Dr. Orellana heeft een jarenlange ervaring met de gezondheidsproblematiek. Aanvankelijk in de jaren ’80 – toen het land nog in een burgeroorlog verwikkeld was – vanuit een persoonlijk engagement voor zijn volk, later als directeur van de Salvadoraanse Organisatie voor Gezondheidspromotie (ASPS). ASPS is een van de drijvende krachten achter de Alliantie tegen de Privatisering van de Gezondheidszorg, een netwerk van gezondheidsorganisaties die zich kantten tegen het beleid van de vorige regeringen, die weigerden te investeren in de openbare gezondheidsdiensten. Met de verkiezing van president Funes, gesteund door progressieve partij FMLN, waait een nieuwe wind door het land. Dr. Orellana is voorzichtig positief.
Dat er iets moet veranderen is duidelijk, ook op het gebied van geneesmiddelen. In de openbare gezondheidscentra kan de bevolking slechts voor de helft van de voorgeschreven geneesmiddelen terecht. Voor de andere helft moeten ze naar de privé-apotheken, waar de prijzen extreem hoog liggen. De Wereldgezondheidsorganisatie hanteert als norm dat de kosten voor geneesmiddelen om van een ziekte te genezen niet hoger mogen uitvallen dan het loon van één dag. In El Salvador moet een stedelijke werknemer gemiddeld 2,4 dagen werken om de goedkopere generische geneesmiddelen te kunnen kopen.
Bovendien blijkt uit een studie van de Universiteit van El Salvador dat de farmaceutische bedrijven volgens hun eigen spelregels opereren, zonder enige reglementering vanwege de overheid en puur op commerciële basis. Hoger dan in de omliggende landen schommelen de winstpercentages tussen de 200 en 500 procent. In Centraal Amerika behoort de productie en handel in geneesmiddelen tot de meest rendabele economische activiteiten.
“Gezondheid is geen koopwaar, maar een recht,” beklemtoont Dr. Orellana. “Het is onetisch en onmenselijk dat bedrijven zich blijven verrijken op kosten van het leed en de ziektes van de bevolking, voor wie geneesmiddelen een grote hap uit hun karige bestaansmiddelen betekenen.” 4.112.400 mensen in El Salvador – ruim 59 procent van de bevolking – leven in armoede en kunnen op geen enkele vorm van sociale zekerheid of ziekteverzekering terugvallen.
Orellana: “Eindelijk, en na jarenlange druk vanuit de volksorganisaties zijn we erin geslaagd om de noodzaak aan een geïntegreerde wetgeving op geneesmiddelen op de politieke agenda te krijgen. We willen dat de overheid de prijzen van de geneesmiddelen reguleert, dat een onafhankelijk instituut toeziet op de kwaliteit en de commercialisering, dat er een wet komt op de verkoop van geneesmiddelen. Ook moeten maatregelen genomen worden zodat de bevolking in de openbare gezondheidscentra de geneesmiddelen kan verkrijgen.”
“De bal ligt nu in het kamp van de politieke partijen. Het is aan hen om te bewijzen dat zij hun mooie verkiezingsbeloften in daden willen omzetten. Wij van onze kant zijn voorbereid. De geschiedenis heeft ons geleerd dat niets zomaar gratis is, dat alle voorzieningen het resultaat zijn van organisatie, participatie en sociale actie.”
In afwachting van een efficiënte overheidsregulering, blijft ASPS niet blind voor de directe noden van de bevolking en bouwt het een netwerk van volksapotheken uit. Met hun steun en deze van fos heeft de vrouwenorganisatie AMSATI, verbonden met de federatie van landbouwcoöperatieven in de voorbije twee jaar 20 gemeenschapsapotheken opgericht, die in afgelegen gebieden generische geneesmiddelen aan een correcte prijs ter beschikking stellen.