Omdat de Rana Plazaramp een wake-up-call had moeten zijn. Sinds 24 april 2013 zou iedereen moeten weten dat het best kan dat de kleren die we dragen, in erbarmelijke arbeidsomstandigheden zijn gemaakt. Het feit dat een fabriekscomplex kan instorten waar talloze merken via onderaanneming kleren laten maken in levensgevaarlijke arbeidsomstandigheden, om vervolgens met veel glitter overal ter wereld over de toonbank te gaan, was een toonbeeld voor ons mondiaal systeem.
Wereldwijd
In onze steeds meer gemondialiseerde wereld, gaan materialen de wereld rond. Voordat ze welteverstaan in de winkel belanden. Onderweg worden ze geassembleerd, vervoerd en in de markt gezet. Daarbij is een radarwerk van bedrijfjes betrokken en zo ook ontelbare arbeiders over de hele wereld. In die gigantische ketens schuilt een gevaar. Transparantie verdwijnt, verantwoordelijkheid wordt ontlopen en landen worden tegen elkaar uitgespeeld om straffeloosheid door de vingers te zien.
Om aandacht te eisen voor mensenrechtenschendingen door bedrijven, herdenkt het Belgische middenveld op 21 april 2022 de slachtoffers van Rana Plaza. De herdenking is hét moment om een zorgplichtwet te eisen.
Het resultaat? Arbeiders en hun omgeving, van de natuur tot hun familie, zijn het slachtoffer. Mensenrechten- en milieurechtenschendingen door bedrijven, waarvan Rana Plaza hét symbool is, zijn schering en inslag. Dat de laptops die wij dagelijks gebruiken, de noten die we eten of de kleren die we dragen een negatieve impact hebben, op mens en milieu, is onaanvaardbaar.
Daarom herdenken we Rana Plaza en eisen we elk jaar dat bedrijven mensen- en milieurechten respecteren.
Ook vandaag
De straffeloosheid gaat door, ondanks vrijwillige overeenkomsten door bedrijven, actieplannen en verklaringen. Lokale en internationale wetgeving is vaak te laks. Justitie is vaak onvoldoende effectief om de problemen ten gronde aan te pakken. Ook vandaag nog.
“In de maquilas, bedrijven in Centraal-Amerikaanse vrijhandelszones, zijn arbeidsrechtenschendingen schering en inslag”, vertelt Frank Lensink die actief is voor FOS in Centraal-Amerika. “De kledinggigant Tegra weigert in El Salvador vakbonden toe te laten in fabrieken. Het wil ook een uurrooster voor arbeiders invoeren dat indruist tegen de arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie.” Het bedrijf wil intussen meer kleding laten maken in El Salvador, maar arbeiders massaal afdanken in buurland Nicaragua. Op die manier ontsnapt Tegra aan Nicaraguaanse regels die vakbonden meer onderhandelingsruimte geven. Zo kan goedkoper geproduceerd worden, maar vooral met minder respect voor de arbeiders. Die arbeiders maken in de maquilas kleren voor grote merken als Nike, Adidas en Under Armour. Merken die ook bij ons in de winkelrekken liggen.
Maar ook buiten de textielsector loopt er vandaag heel wat fout. Ook Belgische bedrijven dragen verantwoordelijkheid. Zo heeft de trots van de Bel20, ABInBev, een bedenkelijke reputatie als het op arbeidsrechten aankomt. Niet in het minst, door hun activiteiten buiten België. “In Honduras bezit die multinational de fabriek Cerveceria Hondureña. Daar zien de arbeiders af”, zegt Frank Lensink. “ABInBev probeert er resoluut vakbonden de mond te snoeren. Daarnaast moedigt het onderaanneming aan, waardoor arbeiders meer risico op uitbuiting lopen.”
FOS werkt samen met verschillende arbeidsorganisaties die ijveren voor betere arbeidsomstandigheden. Dat doen ze vaak in bedrijven of onderaannemingen van bedrijven die wereldwijd actief zijn.
- In Nicaragua werkt FOS samen met arbeidersorganisatie CST-ZF. Die koepel legt contacten met consumentenorganisaties en internationale vakbondsorganisatie INDUSTRIALL om de druk op textielgigant Tegra hoog te houden.
- In El Salvador werkt FOS samen met vakbondskoepel FEASIES. Een van de lidorganisaties neemt het op tegen schendingen van arbeidsrechten door Tegra.
- In Honduras werkt FOS samen met de lokale vakbond STIBYS. Die organisatie voert onder andere actie tegen onderaanneming door ABInbev.
- In België werkt FOS samen met vakbondsorganisaties als Algemene Centrale en HORVAL, die het opnemen voor eerlijke ketens.
Wat willen we? Willen we dat bedrijven ongestraft arbeidsrechten schenden? Dat ze zich kunnen verbergen achter een systeem van onderaanneming en zo verantwoordelijkheid kunnen afwenden? Dat ze hun economische macht misbruiken om met fluwelen handschoenen behandeld te worden door overheden en justitie?
Het antwoord is neen. Maar hoe veranderen we dat? Al decennia lang worden we overspoeld met beloftes en mooie woorden. Al jaren bestaan er fairtrade en andere labels die al te vaak een druppel op een hete plaat vormen. Dus wat nu?
FOS eist, samen met Belgische vakbonden en middenveldorganisaties, dat er werk gemaakt wordt van wetgeving die bedrijven dwingt om mensenrechten te respecteren. Dit op verschillende politieke niveaus. Die wetgeving moet bedrijven verplichten om mogelijke negatieve impact op mensenrechten en milieu van hun hele waardeketen in kaart te brengen. En ook om de nodige maatregelen te nemen om een negatieve impact te voorkomen. Daarnaast moeten bedrijven, die hierin tekort schieten, aansprakelijk kunnen gehouden worden. Slachtoffers moeten toegang hebben tot herstel. Achter de schermen pleiten we hier al langer voor. Een Belgisch voorstel voor een zorgplichtwet kan een begin zijn, op voorwaarde dat het ver genoeg gaat. Maar ook op Europees en internationaal, via de Verenigde Naties, is er werk te verzetten.
Daarnaast blijft FOS zich inzetten voor arbeidsrechten wereldwijd door samenwerkingsverbanden met textiel-, voedings- en andere arbeidersorganisaties. Op die manier vormen we een tegenmacht ten aanzien van bedrijven.
Daarom is de boodschap op 21 april niet alleen #RanaPlazaNeverAgain, maar ook ‘Maak werk van een zorgplichtwet’.