Vakbondsorganisaties in El Salvador binden de strijd aan met de informaliteit

Op weg naar een wettelijk kader voor zelfstandige arbeid(st)ers

Net als in de rest van Centraal-Amerika, is het grootste deel van de Salvadoraanse bevolking (meer dan 60%), aangewezen op werk in de informele economie om te kunnen overleven. Dit betekent werken zonder zekerheden en zonder arbeidsrechten. Hoe de syndicale strijd aan te gaan, binnen deze zeer diverse en immense informele economie, bleef voor veel vakcentrales in de regio een vraagteken. Salvadoraanse vakbonden van zelfstandige arbeid(st)ers zijn sinds 2012 bezig om binnen dit doolhof nieuwe wegen te verkennen.

CategorieNieuws

Syndicale aandacht

Straatverkopers, schoenpoetsers, telefoonreparateurs, fietstaxi´s; al deze zelfstandige arbeid(st)ers vormen -zeker in de steden in Centraal-Amerika – de grootste groep binnen de informele economie. Zij hebben hun informele werk in meerderheid niet vrijwillig gekozen, maar hun aantal is explosief gegroeid vanuit overlevingsstrategieën: als antwoord op de stijgende armoede op het platteland (migratie), naar aanleiding van neoliberale beleidsmaatregelen die leidden tot massaontslagen binnen de overheid, door het grote tekort aan formele arbeidsplaatsen en het gebrek aan toegang tot kwalitatieve scholing.

Hoewel hun nood aan bescherming en verbetering van arbeidsomstandigheden enorm is, hebben de vakcentrales in de regio relatief weinig aandacht besteed en antwoorden kunnen geven op de behoefte aan collectieve steun van deze informele arbeid(st)ers. Zij waren gewend aan collectieve onderhandelingen met werkgevers, maar deze traditionele onderhandelingsstrategie was op deze groep niet toepasbaar.
De realiteit heeft de vakbeweging inmiddels gedwongen om in actie te komen en hun vakbondsstrategieën te vernieuwen. In de hele regio zijn informele zelfstandige arbeid(st)ers zich spontaan syndicaal gaan organiseren en binnen veel vakcentrales, vormen zij al één van hun grootste ledenorganisaties.

Daarnaast is ook op internationaal niveau de laatste jaren de belangstelling voor deze groep sterk gegroeid. Het Internationaal Vakverbond (IVV) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) hebben de handen ineen geslagen en voeren momenteel verschillende steunprogramma´s uit, gericht op zelfstandige arbeid(st)ers.

Belang van erkenning rechten

FOS ondersteunt al verschillende jaren vakbondsorganisaties van zelfstandige arbeid(st)ers in de regio (Nicaragua, Honduras) en vanuit de uitwisseling van positieve ervaringen met Honduras, is sinds kort ook een initiatief in El Salvador ontstaan.
Centraal hierbij staat de ontwikkeling van een syndicale benadering van de problemen waar deze arbeid(st)ers mee worstelen en het belang van de erkenning van hun rechten.

Alexander Cabrera (federatie Siglo 21-CSTS): “Deze groep voelt zich arbeid(st)er en is dag in dag uit bezig met overleven, met minimale inkomsten, zonder sociale zekerheid, zonder technische vorming, bedreigd door ontruimingen vanuit de gemeente, afgeperst door clandestiene kredietverleners en criminelen. Hoewel we geen werkgever hebben, zijn we afhankelijk van machtsrelaties waar we nauwelijks invloed op hebben. We zitten tussen de wal en het schip, want we kunnen geen aanspraak maken op arbeidsrechten in de arbeidswetgeving, maar komen ook niet in aanmerking voor steun en rechten als ondernemer. Tijdens de workshops die we gehouden hebben, is het bewustzijn gegroeid, dat we wél personen zijn met rechten, ondanks ons werk binnen de informele economie. Het feit dat we informeel zijn wil bovendien ook niet zeggen, dat we geen bijdrage leveren aan de maatschappij. Integendeel, het grootste deel van de bevolking werkt binnen de informe economie en hier wordt het grootste deel van het BNP geproduceerd.”

Als antwoord op dit vacuüm in de erkenning van hun rechten, besloten 3 vakcentrales in El Salvador de handen ineen te slaan, en een kaderwetsvoorstel ten behoeve van de rechten van zelfstandige arbeid(st)ers te ontwikkelen:
Herminio Guevara federatie FESTIVES – CTD: “We kwamen overeen dat we een wet nodig hadden, waarin onze rechten als personen en vanuit onze specifieke arbeidssituatie, duidelijk gedefinieerd worden. Op die manier worden we zichtbaar voor de wet en kan er ook gericht beleid ontstaan om onze situatie te verbeteren. Als CTD hadden we voorheen al gewerkt aan het idee van een extra hoofdstuk binnen de arbeidswetgeving. Via de regionale uitwisselingen georganiseerd door de IAO hoorden we echter van de ervaringen van de vakbonden uit Honduras. Dankzij de bijeenkomsten die FOS ondersteunde met de andere 2 vakcentrales en een juridische expert, kwamen we samen tot de conclusie dat de creatie van een eigen kaderwet een logischer alternatief was.”

Naar het parlement

Gedurende het hele jaar, zijn de leid(st)ers van de 3 organisaties bezig geweest om een realistisch voorstel uit te werken, in samenspraak met hun basisleden. Ook bij de experts van de IAO groeide de belangstelling voor dit gecoördineerde initiatief, dat alleen al vanwege de syndicale samenwerking – binnen de normaal sterk versplinterde syndicale beweging in El Salvador – uniek te noemen is.

Met steun van FOS en de IAO is begin december 2013 het wetsvoorstel op een groot publiek forum gepresenteerd. Vervolgens werd het document met de veelbelovende steun van 3 politieke partijen (FMLN, GANA, PDC), ingediend bij het parlement.
William Badoo (vakcentrale CATS):
“De discussies binnen onze organisaties rond het wetsvoorstel, hebben niet alleen geleid tot een zeer zinvol document. Het heeft tevens bijgedragen aan de identificatie van duidelijke strijdpunten binnen de organisaties en aan het versterken van de band tussen de leden en hun leid(st)ers. Dat we dit voorstel gezamenlijk en met zoveel steun van de IAO en politieke partijen binnen de het parlement geïntroduceerd hebben, mag een enorm succes genoemd worden. Om de wet ook echt goedgekeurd te krijgen, zullen we echter in 2014 nog heel wat werk moeten verzetten. Het zal onder andere afhangen van de verkiezingsuitslag (2 februari 2014 1e ronde) hoe het nieuwe krachtenveld in het parlement er uit zal zien, en hoeveel kans ons voorstel echt zal maken. Bovendien zullen we niet alleen moeten lobbyen om het voorstel er door te krijgen, maar zullen we ook moeten voorkomen dat de uiteindelijke wettekst in ons nadeel nog gewijzigd wordt.”

Auteur: Luis Orellana, (vertaling Frank Lensink)