Verboden te drinken op het werk

met nierinfecties tot gevolg

Gewrichstproblemen, staar veroorzaakt door warmtestralen, doofheid ten gevolge van lawaai, mijnwerkersnystagmus: er is een hele lijst van ziektes die je kan oplopen door het beroep dat je uitoefent. Maar aantonen dat jouw ziekte precies door jouw beroep en niet door iets anders is veroorzaakt: daar knelt dikwijls het schoentje. Voor Josué en zijn El Salvadoraanse collega’s is er beterschap in zicht.

CategorieNieuws

Josué Jeremías Hernandez Diaz werkt reeds 12 jaar in Bonaventura, een maquila in El Salvador. Dat is een textielbedrijf in een vrijhandelszone. Hij had al geruime tijd voortdurend last van pijn in zijn onderrug. Een reeks onderzoeken wees uit dat het ging om een nierinfectie en het begin van het verlies van nierfuncties. De oorzaken: het voortdurend herhalen van dezelfde bewegingen tijdens het werk, het onvoldoende drinken van water en de precaire arbeidsomstandigheden. Dit zijn de omstandigheden waarin de arbeiders en arbeidsters in de textielindustrie in El salvador dag in dag uit werken. Het drinken van water wordt veel van hen ontzegd, omdat arbeiders hierdoor constant moeten opstaan om naar de wc te gaan, en dit onderbreekt het werk. Daarnaast zorgt het ontbreken van ventilatiesystemen ervoor dat het lichaam door de warmte juist zeer veel vocht verliest. Een vochtverlies dat niet kan worden aangevuld wegens het genoemde verbod op het drinken van water tijdens het werk.

Josué zocht hulp bij zijn vakbond, STIT (Vakbond van Arbeiders in de Textielindustrie). In zijn fabriek was in 2006 een vakbondsafdeling gestart. Hij vertelde zijn zorgen over zijn gezondheid en over de gebrekkige arbeidsomstandigheden in zijn bedrijf die daartoe hadden geleid. In het bedrijf Bonaventura wordt gewerkt met twee ploegen, waarbij de ochtendploeg de meeste uren warmte moet doorstaan. Voor Josué zou daarom een plaatsing binnen de nachtploeg al helpen om in elk geval een verdere ontwikkeling van zijn ziekteverschijnselen te stoppen.

Vervolgens, in november 2006, verzocht de vakbond om een onderhoud met vertegenwoordigers van de werkgever, om de situatie van Josué uit te leggen. De manager van de fabriek leek in eerste instantie begrip te hebben voor de situatie, maar naderhand werd Josué toch niet overgeplaatst naar de nachtploeg, ook al ging het om een medische aanbeveling.

Daarom besloten de vakbondsvertegenwoordigers de klacht in te dienen bij de afdeling ‘arbeidsveiligheid en hygiëne’ van het ministerie van arbeid. Daar kregen ze de belofte dat de zaak en de door de vakbond aangeleverde feiten zouden onderzocht worden. Eind januari 2007 werd het eerste inspectiebezoek aan de fabriek verricht.

Ook de inspectie gaf het advies om Josué over te plaatsen naar de nachtploeg, mede dankzij het medisch dossier en de inspanningen van de vakbond. Ook werd het bedrijf verplicht om in de toekomst meer rekening te houden met vergelijkbare gevallen en mee te werken bij het zoeken naar persoonlijke oplossingen. Daarnaast werd gesignaleerd dat het bedrijf de normen voor hygiëne en arbeidsveiligheid had overtreden, en werd het verplicht om ventilatiesystemen en drinkwaterreservoirs voor de arbeid(st)ers op de werkvloer te installeren.