Volgens het rapport ‘Estado de la región 2016’ is het electorale proces in Nicaragua er sterk op achteruit gegaan. Liefst 600 onderzoekers analyseren elke vier jaar de evolutie van de duurzame ontwikkeling en de voetsporen achtergelaten door een amalgaam aan maatschappelijke actoren in de Centraal Amerikaanse landengte. Niet alleen het rapport spreekt van een gebrekkige democratie, ook de Latinobarómetro komt tot dezelfde conclusie. Die stelt dat de steun voor de democratie door de bevolking sinds 2007 met 20 percent is gedaald.
Verkiezingen zijn goede indicatoren voor het belang dat een land hecht aan democratische waarden. ‘Nicaragua ontbeert de nodige “checks and balances” die de macht van de regering moeten inperken’, zegt Alberto Mora, de landenverantwoordelijke van de studie. ‘De uitvoerende macht in Nicaragua is erin geslaagd het grootste deel van de controle over de democratische instellingen te verwerven. Bovendien is de samenstelling van de kieslijsten het minst transparant in Nicaragua en Guatemala.’ De gebeurtenissen die tot een achteruitgang van de democratie geleid hebben zijn dan ook steeds meer zichtbaar.
Comandante Ortega
Voor de derde keer op rij stelt ‘comandante’ Daniel Ortega Saavedra zich verkiesbaar op 6 November 2016. Hij gaat voor een nieuwe termijn van vijf jaar, geflankeerd door zijn vrouw Rosario Murillo als rechterhand en vicepresidente.
Zijn tweede herverkiezing was nota bene ongrondwettelijk maar sinds de grondwetsaanpassing in 2014 kan een presidentskandidaat met een eenvoudige meerderheid onbeperkt verkozen worden.
Volgens Ortega wil hij met de benoeming van Murillo consequent zijn, door vrouwen meer rechten toe te bedelen. Maar tegelijkertijd verzekert hij vooral de verderzetting van de dynastie. Hoewel hij als leider van het Frente Sandinista de Liberacion Nacional (FSLN) geen campagne zal voeren, is zijn herbenoeming zo goed als zeker.
In de verkiezingspolls heeft hij 62,8% van de kiezers achter zijn naam, andere polls spreken van 44%.
Oppositie monddood
Velen zijn van mening dat Ortega sinds zijn herverkiezing in 2007 allerhande strategieën heeft ontplooid om zijn macht te accumuleren en te bestendigen. Dat was nooit zo duidelijk zichtbaar als vandaag. Zo controleert hij virtueel alle oppositiepartijen die zich verkiesbaar stellen door de integratie van satellietpartijen of akkoorden met de partijtop.
Hij heeft bovendien de totale controle over het Consejo Supremo Electoral (CSE) dat beslist wie er mag deelnemen aan de verkiezingen en onder welke voorwaarden.
Tenslotte worden ook het hooggerechtshof en het parlement gedomineerd door sandinisten.
De Partido Liberal Independiente (PLI) was de belangrijkste tegenstander van het FSLN tijdens de verkiezingen van 2011. Die partij vormde de voorhoede van de huidige verenigde oppositie, de Coalicion Nacional por la Democracia (CND). In de loop van de maand juni ontnam het hooggerechtshof echter de juridische persoonlijkheid van de PLI naar aanleiding van een aanslepend juridisch conflict van zes jaar.
Daardoor verdween de CND van de kieslijst. Op 29 Juli werden vervolgens 28 verkozen parlementsleden van de PLI, op aanvoeren van de nieuwe voorzitter, uit hun mandaat ontheven door de CSE. De verklaring was dat ze als ‘deserteurs’, die de huidige gang van zaken in vraag stellen, de democratie in gevaar brachten. Ze werden vervolgens vervangen door aanhangers van het regime.
Geen pottenkijkers
Internationale waarnemers zijn, net zoals in 2011 en ondanks de kieswet, niet welkom om het goede verloop van de verkiezingen te garanderen. Daardoor kan massale fraude door de mazen van het net glippen. ‘Schaamteloze waarnemers. Hier stopt jullie observatie, ga maar andere landen observeren’, sprak Ortega begin juni wanneer hij zich op het Congres van de FSLN voor de zevende keer verkiesbaar stelde.
Hoewel Nicaragua het tweede armste land is in Latijns-Amerika, na Haïti, is het bbp verdubbeld sinds 2006 en kan het een significante positieve economische groei voorleggen. Er is meer overheidsbudget gegaan naar sociale programma’s en de gezondheidszorg is gratis. En toch geven bedrijven in een studie van de Hoge Raad voor het bedrijfsleven (COSEP) aan dat meer dan de helft van de binnenlandse bedrijven hun inkomsten zagen dalen de afgelopen jaren en bewijzen onafhankelijke onderzoeken de beperkte invloed van de sociale overheidsprogramma’s in de strijd tegen armoede.
