Doorgedreven neoliberalisme
Het ANC, de regerende partij in Zuid-Afrika die onder leiding van Nelson Mandela het einde van de apartheid realiseerde, transformeerde in de voorbije twintig jaar tot de partij van het grote kapitaal. Het voerde een duidelijk neo-liberaal beleid. Het regime van president Jacob Zuma consolideerde deze transformatie, maar heeft daarenboven twee specifieke kenmerken.
Ten eerste konden Zuma’s trawanten meer kapitaal verwerven doordat de overheid onder leiding van Zuma steeds meer staatsvoorzieningen uitbesteedde en privatiseerde. Ten tweede zoekt Zuma continu naar manieren om vervolging te vermijden eens zijn termijn als president voorbij is. Het resultaat is dat de overheidsinstellingen geplaagd worden door intrige, corruptie en slechte dienstverlening.
Maar zelfs de meest corrupte staten hebben een sociale basis nodig om te regeren. Zuma richt zich heel duidelijk op de zwarte middenklasse en meer specifiek op traditionele Zoeloe-leiders en vooraanstaanden. Zij krijgen meer autoriteit en zeggenschap en worden bevooroordeeld bij de aanstelling in overheidsfuncties. Al dit gekonkelfoes duwt het ANC steeds verder in het moeras van concurrerende facties en patronage.
Nieuwe arbeidersbeweging
De grootste tragedie is echter de huidige staat van de arbeidersstrijd in Zuid-Afrika. Het trieste verval van COSATU, de grootste koepelorganisatie van vakbonden in Zuid-Afrika, zet zich verder. Zelfs in die mate dat de vakbondsfederatie een karikatuur van zichzelf wordt. Het congres van COSATU in juli toonde aan dat de federatie verdeeld wordt door tegenstellingen en interne conflicten. De federatie slaagt er niet meer in om de stem van de arbeidersklasse te vertegenwoordigen en verliest steeds meer het vertrouwen van de basis.
Een nieuwe arbeidersbeweging is al een aantal jaren aan een opmars bezig, maar toch lijkt die er niet in te slagen zich zo te organiseren dat ze politieke en maatschappelijke slagkracht heeft.
De actieve arbeidersstrijd neemt momenteel de vorm aan van kleinschalige gemeenschapsprotesten en onbeschermde stakingen door precaire werkers. Zuid-Afrika heeft dus zeker geen gebrek aan sociale mobilisering en protest, maar zonder veel samenhang of onderlinge solidariteit. Die protesten komen en gaan in vlagen, zonder dat er een stevige link is over de lokale protesten heen.
De aard van het huidige arbeidersprotest is het resultaat van bijna 30 jaar neoliberalisme die de arbeidersklasse transformeerde. De arbeidersklasse werd uit de officiële en permanente tewerkstelling verdreven naar verschillende vormen van precaire tewerkstelling. Uit de door de staat voorziene sociale huisvesting en uit de townships naar precaire vormen van huisvesting, zoals tuinhuizen of informele hutten gemaakt uit golfplaten. Uit het publieke onderwijs naar rudimentaire vormen van onderwijs in slecht uitgeruste scholen. Daarmee werd de arbeidersklasse gemarginaliseerd en van enige macht ontdaan.
Poging tot verenigde strijd faalt
In 2014 brak vakbond NUMSA met de politieke alliantie tussen het ANC en COSATU, de vakbondsfederatie waarvan zij tot dan toe lid was. De vakbond ging haar eigen weg en lanceerde een United Front van activisten, vakbonden en arbeiders uit allerlei sectoren en regio’s. Dat was de meest beloftevolle ontwikkeling van de laatste twintig jaar om de strijd te verenigen. Toch lijkt deze hoopgevende poging af te lopen met een sisser. Het United Front slaagt er niet in activisten werkelijk te verenigen en georganiseerde activiteiten kennen maar een povere opkomst.
Toch is het nodig om te streven naar een verenigde massabeweging om het neoliberale ANC uit te dagen. Daarvoor moet de arbeidersklasse een eigen manier van organiseren vinden die hen een politieke stem kan geven en de publieke opinie kan beïnvloeden. Verschillende FOS-partners, waaronder ILRIG, zetten zich in voor de opbouw van een verenigde, krachtige en representatieve sociale beweging in Zuid-Afrika.
Leonard Gentle is directeur van FOS-partner International Labour Research and Information Group (ILRIG)
Vertaling en redactie: Naomi De Bruyne