Mary, in welke omstandigheden werken huishoudwerkers in Zuid-Afrika?
Mary: “In Zuid-Afrika worden de rechten van huishoudwerkers nog altijd niet gerespecteerd. We hebben recht op een werkloosheidsuitkering en het nationaal minimumloon, maar in werkelijkheid krijgen veel huishoudwerkers dat niet. In 2019 zijn de huishoudwerkers ook eindelijk opgenomen in de Compensation for Occupational Injuries and Diseases Act (COIDA, een wet die een vergoeding toekent bij arbeidsongeschiktheid, red.). Dat is een belangrijke nieuwe wet, waarvan we helaas niet veel kennis hebben. Onder COIDA zijn werkgevers verplicht om hun huishoudwerkers in te schrijven en hun volledige sociale bijdragen te betalen. De vergoeding aanvragen is heel moeilijk, omdat je een aantal formulieren moet indienen. Bij veel huishoudwerkers wordt de aanvraag geweigerd, omdat ze die niet snel genoeg ingediend hebben. We missen nog altijd de kennis om een aanvraag juist en tijdig in te dienen.
We vragen aan de overheid om huishoudwerkers correct te informeren over de COIDA, in alle regio’s. Niet alle huishoudwerkers zijn lid van SADSAWU. Het Ministerie van Arbeid wil dat SADSAWU de huishoudwerkers informeert, terwijl het zelf de databank met alle ingeschreven huishoudwerkers heeft. Soms organiseert het ministerie bijeenkomsten met huishoudwerkers om informatie te delen, maar nog vraagt het aan SADSAWU om informatie over de huishoudwerkers te verzamelen. Wij hebben het gevoel dat we hun werk aan het doen zijn.”
Issam, hoe is de situatie in België?
Issam: “In België werken de huishoudwerkers ook in slechte omstandigheden. Ze werken weliswaar in een gereguleerd systeem, maar er is eigenlijk weinig verschil met de gezondheidssituatie van huishoudwerkers in de rest van de wereld. 50% ondervindt stress op het werk. Dat heeft te maken met conflicten met een klant. De klant vraagt bijvoorbeeld om een heel groot deel van het huis schoon te maken, terwijl dat niet haalbaar is. Soms probeert een klant een huishoudwerker te misbruiken. Huishoudwerkers ervaren dus veel stress, en zijn elf keer vatbaarder voor psychologische problemen dan werknemers in andere sectoren.”
“De meeste huishoudwerkers denken dat ze hun werk niet kunnen uitvoeren tot hun pensioen. Logisch als je kijkt naar de gezondheidsrisico’s die zij lopen.”
Hebben ze ook fysieke klachten?
Issam: “Huishoudwerkers hebben vaak rugklachten, gewrichts- of spierpijn, nek- of schouderklachten. Dat is te wijten aan het materiaal. Ze gebruiken materiaal van de klant, dat niet aangepast is aan hun lichaam. Ze lopen daardoor 35 keer meer kans om spier- en gewrichtsaandoeningen te ontwikkelen. Ze werken regelmatig met ongezonde producten zoals ontkalkingsmateriaal, bleekwater, en schimmelwerende producten. Die zijn heel gevaarlijk voor mensen, vooral als ze die de hele tijd gebruiken. Al die producten zijn gemaakt om één of twee keer per week te gebruiken, maar huishoudwerkers gebruiken ze de hele tijd. Uit studies blijkt dat ze daardoor twee keer zo vaak aan chronische longaandoeningen sterven dan andere werknemers. Bijgevolg denken de meeste huishoudwerkers dat ze hun werk niet kunnen uitvoeren tot hun pensioen. Logisch als je kijkt naar de gezondheidsrisico’s die zij lopen.”
Grijpt de overheid niet in om huishoudwerkers te beschermen?
Mary: “De overheid doet niets om de arbeidswetten te doen naleven. Er is meer samenwerking nodig tussen de overheid, de vakbonden en de werkgevers. Er zijn ook meer arbeidsinspecteurs nodig, want elke keer als het tijd is voor inspecties zegt de overheid dat ze niet genoeg inspecteurs heeft. In sommige gebieden, zoals de townships, komen de inspecteurs zelfs niet.”
