Wat betekenen hervormingen voor de openbare diensten?

Badhuizen, begrafenisondernemingen, bloemenwinkels, kinderparken: al deze openbare diensten zullen de komende jaren in Cuba ‘verzelfstandigen’. Wat betekent dit voor de werknemers en hoe gaan zij daar mee om? We vroegen het aan Dulce María Iglesia Suárez, algemeen secretaris van SNTAP, de Cubaanse Nationale Vakbond van Openbare Diensten, partner van fos.

LocatieCuba
CategorieMilieu

Dulce María Iglesia Suárez ontvangt ons heel hartelijk in haar kantoor in Havana. Ze is algemeen secretaris van SNTAP, de Cubaanse Nationale Vakbond van Openbare Diensten, partner van fos. In haar drukke agenda maakt ze graag tijd voor de delegatie van fos. Ze neemt met veel voldoening de groeten van de Belgische kameraden van AMiO /ACOD-CGSP in ontvangst. Het is alweer drie jaar geleden dat Jean-Pierre Van Outrève en Roland Vansaingele het SNTAP-congres in Havana bijwoonden en zo de vriendschapsbanden tussen de twee vakbonden versterkten. Daar blijft het niet bij, want de Belgische vakbond maakt ook middelen vrij om de vorming van vakbondskaders te ondersteunen.

Met die middelen kregen de leslokalen in verschillende provincies een grondige opknapbeurt. Het nieuwe meubilair, de nieuwe computers, projectors en schermen zorgen ervoor dat militanten en kaderleden in optimale omstandigheden worden opgeleid. Verder beschikken ze over alle nuttige documenten en publicaties waar ze op de werkvloer handig gebruik van kunnen maken.

En deze investeringen lonen. De voorbije drie jaar werden ruim 340 instructeurs en provinciale kaders opgeleid, die op hun beurt 5.300 basismilitanten vormden. De belangrijkste thema’s van de vormingen zijn veiligheid en gezondheid op de werkvloer, het onderhandelen en opvolgen van de CAO’s, en de nieuwe loonclassificaties.

Het voorbije jaar heeft de vakbond het bijzonder druk gehad. Het land staat voor enorme economische en sociale hervormingen. We hoeven amper te vragen wat die veranderingen voor de openbare sector betekenen, of Dulce María begint aan een geëngageerd betoog.

“Als we de situatie analyseren, moeten we vaststellen dat de economische balans van het land zwaar uit evenwicht is. Met het verdwijnen van het Oostblok viel 80 % van onze handelsrelaties weg. De economische boycot door de Verenigde Staten dwingt ons om voor sommige goederen twee à drie keer meer te betalen. En door de huidige economische crisis vallen de inkomsten uit toerisme, nikkel en suiker tegen. Al in 2007 beseften we als vakbond dat economische hervormingen echt nodig waren. Maar de drie zware orkanen die in 2008 over het land raasden, verplichtten ons om eerst de ergste noden te leningen. De overheid heeft meer personeel in dienst dan nodig, men spreekt van anderhalf miljoen werknemers die geheroriënteerd moeten worden.

We hebben de laatste tijd heel hard gewerkt aan de voorbereiding van het onlangs gehouden vierde congres van de Communistische Partij. De arbeiders zijn immers de belangrijkste betrokkenen bij de socio-economische hervormingen die ons land wil doorvoeren. Daarom was het nodig om alle voorgestelde resoluties in elke werkplaats te bespreken; meer dan 8.000 vergaderingen hebben we gehouden. Ik denk dat hierdoor de werknemers niet alleen goed geïnformeerd zijn, maar zich ook deel van de hervormingen voelen.

De hervormingen worden stap voor stap doorgevoerd. In een eerste fase kwamen de sectoren onderwijs, gezondheid, toerisme, bouw, transport, voeding, landbouw en suikerindustrie aan bod. Daarbij heeft de overheid ondervonden dat we niet overhaast te werk konden gaan. Het is niet eenvoudig om zoveel nieuwe arbeidsplaatsen te creëren. Daarom werd besloten om de hervorming te spreiden over de komende vijf jaar. De hervormingen gaan door, maar niet overhaast.

De openbare diensten komen pas in de derde fase aan bod, dat kan vanaf volgend jaar zijn. Maar met de voorbereidingen zijn we al volop bezig. Zo onderzoeken we op gemeentelijk niveau welke diensten in aanmerking kunnen komen om verzelfstandigd te worden, en op welke manier een belastingssysteem kan ingesteld worden. Een voorbeeld: over heel het land beheren de gemeentes meer dan 600 openbare badhuizen. We gaan na of deze badhuizen voldoende inkomsten generen om ze door de werknemers in zelfbeheer te laten overnemen. We bekijken de huidige inkomsten (want de gebruikers betalen nu ook al een kleine bijdrage), welke huur kan voor de gebouwen gevraagd worden, enz. Concreet, het badhuis op de Boulevard San Rafael hier in Havana heeft nu een daginkomen van 1.000 pesos (nationale munt), want hier woont veel volk en het ligt dicht bij een drukke markt. Deze situatie is niet te vergelijken met een badhuis in een dun bevolkte wijk. Dus de studie moet aangepaste voorstellen uitwerken, zodat de huurprijs en de bijdrage voor sociale zekerheid niet onredelijk hoog zijn en de werknemers een rechtvaardig inkomen hebben.

Dergelijke studies gaan we ook opstarten voor andere diensten die tot vandaag door de gemeentes gratis of tegen een kleine vergoeding ter beschikking worden gesteld, zoals de begrafenisondernemingen, de bloemenwinkels, het beheer van kinderparken met mechanische speeltuigen, enz. Al deze hervormingen moeten leiden tot efficiëntere openbare diensten en tot het wegwerken van onnodige kosten, om de economie van het land gezond te maken.

Maar tegelijk zullen de hervormingen ook nieuwe arbeidsplaatsen creëren. Nu het land een belastingssysteem gaat invoeren, zal men mensen moeten inzetten om de taksen te innen, controle uit te voeren, enz. Ook de banksector gaat uitbreiden, nu de mensen meer toegang krijgen tot leningen voor een eigen onderneming, of voor de aankoop van bijvoorbeeld een nieuwe TV of koelkast. Deze diensten bestonden nog niet en gaan nieuwe arbeidsplaatsen creëren.

Al deze hervormingen plaatsen ons als vakbond voor de enorme uitdaging om erover te waken dat de rechten van de werknemers worden gerespecteerd: gebeurt de beoordeling van de werknemers door een onafhankelijke commissie, is deze commissie correct samengesteld, zijn de leden goed geschoold voor hun taak? Is de lokale arbeidsrechtbank erop voorbereid om klachten van werknemers die niet akkoord gaan met de genomen beslissing, te aanhoren en op te lossen? Dat is onze syndicale strijd voor de komende maanden.”

Het is duidelijk dat het laatste woord nog niet gezegd is. “De kameraden van ACOD-CGSP/AMiO zijn heel welkom op de viering van de stichting van SNTAP eind oktober, begin november van dit jaar. Daar kunnen we nog verder praten over de veranderingen in Cuba en meer bepaald in de openbare diensten van het land,” besluit Dulce María.
Meer info: het volledige interview met Dulce María Iglesia Suarez