Zuid-Afrika-bouwvakkers-Flickr-Trevor-Samson-World-Bank
beeld:

WK voetbal in Zuid-Afrika: Geen overwinning op de armoede

Alle ogen zijn gericht op Zuid-Afrika waar momenteel het eerste wereldkampioenschap voetbal op Afrikaanse bodem wordt gespeeld. Voor de meeste mensen betekent dat een hele maand adembenemend voetbal, fantastische doelpunten en een gezonde portie rivaliteit. De organisatie van dit grootse evenement bood ook een kans om het dagelijks leven van de Zuid-Afrikanen te verbeteren. Een kans die de Zuid-Afrikaanse regering helaas niet gegrepen heeft.

CategorieNieuws

De overgrote meerderheid van de Zuid-Afrikaanse bevolking heeft geen toegang tot basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg, drinkwater en onderwijs. De kloof tussen rijk en arm is een van de grootste in de wereld. 4.300.000 Zuid-Afrikanen zijn werkloos. Dat is ruim een kwart van de bevolking. Vooral de tewerkstelling van jongeren, laaggeschoolden en vrouwen is zorgwekkend. Eind vorig jaar had bijna 6 op de 10 niet-schoolgaande jongeren tussen de 15 en 24 jaar geen werk.

Werkzekerheid en een waardig inkomen voor zij die wel werken is ook zeker geen feit. Sinds het einde van de apartheid – intussen 20 jaar geleden – zijn de lonen voor laagopgeleiden gelijk gebleven of gedaald. Bovendien worden steeds meer mensen tewerkgesteld via tijdelijke contracten of via interim-kantoren waardoor zij geen sociale bescherming genieten en werken onder omstandigheden die niet voldoen aan de minimale arbeidswetgeving. Deze omstandigheden zouden bij de organisatie van een groot evenement als het WK – dat immense publieke investeringen met zich meebrengt – niet genegeerd mogen worden.

FOS-partners ILRIG en Khanya College vragen zich af waarom de Zuid-Afrikaanse regering deze kans om een positieve verandering te brengen in het leven van duizenden Zuid-Afrikanen niet beter heeft aangegrepen.

Frustratie

Wat heeft het WK te bieden voor de grote groep armen in Zuid-Afrika? Tijdens de aanloop naar het grote sportspektakel werd er veel gesproken over alle economische voordelen die het toernooi zou brengen. De grote publieke investeringen die moesten worden gemaakt, werden verantwoord door mensen voor te houden dat de situatie van gemarginaliseerde groepen in de samenleving zou verbeteren omdat er werkgelegenheid gecreëerd werd en er opportuniteiten zouden ontstaan voor zelfstandige ondernemers. De verwachtingen liepen hoog op, maar daalden al snel toen bleek dat de Zuid-Afrikaanse bevolking om de tuin geleid was. De vele bouwvakkers werkzaam in de constructie van de stadia gingen in staking uit frustratie over de lage lonen en de strikte FIFA-regels over commerciële activiteiten rond het WK voetbal lieten weinig ademruimte voor de kleine zelfstandige ondernemer.

Straathandel

Molefe Pilane van Khanya College legt uit dat kleinschalige straathandel in etenswaren verboden is in en rond de stadia. Alleen de grote fastfoodketens kunnen de enorme kosten voor de verkoopkramen betalen. Mensen die investeringen hadden gedaan om in lokale kroegen wedstrijden te tonen op grote schermen bleken zich ineens buiten de wet te bevinden omdat voor bijeenkomsten met meer dan honderd mensen dure vergunningen nodig zijn.

De verkoop van WK-memorabilia is ook aan zeer strenge regels gebonden, waardoor het de creatieve Afrikaanse straathandelaar – die altijd wel iets inventiefs uit zijn mouw weet te schudden – onmogelijk werd gemaakt om handel te drijven. De opbrengsten van vergunningen en van de verkoop van de ‘officiële’ WK-gadgets gaan naar FIFA terwijl Zuid-Afrikanen diep in de zak hebben moeten tasten om de enorme publieke investeringen, verbonden aan de organisatie van het toernooi, te bekostigen. Om bijvoorbeeld de rekening van de nieuwe stadia en bijhorende infrastructuur te kunnen betalen, werden in een aanzienlijk aantal gemeenten ontwikkelingsprojecten zoals sociale huisvesting en de aanleg van riolering en stromend water stopgezet. Dergelijke budgettaire beslissingen zullen nog jarenlang gevolgen hebben voor de allerarmsten die in deze buurten wonen. Een groot deel van deze mensen zullen het WK niet eens kunnen beleven, omdat de buurten waarin zij wonen niet van elektriciteit zijn voorzien.

