Peru telt naar schatting ruim 350 000 huishoudwerkers, het overgrote deel vrouwen, die bij gebrek aan effectieve wettelijke bescherming vaak in erbarmelijke omstandigheden werken. “We verdienen gemiddeld zo’n 500 sol (130 euro) per maand, de helft van het wettelijke bepaalde minimumloon. Dat geldt immers niet voor huishoudwerkers”, klaagt Leddy Mozombite, algemeen secretaris van FENTTRAHOP waarmee FOS in Peru samenwerkt. “Slechts een kleine minderheid heeft een arbeidscontract en is ingeschreven bij de sociale zekerheid, waardoor we geen toegang hebben tot gezondheidszorg of pensioen.”
“Veel huishoudwerkers wonen in bij een gezin, waardoor we lange uren moeten kloppen, en ook ’s nachts paraat staan wanneer het gezin ons opeist. We hebben enkel de zondag vrij en in het beste geval twee weken vakantie per jaar. Vaak zijn we inheemse migranten uit het verarmde Andesgebergte, die op niemand kunnen rekenen in hoofdstad Lima of een andere kuststad waar we werken en onze rechten niet kennen. Daarom zijn we het slachtoffer van fysiek, psychologisch en seksueel geweld”, aldus Leddy Mozombite.
Vijftien jaar geleden kwam er wel een specifieke arbeidswet voor huishoudwerkers, die hen een beperkt aantal rechten gaf, wat toen een stap vooruit was tegenover de totale wetteloosheid vroeger. “Maar het probleem is dat de gezinnen die hen in dienst nemen deze wet niet toepassen, omdat ze toch geen gevaar lopen op een arbeidsinspectie of sancties”, merkt Leddy op. “Wanneer een huishoudwerker durft protesteren, vliegt die op straat en ontkent het gezinshoofd staalhard dat ze daar werkte, want er is geen contract.”
Om hun rechten te verdedigen werft de in 2012 opgerichte vakbondsfederatie FENTTRAHOP leden in 10 steden en geeft vorming. Ze vocht vele jaren lang voor de ratificering van IAO-conventie 189, die er kwam in juni 2011 en sinds vandaag door alle landen van Zuid-Amerika geratificeerd werd, met uitzondering van Venezuela. Het argument van de Peruaanse regering en werkgevers was dat niemand nog een huishoudwerker in dienst zou nemen wanneer die recht heeft op het minimumloon en menswaardig werk.
In november 2017 nodigde FENTTRAHOP nog vakbondsleiders van de huishoudwerkers uit zes buurlanden uit, met steun van de IAO en FOS, die hun internationale solidariteit uitspraken tegen de discriminatie van hun collega’s in Peru. De Boliviaanse en Colombiaanse zusterorganisaties FENATRAHOB en SINTRAIMAGRA, ook organisaties waas FOS mee samenwerkt, postte een filmpje met hun steun en ook diverse parlementsleden en andere vakbondsleiders in Peru lieten hun stem horen via facebook.
Deze intensieve campagne van beleidsbeïnvloeding door FENTTRAHOP wierp eindelijk haar vruchten af toen het ministerie van Arbeid en daarna de ganse regering de ratificatie van de IAO-conventie aanbeval. Op 14 juni bekrachtigde het parlement de ratificatie unaniem met 82 stemmen voor, tot grote vreugde van de huishoudwerkers in de tribune. Na jarenlang vechten tegen de bierkaai een belangrijke zege voor FENTTRAHOP, al blijft het een tussentijdse stap.
“Nu begint de strijd voor de effectieve toepassing van alle clausules in deze conventie”, besluit Leddy. “een gedrukt arbeidscontract, een minimumloon van 250 euro, maximum 48 werkuren per week, minimum 30 vakantiedagen, eindejaarspremie, aansluiting bij de ziekenkas en pensioenkas, controle door de arbeidsinspectie en sancties bij overtredingen… Het wordt wellicht een lang en moeizaam gevecht, want in Peru staan alle arbeidsrechten zwaar onder druk.”
Maar Leddy klinkt strijdlustig, want met de ratificatie kregen de vakbondsleiders van FENTTRAHOP een adrenalinestoot om er keihard tegenaan te gaan.
Blijf op de hoogte
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!