Het investeringsklimaat is zo comfortabel mogelijk voor het bedrijfsleven, onder de strikte voorwaarde dat ze niet interfereren in politieke aangelegenheden. Op die manier kan het duo Ortega-Murillo hun machtsbasis uitbreiden zonder pottenkijkers te moeten dulden. Volgens de socioloog Manuel Ortega Hegg is de huidige regering overtuigd dat bij correcte verkiezingen hun macht op het spel wordt gezet en dat het uitsluiten van competitie aantoont dat zij de macht niet uit handen wil geven.
Geen transparantie, geen centen
Uit onverwachte hoek is Nicaragua echter weer even in de schijnwerpers komen te staan. Na unanieme ruggensteun van het Amerikaanse Parlement zit de ‘Nicaraguan Investment Conditionality Act (NICA) of 2016’, of kortweg ‘Nica-act’, op de rails voor goedkeuring.
Dit voorstel legt de regering van de VS op zich te kanten tegen leningen van internationale financiële instellingen aan de Nicaraguaanse regering, tenzij de regering maatregelen neemt om de verkiezingen efficiënter, rechtvaardiger en transparanter te maken. Het initiatief is afkomstig van de republikeinse Ileana Ros-Lehtinen.
Zij erkent de actieve medewerking van Nicaragua in de strijd tegen drugtrafiek in Centraal Amerika, maar verwijst naar de Carta Democratica, geproclameerd door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en ondertekend door Nicaragua. Daarin staan de essentiële onderdelen van een representatieve democratie beschreven worden.
Volgens de Republikeinse wordt die Carta door de Nicaraguaanse overheid met de voeten getreden. Als de wet wordt aanvaard dreigt het regime van Ortega jaarlijks 250 miljoen dollar aan leningen te verliezen, afkomstig van de Wereldbank, de Inter Amerikaanse Ontwikkelingsbank en andere multilaterale financiële instellingen waar de VS de touwtjes in handen heeft.
Hoewel de wet nog door de senaat en de president moeten worden goedgekeurd en waarschijnlijk pas in werking zal treden in 2017-2018, hangt dit als een heet zwaard van Damocles boven het hoofd van de comandante.
Doofpotje van 3,5 miljard dollar
In aanloop naar de verkiezingen is er tot op vandaag door Ortega en Murillo met geen woord gerept over de strategie van de regering naar aanleiding van de Nica- act. Evenmin over het recent gedocumenteerde gebruik van een lening van 3,5 miljard dollar, afkomstig van Venezuela verspreid over 8 jaar, die louter voor privédoeleinden werd aangewend. Het gaat hierbij om een staatslening voor de ontwikkeling van het land, dat gebruikt werd voor dubieuze winstgevende activiteiten door getrouwen van de presidentiële familie. Via ingenieuze achterpoortjes dreigt die lening zich om de zetten in een publieke schuld en het land voor de volgende jaren in een houdgreep te nemen.
Evenmin werd er aan de bouw van het fel gecontesteerde Nicaragua kanaal en andere megaprojecten of de ongecontroleerde exploitatie van de groene long van Centraal Amerika, Bosawás, ook maar een woord vuilgemaakt .
Daarenboven roept de huidige presidentsformule ook oude spoken uit het collectieve geheugen op, omdat ‘herverkiezing’ en ‘dynastie’ het donkere verleden onder dictator Somoza in herinnering brengen. Zijn drie generaties hebben het land 44 jaar lang met ijzeren vuist geregeerd tot de Sandinistische Revolutie hen ten val bracht.
In die context krijgt de oproep om niet te gaan stemmen en zo het electoraal proces te delegitimeren in afwachting van eerlijke verkiezingen steeds meer weerklank.
Vooral de CND en de feministisch organisatie ‘Movimiento Autonomo de Mujeres’ (MAM) nemen hierin het voortouw. Het verdedigen van de democratie, de vrede en vrijheid, kan enkel door het eisen van eerlijke, vrije en transparante verkiezingen. Zij roepen op tot een daad van collectief bewustzijn als afwijzing van het electoraal systeem. De vraag is nog maar of de tot nog toe overwegend passieve bevolking op de oproep zal ingaan.
Als Ortega zich blijft bedienen van dezelfde instrumenten als degenen waartegen hij als jonge ‘revolucionario’ in opstand kwam is het aan de bevolking dit historisch geheugen te activeren en de democratie nieuw leven in te blazen. Hoewel het nog te vroeg is om voorspellingen te doen, maakt Ortega zich best op voor een turbulente periode.
Dit artikel verscheen eerder op MO.be
Blijf op de hoogte
Schrijf je in op de nieuwsbrief!