Wet maakt werk minder dodelijk

Duizenden arbeidsongevallen per jaar, waarvan tientallen met dodelijke afloop: de cijfers in Peru liegen er niet om. De vakbonden vochten niet voor niets voor een wet om veiligheid op het werk te garanderen. Maar wat kan die wet dagelijks op de werkvloer betekenen?

LocatiePeru
CategorieNieuws

In Peru is gezondheid en veiligheid op het werk nooit een prioriteit geweest. Het is de deregulering en flexibilisering van de arbeid die sinds de jaren `70 de regeringsagenda beheerst met als absolute topper de regering van Fujimori in de jaren `90.

De precarisering van de arbeidsrelaties en de informalisering van de arbeid, in de hand gewerkt door de Staat, was de eerste zorg van werknemers(organisaties). Gezondheid en veiligheid op het werk beschouwden ze tot voor enkele jaren slechts als minder belangrijk. Wat de werkgevers goed uitkwam.

Nochtans zijn er verontrustende rapporten van de sociale zekerheidsdienst. Die geven aan dat er in 2008 17.677 en in 2009 19.148 arbeidsongevallen geregistreerd zijn. Bovendien waren er van de slachtoffers in 2009 21,73% niet aangesloten bij de Aanvullende Verzekering voor Risicovol Werk, nochtans bij wet verplicht. Dit wijst op een schrijnend gebrek aan controlecapaciteit van de bevoegde administratie. Als we inzoomen op de mijnsector, één van de sectoren waar wereldwijd het meeste ongevallen gebeuren, dan zien we dat er in 2011 42 ongevallen met dodelijke afloop gerapporteerd zijn, waarvan de meeste traditioneel bij onderaannemers gebeuren.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Mijnwerkersfederatie (FNTMMSP) – partner van fos– én de Bouwvakkersfederatie (FTCCP) – partner van de Algemene Centrale van het ABVV – het thema toch hoog op hun agenda geplaatst hebben en het voortouw genomen hebben in de strijd voor een baanbrekende wet over gezondheid en veiligheid op het werk.

Met de steun van fos werd er in 2009 een technisch syndicaal comité opgericht dat een wetsontwerp uitwerkte. Na twee jaar intens lobbywerk keurde het Peruaans Congres de wet in juli 2011 goed. In augustus heeft de pas verkozen president Ollanta Humala, als dank voor de steun van de vakbonden tijdens zijn verkiezingscampagne, de “Wet over Gezondheid en Veiligheid op het Werk”, N° 29783, ondertekend en gepubliceerd.

De wet moet “een cultuur van preventie van arbeidsrisico´s in het land bevorderen”. Ze verplicht de Staat een nationaal beleidsplan uit te werken over gezondheid en veiligheid op het werk, in overleg met de werkgevers en werknemers. Bovendien creëert de wet een Nationaal Systeem van gezondheid en veiligheid met een Nationale Raad en Regionale Raden. Ook werkgevers moeten volgens de nieuwe wet een systeem invoeren van beheer van gezondheid en veiligheid op het werk. De rechten en verplichtingen van werkgevers en werknemers zijn gepreciseerd en uitgebreid. En zeer belangrijk: de wet wijzigt en verbetert het inspectiesysteem.

Maar het allerbelangrijkste is de erkenning van de fundamentele rol van de vakbonden in het garanderen van een gezonde en veilige werkomgeving door het geven van syndicale vrijstellingen en door het opleggen van gevangenisstraffen tussen de 2 en 5 jaar voor overtredingen. Bovendien voorziet de wet een speciale bescherming voor vrouwen.

Wat er nu nog ontbreekt is de reglementering van de wet. Die mag niet langer dan 180 dagen op zich laten wachten. Deze termijn verloopt in februari 2012. fos zal ook hier zijn steentje bijdragen, samen met het ABVV.

In November 2011 organiseerde fos een nationale bijeenkomst met deelname van de mijnwerkersfederatie, de bouwvakkersfederatie, de vakbond van huishoudwerkers (SINTTRAHOL), vakbonden uit de agro-industrie (SITESAV, SITAG, SITECASA, SITETSA), de vakbondscentrale CGTP, en het ABVV. Er is grondig gedebatteerd over de nieuwe wet en over de formulering van het reglement. Federaal Secretaris van het ABVV, Eddy Van Lancker, motiveerde de aanwezigen door te vertellen over de ervaring van de Belgische werknemers. Hij legde uit dat de vakbonden in België al 100 jaar strijden voor een veilige werkplek. Hij maakte ook duidelijk dat er in België gesproken wordt over het welzijn op het werk. Tenslotte bevestigde hij zijn engagement om via internationale solidariteit de Peruaanse werknemers te blijven steunen.