Hoort, het volk mort
De dood van 34 mijnwerkers in Marikana door politiekogels op 16 augustus 2012, deed Zuid-Afrika op zijn grondvesten daveren. De mijnwerkers kwamen in actie voor een leefbaar loon en tegen de slechte werk- en levensomstandigheden waar zij dagelijks mee geconfronteerd worden. De staking zette de grootste mijnvakbond van het land (National Union of Mineworkers-NUM, centrale van COSATU) zwaar onder druk. Veel mijnwerkers uit de platinasector voelden zich niet langer vertegenwoordigd door NUM, die volgens hen vooral de belangen van de bovengrondse bedienden en niet van de ondergrondse arbeiders verdedigde. De Marikana Massacre bracht bovendien de economische belangen en de betrokkenheid van politici én vakbonden in de mijnbouwsector aan het licht.
De mijnwerkersstaking in Marikana gaf aanleiding tot een stakingsgolf in verschillende sectoren in heel Zuid-Afrika. In 2012-2013 vond bijvoorbeeld de eerste landarbeidersstaking in de geschiedenis van Zuid-Afrika plaats. Recent braken ook in andere platinamijnen en in de metaalsector stakingen en protesten uit.
De mijnwerkersstaking van augustus 2012 kan gezien worden als een onderdeel of (droef) hoogtepunt van een bredere strijd van Zuid-Afrikaanse arbeiders in verschillende sectoren. De meeste arbeiders kunnen niet in hun levensonderhoud voorzien en voelen zich machteloos ten opzichte van de werkgevers en de staat. Bovendien voelen velen zich niet langer vertegenwoordigd door de traditionele vakbonden. Een groot deel van de leden van COSATU zijn werknemers met vaste contracten. De arbeiders die in de meest precaire omstandigheden werken worden nauwelijks vertegenwoordigd door COSATU, evenmin als een derde van de werkende bevolking dat helemaal geen vaste tewerkstelling heeft, maar in onderaanneming, met een tijdelijk of zonder contract werkt.
COSATU staat voor grote uitdagingen
Ondanks het verzet tegen het massaal banenverlies en de inspanningen om de arbeidsrechten van de meest precaire werknemers substantieel te verbeteren, slaagt COSATU er niet in om veel grote successen te boeken. Hierdoor komen de traditionele vakbondsstructuren onder druk te staan.
Tegelijkertijd borrelen binnen COSATU wel voorzichtig initiatieven op om precaire werknemers mee op te nemen in de organisatiestructuren en voor hen op te komen. Discussies over nieuwe manieren van organiseren en betere vertegenwoordiging van de leden zijn opgestart. Het is voorlopig afwachten of deze inspanningen succesvol zullen zijn en of ze effectief een impact zullen hebben op het leven van de meest kwetsbare arbeiders.
Daarnaast is de federatie COSATU intern enorm verdeeld over de vraag of het al dan niet tijd is om de historische band met regeringspartij ANC te breken. De politieke alliantie tussen beide organisaties staat volgens velen een kritisch beleid in de weg. Ook bij de presidentsverkiezingen in mei van dit jaar, werd de verdeeldheid over de band met het ANC nog maar eens duidelijk. Na veel interne discussie riep COSATU haar leden uiteindelijk op om voor het ANC te stemmen, hoewel niet alle geledingen deze oproep ondersteunden.
De strijdlustige metaalarbeidersvakbond NUMSA nam een kritische positie in ten opzichte van het leiderschap en de onvoorwaardelijke alliantie met het ANC, die volgens hen een te neoliberale koers vaart. De strubbelingen tussen het leiderschap van COSATU en NUMSA kwamen in november tot een hoogtepunt: NUMSA werd uit de vakbondskoepel gezet. De politieke gevolgen van deze beslissing zijn voorlopig moeilijk in te schatten.
Verschillende COSATU-centrales moeten zich ook verdedigen tegen beschuldigingen aan hun adres: van niet transparante aanwendingen van het lidgeld van vakbondsleden, tot pure fraude en het plaatsen van het eigenbelang boven dat van leden of werknemers. Er zou corruptie heersen en de belangen van vakbondsvertegenwoordigers lijken soms wel heel dicht bij die van de werkgevers aan te leunen.
Tot nog toe slaagde COSATU er niet in een algemeen en duidelijk antwoord te bieden op de problemen en uitdagingen waarmee ze geconfronteerd worden. Deze mix van factoren heeft er toe geleid dat heel wat werknemers, inclusief huidige of voormalige vakbondsleden, hun vertrouwen in de vakbond verliezen.
Een nieuwe wind?
Meer en meer organiseren werknemers zichzelf en komen ze op straat. Niet alleen voor arbeidsrechten. Heel wat protesten gaan ook breder; eisen over huisvesting, publieke dienstverlening en toegang tot land klinken steeds luider. Het belangrijkste probleem blijven de extreem lage lonen van arbeiders in Zuid-Afrika. Ze zijn zo laag dat je weinig te verliezen hebt als je maandenlang staakt. Anderzijds is het moeilijk om mensen te motiveren op te komen voor een slecht betaalde job, een job die het eigenlijk niet waard is om voor te strijden.
De trend van stakingen en protestmarsen, met of zonder de vakbonden, zet zich door en het aantal spontane stakingen overstijgt intussen het aantal aangevraagde stakingen. Ook geweld – van beide kanten – wordt (jammer genoeg) niet langer geschuwd tijdens stakingen en protesten.
De staking in Marikana en de daaropvolgende mijnwerkersstakingen werden telkens geleid door spontaan opgerichte stakingscomités. Ook de landarbeidersstaking werd getrokken door landarbeiderscomités – informele netwerken van voornamelijk seizoenarbeiders, migranten en vrouwen werkzaam in de agrarische sector – , in oorsprong niet gelinkt aan een vakbond. Deze stakingcomités hebben echter ook hun beperkingen, zo bleek bij de landarbeidersstaking. Omdat de werkgevers weigerden om met de landarbeiderscomités te onderhandelen, zagen deze zich toch genoodzaakt om zich te laten vertegenwoordigen door COSATU.
Het is nog onduidelijk of deze ad hoc initiatieven zullen uitgroeien tot meer formele organisatievormen met een eigen koers of, of ze weer aansluiting zullen vinden bij de bestaande vakbondsstructuren.
Kortom, er is van alles aan de gang binnen de Zuid-Afrikaanse arbeidersbeweging. Er waait een nieuwe wind, en er is nood aan een andere en linksere kijk op de situatie van werknemers in Zuid-Afrika. Van onderuit, uit de arbeidersgemeenschappen, uit de townships en de sloppenwijken groeien alternatieven, gevoed door onvrede en woede over de ongelijkheid, de aanslepende armoede en de tweederangspositie die vele arme Zuid-Afrikanen nog steeds hebben in deze samenleving, die al zolang vecht tegen discriminatie en ongelijkheid.
Dit artikel verscheen in ons driemaandelijks tijdschrift FOSFOR. Doorblader het volledige nummer online.