“Daarom was het nodig om de voorstellen tot nieuwe resoluties in elke werkplaats te bespreken. Hier kregen de werknemers de gelegenheid om hun opmerkingen te geven en hun mening uit te spreken over al deze resoluties; deze vormden de basis voor wijzigingen en aanbevelingen voor de toepassing ervan. In onze vakbond hebben we meer dan 8.000 vergaderingen gehouden. Ik denk dat de werknemers hierdoor niet alleen goed geïnformeerd zijn, maar zich ook deel van het hervormingsproces voelen. Een van de maatregelen die de meeste aandacht kreeg, is de herschikking van het personeel, want dit gaat de grootste gevolgen hebben voor de werknemers. Het is belangrijk dat men begrijpt waarom deze maatregel nodig is voor het land. We zitten in een situatie waarbij we niet kunnen toelaten dat de economie van het land ineenstort. Op deze vergaderingen hebben we alle oorzaken geanalyseerd die tot deze situatie geleid hebben. Een eerste factor is het verdwijnen van het socialistisch blok. Onze economie was voor 80% afhankelijk van het Oostblok. Daarnaast is er de blokkade door de Verenigde Staten, die Cuba vanaf het eerste moment heeft belet om normale relaties met de wereld te onderhouden en waardoor we noodgedwongen voor sommige goederen een dubbele of zelfs driedubbele prijs moeten betalen. In 2008 kregen we te maken met drie zware orkanen die grote schade hebben aangebracht. Een vijfde van het nationale inkomen ging dat jaar verloren. Dit was natuurlijk niet te voorzien. En ten slotte is er de economische crisis, waar ook Cuba zich niet aan kan onttrekken. De inkomsten uit het toerisme en de export van nikkel zijn gedaald, de productie van suiker is ingestort. Dat zijn vier redenen die ons geen andere keuze lieten dan een oplossing te zoeken.
Maar al in 2007 waren we ons ervan bewust dat er veranderingen nodig waren, dat de personeelslijsten groter waren dan de reële behoefte; en elk jaar stijgen de onkosten en dalen de inkomsten. De overheid wil deze situatie op een gestructureerde manier aanpakken. Men spreekt van 1.500.000 mensen die gespreid over verschillende fases moeten geheroriënteerd worden. De hervormingen worden stap voor stap doorgevoerd. In een eerste fase kwamen de sectoren onderwijs, gezondheid, toerisme, bouw, transport, voeding, landbouw en de suikerindustrie aan bod. Maar na de eerste ervaringen heeft de overheid ondervonden dat we niet overhaast te werk konden gaan. Het is niet eenvoudig om zo vele nieuwe arbeidsplaatsen te creëren. Daarom werd besloten om de hervorming te spreiden over de komende 5 jaar; de hervormingen gaan door, maar niet overhaast.
Wat onze vakbond betreft, de herschikking van de gemeentediensten valt in de 3de fase, en de andere overheidsdiensten in de 4defase; dat kan vanaf volgend jaar zijn. Maar met de voorbereidingen zijn we al volop bezig. Op gemeentelijk niveau bijvoorbeeld onderzoeken we nu welke diensten in aanmerking kunnen komen om verzelfstandigd te worden, en op welke manier een systeem van belastingen kan ingesteld worden. Een voorbeeld: in heel het land beheren de gemeentes meer dan 600 openbare badhuizen. In juni – juli van dit jaar moeten de gemeentebesturen een plan voorstellen over hoe ze de badhuizen gaan verzelfstandigen. We gaan bestuderen of deze badhuizen voldoende inkomsten generen om ze in zelfbeheer door de werknemers te laten overnemen: wat zijn de huidige inkomsten – want de gebruikers betalen nu ook al een kleine bijdrage- welke huur kan voor de gebouwen gevraagd worden, enz. Concreet, het badhuis op de Boulevard San Rafael hier in Havana heeft nu een daginkomen van 1.000 pesos (nationale munt), want hier woont veel volk, en ligt dicht bij een drukke markt. Deze situatie is niet te vergelijken met een badhuis in een dun bevolkte wijk. Dus deze studie moet aangepaste voorstellen uitwerken, zodat de huurprijs en de bijdrage voor sociale zekerheid niet onredelijk hoog zijn en toelaten om een rechtvaardig inkomen voor het personeel en zijn familie te verdienen.
