Vrijdag 28 november 2008, de voorlaatste dag van mijn drie weken durende dienstreis. Het Princess Hotel in Managua loopt vol voor het eerste Nationaal Forum van de Ventas Sociales de Medicamentos. Van deze ‘sociale verkooppunten van medicijnen’ of ‘gemeenschapsapotheken’ telt Nicaragua er intussen een 600-tal. De ongeveer één miljoen leden kunnen er dicht bij huis terecht voor medicijnen die in de reguliere gezondheidszorg dikwijls niet voorhanden zijn. Veelal wordt de organisatie ervan gedragen door ‘mutualistas’, mensen die actief zijn in een lokale mutualiteit en/of een basisorganisatie zoals een vakbond of een coöperatieve.
Hartverwarmend
Een publiek van 150 mensen vult de zaal: mensen van het ministerie van sociale zekerheid en van het ministerie van gezondheid, gemeenteraadsleden, geïnteresseerde NGO-coöperanten, een EU-functionaris… en natuurlijk de vele ‘mutualistas’. Verschillende gezichten ken ik al. Het zijn dezelfde mensen die de dagen voordien hun deuren voor mij openzetten om hun ervaringen met mij te delen. Het verhaal over de impact van de mutuas en de gemeenschapsapotheken op hun leven, verschilde in de details, maar was telkens hartverwarmend.
Onbetaalbaar
Ziek zijn zonder mutua of gemeenschapsapotheek is in Nicaragua duur tot zelfs onbetaalbaar. Ondanks de verklaringen van de regering dat gezondheidszorg gratis moet zijn, brengt de prijs van medicijnen veel Nicaraguanen in de financiële problemen. De armsten, tegelijk de doelgroep van de sociale verkooppunten, geven vaak tot 60% van hun inkomen uit aan gezondheidszorg. Wie naar de dokter gaat, krijgt vaak te horen dat de gratis medicijnen waar hij recht op heeft niet voor handen zijn. In de plaats krijgt hij of zij een voorschrift voor dure medicijnen uit een privé-apotheek. Het monopolie van de nationale farmaceutische bedrijven zorgt voor erg hoge prijzen – het invoeren van medicijnen is voor ngo’s verboden in het land – en ze nemen het niet altijd even nauw met de kwaliteit.
Prijs en kwaliteit
Als antwoord op deze problemen richtten een aantal organisaties de sociale verkooppunten op. Onder de koepel COIME, partner van fos, kopen ze gezamenlijk medicijnen aan. Ze onderhandelen met de farmaceutische industrie over de prijs en met het ministerie van gezondheid over de kwaliteitscontroles. Daardoor ligt de prijs lager en kan de kwaliteit veel beter gegarandeerd worden.
De sociale verkooppunten vind je vooral ver weg van de grote steden, wat de leden hoge vervoerskosten bespaart. Je vindt er de belangrijkste generische basisgeneesmiddelen, maar bijvoorbeeld geen zware pijnstillers. Doordat men niet meer ver weg hoeft te reizen om medicijnen aan te kopen, kan men sneller opnieuw aan het werk, een voordeel dat ook verschillende werkgevers niet ontgaat. Ook zij tonen steeds meer interesse voor de sociale verkooppunten en zijn soms zelf vragende partij.
De koepel COIME en de mutuas zorgen ook voor informatie over preventieve gezondheidszorg en rationeel gebruik van medicijnen. Het viel mij vaak op dat de interesse om zo goed mogelijk om te gaan met deze alternatieve gezondheidssystemen erg groot is onder de mensen die er dagelijks gebruik van maken.
Vurige taal
Na tal van uiteenzettingen breekt het vragenuurtje aan. Heel wat deelnemers nemen het woord om te reageren op de uiteenzetting van de secretaris-generaal van het ministerie van gezondheid: “Het principe van gratis gezondheidszorg is erg mooi, señor, maar u en ik kennen beiden de realiteit. In Nicaragua staan we nog ver af van een gezondheidssysteem dat gratis zorg biedt aan alle Nicaraguanen en intussen moet deze regering haar verantwoordelijkheid nemen en alternatieve systemen zoals de sociale verkooppunten steunen.” Het is prachtig om mee te maken hoe deze mensen, die hard vechten voor hun eigen gemeenschapsapotheken, met vurige taal hun recht op een betere toegang tot geneesmiddelen verdedigen.
Charter in de maak
De sfeer is gezet om over te gaan naar het laatste gedeelte. In vijf groepen wordt gewerkt aan een aanzet tot een Charter waar alle deelnemende organisaties en individuen gezamenlijk aan kunnen werken. De deelnemers zijn het erover eens dat de kennis over en de wet op de sociale verkooppunten moeten worden uitgebreid. De basisorganisaties moeten worden versterkt met opleidingen in beheer en administratie en steun aan beleidsbeïnvloeding. Je vindt er de belangrijkste generische basisgeneesmiddelen, maar bijvoorbeeld geen zware pijnstillers. De vrijwilligers moeten goed opgeleid worden: in samenwerking met het ministerie van gezondheid moet gestreefd worden naar een officieel certificaat.
Met een dankwoord en de belofte dit Charter uit werken vertrekken de 150 deelnemers terug naar huis. Daar zullen zij vertellen over hun bevindingen van dit eerste Forum.
Meer info: interview met Doña María