“De overheid doet niets om de arbeidswetten te doen naleven. Er is meer samenwerking nodig tussen de overheid, de vakbonden en de werkgevers.”
Issam: “Het voordeel van het dienstenchequesysteem is dat er altijd een bedrijf verantwoordelijk is. Dat is een verschil met landen zoals Zuid-Afrika, waar de werkgever ook de klant is. In België kan je dus steeds terecht bij een werkgever die voor je moet zorgen, die allerlei zaken in orde moet brengen. Maar als het bedrijf, die derde partij, niet reageert, verandert er in werkelijkheid niets. De huishoudwerker is nog altijd geïsoleerd met de klant. Of de werkplek is helemaal niet veilig. Dat zien we veel. In werkelijkheid nemen de dienstenchequebedrijven hun verantwoordelijkheid niet.
De gezondheidsinspectie bezocht vorig jaar 175 bedrijven tijdens een campagne in opdracht van de minister van Werk in België, Dermagne. Van de gecontroleerde bedrijven was bijna geen enkel bedrijf in orde met de regelgeving. In 120 bedrijven was geen enkele risico-analyse uitgevoerd. In 117 bedrijven werd niet jaarlijks een medische controle van de huishoudwerkers gehouden. Dat is nochtans verplicht in de sector. In 86 bedrijven werd geen eerste bezoek gehouden aan de plaats waar de huishoudwerker zou werken. Er zijn geen beschermende schoenen, geen bescherming van moeders in de sector. Dat is een groot probleem.”
Wat doen jullie tegen dat onrecht?
Mary: “Bij SADSAWU werken we nu aan veiligheid en gezondheid op het werk. We informeren de huishoudwerkers over de arbeidswetgeving. En we willen de betrokkenheid van de overheid. Ze moet constant informatiecampagnes over alle arbeidswetten houden. De werkgever van zijn kant moet de juiste uitrusting aanbieden, bijvoorbeeld wanneer de huishoudwerkers met chemische stoffen werken. Huishoudwerkers spuiten soms sterke chemische stoffen, maar hebben geen mondmasker, geen handschoenen, of andere uitrusting. Bij gebrek aan beschermende uitrusting lopen ze vaak chronische aandoeningen op, zoals astma of huidaandoeningen. De werkgever moet de huishoudwerker dus correct informeren en haar bijstaan als ze werkgerelateerde aandoeningen heeft.”
“Wij zijn een campagne begonnen: Mijn gezondheid is onbetaalbaar! We leggen uit dat huishoudwerkers met veel giftige producten werken en dat ze zware lasten dragen.”
Issam: “Wij zijn een campagne begonnen: Mijn gezondheid is onbetaalbaar! We leggen uit dat huishoudwerkers met veel giftige producten werken en dat ze zware lasten dragen wanneer ze verschillende klanten bezoeken. We proberen de overheid ervan te overtuigen om meer inspecties te houden. Deze keer met strengere straffen, want alle bedrijven hebben niet meer dan een waarschuwing gekregen. De overheid zou de financiering van de bedrijven aan striktere voorwaarden moeten koppelen, zodat alleen de bedrijven die hun personeel opleiden, die genoeg omkaderend personeel hebben om de huizen te bezoeken, die overeenkomsten over antidiscriminatie hebben, die goede loon- en arbeidsvoorwaarden hebben, geld krijgen. Een ongunstige inspectie moet leiden tot de intrekking van de erkenning van het dienstenchequebedrijf.
We weten dat dit gevolgen heeft voor de huishoudwerkers, maar in België zijn huishoudwerkers heel gegeerd. Ze kunnen van de ene dag op de andere in een ander bedrijf aan de slag gaan. Voor ons is het heel belangrijk dat alleen de goede bedrijven in deze sector blijven. Als vakbond geloven we ook dat het systeem zonder winstoogmerk zou moeten zijn, zodat de bedrijven eerst naar het welzijn van hun werknemers kijken en niet naar hun winst.”