Een ander voorbeeld zijn de bloemkwekerijen, die tot op vandaag gemeentelijke bedrijven zijn. We gaan onderzoeken hoeveel deze verkopen aan de bloemenverkopers of aan de begrafenisdiensten en tegen welke prijzen, om zo uit te maken of deze kwekerijen ook aan de werknemers kunnen verpacht worden, zodat zij de zaak runnen. We denken op dit ogenblijk aan een systeem van verpachting (arrendamiento) van deze bedrijven aan de werknemers, die dan niet meer door de gemeente worden betaald maar zelf verantwoordelijk zijn voor hun zaak en hun inkomen. De 2 à 3 werknemers betalen dan de huur, ontvangen de inkomsten en zullen zo hun loon verwerven. Dit mechanisme geldt voor bedrijven met een beperkt aantal werknemers; we hebben het niet over de grote plantenkwekerij, zoals deze in Havana die tot 30 werknemers tewerkstelt.
Een derde voorbeeld zijn de openbare kinderparken uitgerust met speeltuigen zoals schommels, een rad, enz. Nu betaalt de overheid een toezichter; ook hier onderzoeken we de mogelijkheid om het park in pacht te geven, waarbij de toezichter een bijdrage voor de toegang zou vragen aan de gebruikers. Deze persoon heeft er alle belang bij om het park goed te onderhouden, om zo zijn inkomsten zeker te stellen. Het principe is dat de bedrijven die niet voor de primaire noden instaan, niet noodzakelijk in handen van de overheid moeten blijven.
Maar deze hervormingen zullen voor onze sector pas in 2012 doorgevoerd worden. Wat we ook gaan onderzoeken, is waar de gemeentebesturen nog inkomsten kunnen genereren. Bijvoorbeeld bij een overlijden; de begrafenissen zijn tot hiertoe gratis. Maar dat leidt tot onnodige kosten. Tot nu toe kan de familie beslissen dat het lichaam in een andere gemeente moet begraven worden, en de gemeente moet dan de extra kosten voor het vervoer dragen; nu zal de familie zelf de kosten moeten dragen. Dat is een kwestie van goed bestuur.
Wat is er nog gebeurd in de gemeentebesturen: we hebben nieuwe aanwervingen geblokkeerd en bekijken hoe taken efficiënter kunnen ingevuld worden. Een straatveger had vroeger maar een klein gebied proper te houden; nu met het invoeren van een nieuw verloningsysteem is zijn werkterrein vergroot, en daar tegenover staat dat hij een hoger loon kan verdienen. Het werk dat vroeger door 10 personen werd gedaan, gebeurt nu door 5. Dit zijn al hervormingen die werden doorgevoerd, zodat het impact van de hervormingen volgend jaar minder sterk zal zijn.
Er is nog een sector binnen onze vakbond die aan veranderingen wordt onderworpen, nl. deze van de sociale werkers. Deze sector zal verdwijnen. Tien jaar geleden werd het programma opgestart met 30.000 sociale werkers in het land; na het middelbaar werden zij opgeleid voor deze functie. Ze werden o.a. tewerkgesteld in het nationale programma dat het land heeft opgezet om energie te besparen; in elke gemeente werden zij ingezet om van huis tot huis op elke deur te kloppen en na te gaan welke elektrische apparaten, welke lampen, welke ijskasten, ventilatoren enz in gebruik waren, en welke konden vervangen worden door spaarzamere apparaten. Daarna kregen ze ook andere taken toebedeeld, bvb de begeleiding van jongeren die aan drugs verslaafd zijn of vroegtijdige schoolverlaters terug naar school toeleiden, zodat zij hun opleiding zouden afmaken. Later gingen ze zich ook richten op kwetsbare groepen zoals jonge alleenstaande moeders, alcoholici, enz. Zij werden ook al eens médicos del alma (nvdr: geneesheren van de geest) genoemd, omdat zij de mensen begeleiden om hen weer in de maatschappij te reïntegreren.