Waardig werk

De regerende partij in Zuid-Afrika, het ANC, maakte ten tijde van de verkiezingen in begin 2009 grote beloften over garanties voor waardig werk. De bouw van de nieuwe voetbalstadia en bijhorende infrastructuur wordt voornamelijk bekostigd door publieke fondsen. Deze regering had, als gastheer van het WK, de kans kunnen aangrijpen om regelgeving in het leven te roepen die de aan het WK gerelateerde bouwprojecten en andere commerciële activiteiten ‘eerlijk’ zouden maken. De vastlegging van verbeterde arbeidsomstandigheden tijdens de constructie van de stadia en de aanleg van de verwante infrastructuur hadden een voorbeeld kunnen vormen voor de creatie van waardig werk in de hele Zuid-Afrikaanse bouwindustrie. FOS-partner ILRIG benadrukt dat dit helaas niet het geval is geweest.

Winstbejag

Terwijl een leefbaar inkomen in Zuid-Afrika wordt geschat op 3000 Zuid-Afrikaanse rand per maand (300 euro) is het minimumloon voor arbeiders in de bouwindustrie vastgesteld op iets meer dan 2000 rand per maand. Arbeiders die een contract hebben via een interim-kantoor en migranten die illegaal worden tewerkgesteld, kunnen zelfs dat minimumloon niet afdwingen. Zonder een goed systeem van arbeidsinspectie is het hierdoor heel verleidelijk voor bouwbedrijven om uit winstbejag arbeiders uit te buiten en onder het minimum te betalen. De winsten die werden geregistreerd door de verschillende bouwbedrijven en de hoge vergoedingen die deze bedrijven uitbetaalden aan hun CEO’s tonen aan dat de lage lonen die werden betaald aan de arbeiders zeker geen gevolg waren van gebrek aan financiële middelen.

Alleen een kleine groep goed georganiseerde arbeiders is in staat geweest om een deel van de winst op te eisen die deze bedrijven maakten. Building Workers International (BWI) meldde dat er een directe interventie door FIFA-afgevaardigden was in collectieve onderhandelingen over lonen en arbeidsomstandigheden voor arbeiders in de bouwindustrie in Zuid-Afrika. De relatief kleine groep arbeiders die rechtstreeks voor de bouwbedrijven werkten, slaagden erin om een hoger loon te bedingen. Hiermee werd negatieve publiciteit, onafgebouwde stadia en gebrekkige transportinfrastructuur als gevolg van de vele stakingsacties voorkomen.

Verbroedering

Het WK voetbal wordt gezien en gepromoot als een evenement dat verbroedering brengt. Mensen genieten samen van het spel, ongeacht nationaliteit of etniciteit. Mooie reclamecampagnes benadrukken dat beeld in veel vormen en schotelen een nationaal gevoel van verbroedering voor. Hierbij wordt het onder apartheid verdeelde Zuid-Afrika voorgesteld als één grote familie die met veel enthousiasme achter het WK staat. Terwijl de meeste Zuid-Afrikanen genieten van het spectaculaire toernooi en trots zijn op het feit dat Zuid-Afrika als eerste land in Afrika het kampioenschap mag organiseren, is de vraag wie er profijt bij heeft en wie uiteindelijk de rekening zal moeten betalen.

Het antwoord op deze vraag schept in geen geval een beeld van solidariteit en verbroedering. De armste en meeste gemarginaliseerde groepen in de Zuid- Afrikaanse samenleving – laaggeschoolde arbeiders, kleine zelfstandige ondernemers en straathandelaars, grote groepen werklozen die leven in informele nederzettingen en plattelandsgebieden zonder toegang tot basisvoorzieningen – dragen de grootste lasten terwijl grote commerciële bedrijven, inclusief FIFA, in Zuid-Afrika en daarbuiten zich hebben kunnen verrijken.

Hoewel de Zuid-Afrikaanse overheid in een positie was om de last beter te verdelen en garanties voor waardig werk en toegang tot inkomsten uit de WK af te dwingen, verloor de overheid dit doel totaal uit het oog en miste zij een belangrijke kans voor de overwinning op armoede in Zuid Afrika.

Het prijskaartje van het WK in Zuid-Afrika

Voor een land zoals Zuid-Afrika zijn de implicaties van het organiseren van massa-evenementen niet dezelfde als voor een land als Frankrijk of de Verenigde Staten. Vooral de investeringen in infrastructuur liggen veel hoger. In 2004 liet de Zuid-Afrikaanse WK-commissie de financiële impact van het WK berekenen door het studiebureau Grant Thornton.

Het bureau schatte dat de infrastructuurwerken en het bouwen van de stadia de Zuid-Afrikaanse belastingbetaler zo’n 2,3 miljard Zuid-Afrikaanse rand (bijna 250 miljoen euro) zouden kosten. Twee jaar later, in 2006, werden de kosten op 8,35 miljard rand (een kleine 900 miljoen euro) geraamd, meer dan drieënhalf keer hoger dan de aanvankelijke schatting.

Intussen is dat bedrag gestegen tot het hallucinant bedrag van 17,4 miljard rand, wat neerkomt op ruim 1,8 miljard euro en een stijging van maar liefst 757% ten opzichte van de aanvankelijke schatting. Terwijl FIFA alleen al aan uitzendrechten 25 miljard rand (bijna 2,7 miljard euro) zal verdienen, zal de Zuid-Afrikaanse bevolking nog jarenlang de kosten van de organisatie van het WK moeten betalen.