveelheid geld dat ze dagelijks van de rekening mogen halen. Dit veroorzaakt ellenlange rijen voor de banken en enorme frustratie onder arbeiders, die de waarde van hun inkomen dagelijks in grote vaart zien verminderen zonder het te kunnen besteden.
Maatschappelijke organisaties in actie
De toenemende wanhoop en frustratie van de bevolking leidt steeds vaker tot demonstraties, die met harde hand worden onderdrukt. De situatie voor mensenrechtenactivisten en leiders van maatschappelijke organisaties wordt steeds gevaarlijker. Maar dit belet de meeste activisten niet om tot actie over te gaan.
Op 3 december organiseerde vakbondskoepel ZCTU, partner van fos, een actie tegen de financiële crisis in het land. Op verschillende plaatsen overhandigden arbeiders petities aan afdelingen van de Centrale Bank van Zimbabwe. Wellington Chibebe, Algemeen Secretaris van de ZCTU, overhandigde de petitie aan de Gouverneur van de Centrale Bank in Harare waarna hij een groep mensen toesprak die zich voor de bank hadden verzameld. Samen met 69 andere ZCTU-leiders en demonstranten werd hij onmiddellijk gearresteerd en weggevoerd. Inmiddels is hij weer op vrije voeten.
Ineengeslagen
Ook Getrude Hambira was aanwezig tijdens de actie. Zij beschrijft hoe zij samen met een groep vrouwen naar de bank liep met spandoeken van de ZCTU: “Op het moment dat de oproerpolitie zich richting demonstranten begaf, brak er paniek uit en renden veel van de demonstranten weg. Ik rende niet maar liep samen met zeven andere vrouwelijke activisten langzaam achteruit met onze ZCTU-spandoeken goed in het zicht. Toen de politie ons had bereikt, sloegen ze hard op ons in. Sommige vrouwen vielen en anderen werden meedogenloos geslagen. Mededemonstranten zagen wat er gebeurde en snelden ons te hulp. De politie richtte zich meer op hen en wij hadden de kans om weg te gaan. Ik was zo hard geslagen dat ik niet meer kon lopen en door andere mensen naar het ziekenhuis moest worden gebracht, waar mijn zwaar gezwollen benen en armen konden worden behandeld”. Het was niet de eerste keer dat Gertrude Hambira in aanraking kwam met de autoriteiten. Nog niet lang geleden werd ze serieus mishandeld voor de ogen van haar vierjarig zoontje, dat deze ervaring maar moeilijk kan vergeten.
Een weg vooruit?
Op de vraag hoe fos en andere internationale maatschappelijke organisaties een verdere bijdrage zouden kunnen leveren aan de strijd voor verbetering van de humanitaire situatie en mensenrechten in Zimbabwe antwoordt de Algemeen Secretaris van GAPWUZ dat het soms moeilijk is om nog hoop te vinden in de huidige omstandigheden. “De enige kans ligt bij het onder druk zetten van overheden en maatschappelijke organisaties in het buitenland om hen ertoe te bewegen gemarginaliseerde groepen in Zimbabwe te ondersteunen en om op alle mogelijke manieren en vanuit alle mogelijke invalshoeken het Zimbabwaanse regime onder druk te zetten af te treden. Hiernaast moeten de problemen in Zimbabwe, en de oorzaak ervan, door ons als activisten in de regio worden beklemtoond zodat ook binnen de zuidelijk Afrikaanse regio overheden en de bevolking ontvankelijk worden voor het ondersteunen van politieke verandering”. fos, als partner organisatie van ZCTU en GAPWUZ, zal hier dan ook haar steentje aan blijven bijdragen.
Meer info: Onderteken de oproep voor de verdwenen activiste(n)