Er is veel veranderd in het land; de sociale werkers werden ook ingezet voor de begeleiding van de patiënten die uit heel Latijns Amerika naar Cuba kwamen voor Operación Milagro. (nvdr: Op 21 augustus 2005 ondertekenden Fidel Castro en Hugo Chavez de overeenkomst ‘Operatie Mirakel’, met het doel duizenden Venezolanen in Cuba voor cataract te opereren. Ondertussen werken Cubaanse artsen in 35 landen en werden ruim 1,8 miljoen mensen aan de ogen geopereerd.) Dit programma kostte Cuba heel veel en nu is Operación Milagro verplaatst naar verschillende landen van het continent en voeren Cubaanse artsen deze operaties daar uit.
Op dit ogenblik zijn er nog zo’n 20.000 sociale werkers; maar als programma gaat deze sector uitdoven. De sociale werkers worden overgenomen door andere ministeries; dat zal nu in de periode tussen juli en september 2011 gebeuren. Zij zullen gaan werken in het onderwijs voor andersvalide kinderen, in weeshuizen, gezondheidsinstellingen, instellingen voor probleemjongeren. En een deel zal de kans hebben om hun technisch diploma aan te vullen en verder te studeren voor psycholoog, advocaat, enz. Als dusdanig is dit geen besparingsmaatregel, wel een herschikking. Maar in een latere fase zal in deze ministeries ook de tewerkstelling herbekeken worden, en als blijkt dat er overbodige functies bestaan, zal op dat ogenblik gekeken worden wie het meeste ervaring heeft en het best geschikt voor de weerhouden functie, en deze zal blijven. Wie niet kan blijven, wordt beschikbaar gesteld voor de arbeidsmarkt.
Het is duidelijk dat al deze hervormingen moeten leiden tot meer efficiënte openbare diensten en tot het wegwerken van onnodige kosten, om de economie van het land gezond te maken. Maar tegelijk zullen de hervormingen ook nieuwe arbeidsplaatsen creëren. Nu het land een systeem van belastingen gaat invoeren, zullen hiervoor mensen moeten ingezet om de taksen in innen, controle uit te voeren, enz.
(nvdr: De overgrote meerderheid van de Cubanen betaalt vandaag geen belastingen; De overheid draagt tot vandaag de kosten voor het gratis onderwijs, de gratis gezondheidszorg, vervangingsinkomens, en andere sociale diensten. Enkel voor de pensioenen dragen alle werknemers die voor een overheidsbedrijf werken (dit is nu ongeveer 85% van de actieve bevolking) en nu ook de zelfstandigen een percentage van hun inkomen af. De overheid onderzoekt op welke manieren enerzijds de lonen kunnen opgetrokken worden en anderzijds hoe via belasting en sociale bijdragen de overheiduitgaven mee kunnen gedragen worden.)
Ook de banksector gaat uitbreiden, nu de mensen meer toegang krijgen om een lening aan te gaan voor een eigen onderneming, of om de aankoop zoals een nieuwe TV of koelkast te betalen. Deze diensten bestonden tot hiertoe niet en gaan nieuwe arbeidsplaatsen creëren.
Bij al deze hervormingen staan wij als vakbond voor een heel grote uitdaging, om erover te waken dat bij heroriëntering van overbodige functies de rechten van de werknemers worden gerespecteerd: gebeurt de beoordeling van de werknemers door een onafhankelijke commissie, is deze commissie correct samengesteld, zijn de leden goed geschoold voor hun taak? Is de lokale arbeidsrechtbank erop voorbereid om klachten van werknemers die niet akkoord gaan met de genomen beslissing, te aanhoren en op te lossen? Dat is onze syndicale strijd voor de komende maanden.
Wat gaat gebeuren met een groep werknemers die voor eigen rekening werken, en die beroepen uitoefenen die tot de openbare diensten werden gerekend, zoals boekenverkopers, typisten, vertalers, verzekeringsagenten, belastingsontvangers, bloemenverkopers? Reeds in 2005 is onze vakbond begonnen om de ophalers van huisvuil syndicaal te organiseren. Dit is het geval in deze gemeentes die over onvoldoende transportmiddelen beschikken, en waar het ophalen van het huisvuil met paard en kar gebeurt. We tellen op dit ogenblik 1.352 zelfstandige vuilnisophalers binnen onze vakbond. We werken ook aan syndicalisering van de verhuurders van kamers aan toeristen of van de privé-restauranthouders. Deze sector gaat nog toenemen in de komende jaren.
In totaal zijn er ongeveer 7.900 werknemers voor eigen rekening bij SNTAP aangesloten. Er is een potentieel van 22.000 zelfstandigen die een licentie hebben verkregen; hiervan hebben we al 10.800 personen geïnterviewd en 90% van hen zegt bereid te zijn bij de vakbond aan te sluiten en 70% is daadwerkelijk aangesloten. De overige 11.000 personen moeten we nog gaan opzoeken; dat is nog een serieus werk voor de boeg. Als vakbond moeten we heel het land doorkruisen en aan onze syndicale leiders de nood van de reorganisatie uitleggen, de noodzaak ook om de zelfstandige werknemers bij de vakbonden te laten aansluiten, dat de vakbond ook de belangen van deze mensen moet verdedigen, ook al zitten zij in totaal andere werkomstandigheden. Dat vraagt een hele mentaliteitsverandering ook van onze vakbondskaders. De lokale vakbondsverantwoordelijken gaan nu van deur tot deur naar de nieuwe zelfstandigen. De gemeentelijke dienst van het Ministerie van Werk houdt een lijst bij van alle mensen die een toelating voor het uitoefenen van een zelfstandig beroep hebben verkregen; op basis van deze lijst weten wij welke mensen onder onze sector vallen en hen gaan we bezoeken.
Wat wij aan deze niet-overheidswerknemers te bieden hebben? Wetten staan op papier, maar worden toegepast door mensen. En als deze zich vergissen, kan de vakbond erop toezien dat de wet wel correct wordt toegepast. Zo hebben we een situatie gehad, waarbij een zelfstandige vuilnisophaler een belasting moest betalen; maar er de hoeveelheid op te halen huisvuil hangt af van de grootte van de ronde toer. Men kan niet overal dezelfde belasting innen. We hebben deze zaak tot op het hoogste niveau van de CTC en het ministerie gebracht. Ondertussen is de taks met onmiddellijke ingang en met terugwerkende kracht opgeschort, tot de zaak ten gronde helemaal is uitgeklaard. Een andere situatie is deze van de bloemenverkoper die te hoog belast wordt, omdat zijn verplaatsingskosten met de motor niet in rekening werden gebracht. Dit zijn ook voor de overheid nieuwe situaties, en we waken erover dat de mensen niet het slachtoffer zijn van deze overgangsfase.
Het is zeker dat al deze wijzigingen enige onrust onder de mensen veroorzaakt; het tegendeel beweren zou een leugen zijn. Maar de mensen krijgen ook de zekerheid dat ze niet zullen achtergelaten worden. Als er een alleenstaande moeder is met één, twee, drie kinderen dan weten we dat, via de vrouwenfederatie of via het wijkcomité die aandacht hebben voor wie in een precaire situatie verkeert en wie voor de arbeidsmarkt beschikbaar is. De mensen laten wel horen dat ze bezorgd zijn, maar tegelijk spreken ze hun vertrouwen uit. Toen we de oriëntaties van het partijcongres in de bedrijven bespraken, hoorden we welke de belangrijkste bekommernissen van de mensen waren. Op de eerste plaats was dat hun loon; ook het afschaffen van de libreta werd fel bediscussieerd en blijft dat tot op de dag van vandaag behouden. Daarna volgt de arbeidsherschikking. Maar over het algemeen geloof ik dat de mensen een groot vertrouwen behouden. Toegegeven, het is niet gemakkelijk, als je van werk moet veranderen of in een andere werkomgeving terecht komt met mensen die je niet kent.
De uitdaging waarvoor we staan is de moeilijkste ooit. De speciale periode was een heel zware periode voor iedereen, maar de veranderingen waar we nu voor staan, zijn veel complexer en veel ingrijpender.”